TERUG IN HET LEVEN.
Indringende gesprekken waren het, die al gauw een hele dag in beslag namen. Over de zin van het bestaan, leven na de dood en heimwee naar het licht. Voor haar boek De Tweede Helft interviewde journaliste Ditta op den Dries acht mensen die een bijna-doodervaring hebben meegemaakt. ‘’Of ik er in geloof? Zo wil ik er helemaal niet over praten. Die mensen hebben een heel bijzondere ervaring gehad en ik had het voorrecht hun levensverhalen op te tekenen. Zwart-wit denken, daar heb ik niks mee.”Doodgewone mensen. Geen zweverige types of geloofsfanaten, maar doorsnee weldenkende mensen. Zij spelen de hoofdrol in het boek De Tweede Helft. Ze hebben maar één ding gemeen: ze keken de dood in de ogen, maar bleven leven. En op dat snijvlak van sterven en leven maakten ze iets heel bijzonders mee: een bijna-doodervaring. De één rept van een tunnel, met licht aan het einde. De ander van een enorm gevoel van acceptatie, van thuiskomen.Bijna zonder uitzondering hadden ze na die overweldigende ervaring moeite om de draad van hun leven weer op te pakken en de meesten kregen na de BDE een totaal andere kijk op het bestaan. Nog een opvallende overeenkomst: wie een BDE heeft gehad, is daarna totaal vrij van de angst om dood te gaan.Ditta op den Dries tekende de bijzondere verhalen van gewone mensen op. Indringende gesprekken voerde ze, die vaak bij de geïnterviewden heftige emoties losmaakten. ,,Je kunt niet over je bijna-dood-ervaring vertellen zonder ook terug te gaan naar de oorzaak: een ernstig ongeluk, een levensbedreigende hartaanval. Dat gaat niet zonder emoties”, zegt de journaliste. 

Vaak koste het tijd om de gesprekspartners op hun gemak te stellen, want geen van allen lopen ze graag met hun ervaring te koop. ,,Als je normaal iemand interviewt voor een artikel, ben je in een uur, hooguit twee, wel klaar. Hier werkte dat niet zo. Je praat met mensen over de meest bijzondere ervaring in hun leven, het moment waarop alles kantelde en anders werd. Dan kun je niet na een uurtje je blocnote dichtklappen en zeggen: ik weet wel genoeg.” Ze vertelt lachend hoe één gesprekspartner haar de hele dag maar één kop koffie aanbood. ,,Hij voelde zich daar achteraf vreselijk over, maar hij kon niet meer stoppen met vertellen.”Bijkomend probleem was dat de BDE zich, zo zeggen de geïnterviewden het soms letterlijk, ‘met geen pen laat beschrijven’. Toch is er wel een aantal grote gemene delers. Zo reppen ze bijna allemaal over een ‘overgaan’, vaak door een tunnel of een donkere ruimte naar het licht. Ook voelen ze een enorm gevoel van vrede en rust, de pijn is verdwenen. Mensen verhalen over een allesomvattend gevoel van liefde en acceptatie, over landschappen en prachtige muziek.Sommigen herkennen dierbare familieleden die zijn overleden, anderen zien anonieme gestalten waarmee ze verbinding voelen. Ook zijn ze vaak helemaal niet blij weer in het leven terug te komen. ,,Ze hebben heimwee naar dat enorme gevoel van acceptatie, van thuiskomen. Dat wil niet zeggen dat ze suïcidaal zijn of niet kunnen genieten van het leven, maar het kost een paar jaar om je bestaan na zoiets weer op de rails te krijgen.”Een paar BDE-ervaring van mensen in Nederland. 

Marcus (41) verteld:Mijn bijna-doodervaring begon met allemaal flitsen van het leven, heel snel achter elkaar. Alsof je een film versneld terugspoelt. Ineens zag ik mezelf op de operatietafel liggen. Maar ik voelde geen angst, integendeel. Mijn bijna-doodervaring was een verademing pur sang. Er heerste een serene rust. Om me heen was er wit licht. Een schitterend wit licht, dat tegelijk alle kleuren in zich had. Ik ervoer het ultieme gevoel van vrijheid. Thuiskomen, dat is het woord dat bij deze ervaring past. In mij was een oergevoel en een oervertrouwen. Hier kom ik vandaan, hier ben ik veilig. Dat wist ik zeker. Hoelang ik in ‘het grote weten’ ben geweest, weet ik niet. Wel dat ik ineens weer in mijn lichaam terugkeerde. Weg was de ultieme vrijheid.

Rinus (53) verteld:Mijn bijna-doodervaring is een vloek en een zegen tegelijk. Het is een zegen omdat het me gegund is om op betekenisvolle wijze in het leven van anderen aanwezig te zijn. Een BDE’er zoekt altijd verdieping. Ik heb daardoor geen kennissen meer. Alleen vrienden. Ik wil mensen om me heen die er toe doen. Mensen die thuis zijn bij de essentie van het leven. Ik wil het leven leiden van de mens die 24 uur per dag bewust aanwezig is in z’n lijf en die zijn eigen aanwezigheid viert. Door te genieten van de kleine dingen. Het is het fundamenteel recht van elk mens, elk dier en elke boom om hier op aarde z’n eigen feest te vieren.

Marga (56) Verteld:Wat waren ze blij dat ik terug was, de arts en de verpleging. Maar ikzelf? Ik was radeloos, verdrietig, ontluisterd. Ik wilde terug. En wel meteen. Toen ik zei dat ik terugwilde, wapperde men dat snel weg. Er werd met potten en pillen gezwaaid. Men vond mij suïcidaal en hield me nauwlettend in de gaten. Dat is één van de grootste misverstanden rond bijna-doodervaringen.

Sybrig (70) verteld:Na een poosje heb ik aan mijn vader verteld wat ik had meegemaakt. Hij reageerde heftig. ‘Hier wil ik nooit meer één woord over horen’, zei hij. Daar heb ik me aan gehouden. Zijn strenge vermaning heeft fors ingegrepen in m’n leven. Ik werd een terughoudend kind dat haar emoties niet uitte. En kind dat heel vaak ziek was.Opvallend vaak maken BDE’ers een carrièreswitch en vaak naar een vak waarin ze andere mensen willen helpen. Ook vinden ze bepaalde zaken zoals bezit en oppervlakkige vriendschappen totaal onbelangrijk. ,,Een vloek en een zegen, noemt één van hen het. Dat je zo naar de dood mag kijken dat je er geen angst meer voor hebt, ervaren ze als een geschenk. Maar de vloek is dat je hele leven op de kop staat.” Is de bijna-doodervaring het bewijs dat er leven is na het sterven? Zo zwart-wit wil de journaliste het niet stellen. Zelf is Ditta in de protestantse traditie grootgebracht. Ze noemt die denkbeelden nog steeds ‘waardevol’, maar inmiddels betitelt ze zichzelf als ,,een echte agnost, ik weet het gewoon niet. Met zo’n open mind ben ik de gesprekken ingegaan. Vertel wat je hebt meegemaakt, ik ben bereid het zonder oordeel op te tekenen. Pas als mensen doorhadden dat dát kon, kwamen ze los. Als je zoiets indringends hebt meegemaakt, wil je niet dat iemand het besmeurt door te zeggen; ik geloof er niks van, je hebt gehallucineerd.

Ze willen hun ervaring delen zonder veroordeeld te worden.”De BDE’ers die ze sprak zaten er ook niet op te wachten dat ze hun ervaring als een soort ‘bewijs van de hemel’ kunnen brengen. ,,Het woord God of hemel wordt amper gebruikt.” Evangelisten heeft ze niet getroffen en geen van de BDE’ers pretendeert nu zeker te weten dat er een god of hemel bestaat. ,,Mensen ervaren wel licht en vooral een enorm gevoel van acceptatie. Dat ze aan die andere kant mogen zijn wie ze zijn en dat er niet over je geoordeeld wordt. Ik denk dat dat het hoopvolle van hun verhalen is, omdat bijna elk mens daar naar op zoek is.”In het laatste hoofdstuk interviewde ze ook cardioloog Pim van Lommel, die meerdere onderzoeken en publicaties aan de BDE wijdde. ,,Hij zei iets dat mij als zoeker, heel erg aanspreekt. Hij vindt dat de ware wetenschap zich niet vastlegt, maar openstaat voor nieuwe, soms onverklaarbare bevindingen. Hij citeert de psycholoog/filosoof William James: Als je de algemeen geaccepteerde regel wilt onderuithalen dat alle kraaien zwart zijn (…) is het voldoende dat je bewijst dat er tenminste één witte kraai bestaat. Nu we die witte kraai hebben gevonden, moeten we hem niet afschieten, zegt van Lommel. Daar kan ik me helemaal in vinden.”,,Natuurlijk kun je zeggen: die mensen hebben gewoon hallucinaties gehad. Maar het kenmerk van hallucinaties is juist dat ze volstrekt individueel zijn. Hier zitten steeds dezelfde elementen in. En de mensen die een BDE hadden, zijn hun angst voor de dood kwijt, wat ook geen logisch gevolg is van een hallucinatie.”Ondanks de intieme gesprekken die ze voerde, hield Ditta haar journalistieke distantie. ,,Ik wilde ook per se mensen die niet zweverig waren. Doodgewone mensen, het zou je buurvrouw of leraar kunnen zijn. 

Juist omdat het zo’n onderwerp is dat gauw in de zweefhoek zit.” Hoeveel vooroordelen er over BDE’s zijn, merkte ze aan een collega die enthousiast was omdat ze een boek schreef. ,,Maar toen hij hoorde dat het over BDE ging zei hij: ik koop het wel maar ik geloof er niks van. Het is echt zo’n onderwerp waarbij mensen meteen stelling willen nemen: waar of niet waar.” ,,Ik hou niet van de waarheid. Ik twijfel niet aan de bijna-doodervaring. Die bestaat gewoon. Hoe we die precies moeten interpreteren? Dat weet ik niet. Er zijn nog steeds meer vragen dan antwoorden. Zodra je denkt dat je de wijsheid in pacht hebt, gooi je de deur dicht voor voortschrijdende inzichten.”Ditta maakte de dood in haar omgeving meerdere malen van nabij mee, in haar naaste familie. In het voorwoord van haar boek beschrijft ze ontroerend hoe haar vader op zijn sterfbed naar de hemel reikt en daar overleden familieleden ziet. Ook haar zus zei in haar laatste levensminuten dat ‘ze het nu zeker wist’. ,,Zulke ervaringen zetten je aan het denken. Ik had de deur naar een voortbestaan na de dood wel op een kier staan. Door deze verhalen is die deur iets verder opengegaan. Ik vind het in elk geval een hoopvolle gedachte.” 
F. K.


counter free
Google Analytics Alternative