DE KATHOLIEKE KERK IN DE 21e EEUW.
Als kind ben ik katholiek opgevoed. Hoe ouder ik werd hoe meer ik met twijfels kwam te zitten over het katholieke geloof. In de boeken van Jozef Rulof kom je vaak tegen dat de mens zo omstreeks zijn 37e levensjaar echte beslissingen gaat nemen voor de rest van zijn leven. Dat komt wel zo ongeveer overeen -- naderhand gezien -- dat ik ook toen beslissingen heb genomen, en gekozen heb om een richting in te slaan die ik -- als men mij dat vooraf gevraagd had -- ten stelligste zou hebben ontkent. Als ik nu naar de kerk en de Paus kijk, en naar gesprekken luister van Pastors en andere hoger geplaatsten in de kerk, valt mij wel op dat de scherpe kantjes er wat af zijn gegaan. Ik vind het ook zeer vreemd dat de kerk in al de afgelopen jaren met de mensen is meegegaan en niet andersom. Mijn stelling was vroeger altijd -- en deze is nog niet veranderd -- als God wetten heeft ingesteld, moet je die niet veranderen. Deze wetten zijn de afgelopen jaren aan de lopende band veranderd, om de mens maar naar de kerk te krijgen. Allerlei aanpassingen zijn er gedaan, zoals bijvoorbeeld: Vroeger moest je zondags naar de kerk en als het mogelijk was ook nog twee keer. Daar is de kerk vanaf gestapt om de mensen tegemoet te komen die het zondags niet uitkwam. Men moest geregeld biechten, maar tenminste eenmaal per jaar en dat was dan vaak voor de Pasen. Op Allerzielen zat ik geregeld in de kerk om zieltjes te winnen, die zgn. in het Vagevuur zaten, hoeft ook niet meer. De kerstboom die je voor een 60 jaar geleden niet in de kerk en bij katholieke huisgezinnen tegenkwam, omdat dat heidens was, staat nu overal bijna bij katholieke gezinnen. Waar de kerk zich nog steeds aan vasthoud is het celibaat. Een priester mag niet trouwen. Het waarom blijft me altijd een raadsel, want waarom zou een getrouwde priester zijn taak niet net zo goed kunnen uitvoeren dan een niet getrouwde? De Paus noemt zich de plaatsbekleder op aarde van Christus. Als dat gebaseerd is op de uitspraak die Christus volgens de bijbel gedaan heeft -- gij zijt Petrus en op deze steenrots zal Ik Mijn kerk bouwen -- dan moet ik constateren dat die steenrots aardig aan het afbrokkelen is. Uit vroegere geschriften blijkt ook, hoe het ambt van Paus verkwanseld en soms door handjeklap of geld aan iemand gegeven werd, dan is er niets meer overgebleven van dit ambt. Je kunt beter zeggen het is toendertijd vaak ten grabbel gegooid en door koehandel aan iemand gegeven.
Henk Roesink.