ALS ER GEEN BEZIELING IS FAALT OOK HET WOORD. 
In dit artikel wordt ingegaan op de waarde van de geestelijke wetenschap voor ons (dagelijks) leven. Het wil ons waarschuwen voor de gevolgen, wanneer wij die wetenschap verlagen tot een kretologie, een losse woordenstroom. De schrijver zegt daarover duidelijk en kort: ,,Dat kennis van dit kosmisch woordenboek (de geestelijke wetenschap) nog lang geen verhoogd bewustzijn of innerlijk bezit hoeft te betekenen''. En dat is natuurlijk volkomen waar, alhoewel vaak blijkt dat de praktijk van alledag voor ons heel moeilijk is. Aan het einde van het artikel reikt hij ons de sleutel aan met: Wetten zijn wetten. Wij hebben alleen naar hen te luisteren en hen te aanvaarden. Als zij tot ons gaan spreken, zijn wij op de goede weg. Geen studie stelt zulke hoge eisen aan de zuiverheid van het gevoelsleven van de mens als de studie van de geestelijke wetenschappen. Dit wordt voor iedereen duidelijk die zich serieus met deze materie bezighoudt. Naarmate we in deze studie vorderen, gaat ons innerlijk spreken, d.w.z. er wordt iets in ons wakker geroepen wat hoe langer hoe meer tot een soort zelfkennis wordt. En dit valt meestal niet mee. Het appél aan het geweten van de mens is een van de voornaamste verschijnselen van deze wetenschap, die, als zij in werking treedt, d.w.z. door een zuiver verlangen zich geleidelijk gaat ontsluieren, geen halfslachtigheid meer toelaat. 

Of we aanvaarden voor de volle honderd procent de consequenties van deze geestelijke leerschool - en ook voor ons   maatschappelijk bestaan en denken - óf haar poorten gaan weer onherroepelijk dicht en dan staan we voor onze eigen armoede en hovaardij, met alle consequenties van dien. Er zijn velen die menen in deze wetenschap al thuis te zijn. Ze kunnen zo heerlijk praten over al die mooie dingen, over de micro en macrokosmos, kosmische graden, karma, aura, hemelen en hellen, noem het maar op. Ze vergeten daarbij echter één ding: dat kennis van dit kosmisch woordenboek nog lang geen verhoogd bewustzijn of innerlijk bezit voor zoals een godgeleerde nog lang geen godgeleerde is, al heeft hij zijn theologische graad op een universiteit behaald. Als hij de innerlijke waarden mist die hem pas voor zijn ambt of roeping geschikt maken, dan blijft hij een dode vertolker van zijn godgeleerdheid, waardoor de hoge woorden dor en levenloos over zijn lippen komen.

Met de geestelijke wetenschappen is het niet anders. Woorden en zinnen zijn nog lang geen waarheden. Al gebruiken we ze vanaf het ontbijt tot het avondeten, het blijven woorden: Naakt, stoffelijk, onverteerbaar, waarmee we een ander eerder het huis uitjagen dan in de Goddelijke waarheden optrekken. Laat toch iedereen dit beseffen die zich met deze tere materie bezighoudt! Laten we eerst onszelf leren kennen, voordat we daarover praten. Het is een noodzakelijke voorwaarde om zich te bekwamen in deze wonderbaarlijke leer. Maar ... om onszelf te leren kennen moet er eenvoud in ons zijn en eerbied, een heilige wil en een verlangen de waarheid te leren kennen ter wille van de waarheid en een belofte. dit 'Pinksteren' van onze ziel heilig te willen houden en er geen misbruik van te maken. Want het misbruik van geestelijke kennis op het gebied van het bovenzinnelijke is het ergste wat ons kan overkomen. En daarvoor bestaan, zoals wij weten, vele verleidingen, voetangels en klemmen. Ons gewone, aardse leven is nuchter, stoffelijk en grijs van kleur. Wie zich uit deze ban van eentonigheid, uniformiteit en sleur wil losrukken, moet zijn beste krachten gebruiken, anders komt hij er nooit. 

De geestelijke wetenschappen helpen hem niet alleen deze kracht in zichzelf te ontdekken, te ontwikkelen en te gebruiken, maar ze laten hem ook een andere aardse wereld zien, die niét alleen grijs van kleur, nuchter en stoffelijk is. En deze nieuwe wereld gaan we dan, naarmate zich ons bewustzijn voor deze geestelijke waarheden openstelt, geleidelijk aanvaarden. Het is beslist een andere wereld dan die van winkels, bioscopen, universiteiten, kerken en kazernes. Deze nieuwe wereld vertoont geen leegte meer, maar ontvangt haar bezieling uit een betere bron dan het wereldse denken. Deze wereld zit óns niet meer achterna, maar wij stuwen haar vooruit! wij geven haar nu de polsslag, bepalen de bloedsomloop, de kleur die zij moet hebben naarmate ons bewustzijn spreekt, anders bezwijken wij aan ons eigen onvermogen deze geestelijke waarheden realiteit te geven! En dit is de kern van deze zaak: Waarheden zijn alleen waarheden als wij deze zélf kunnen vertegenwoordigen. Het ruimtelijke woord komt dor en levenloos uit onze mond als wij de ruimte niet zelf in ons kunnen voelen. Moeder Maan blijft waar zij is, blijft aan het firmament vastzitten als haar leven niet tot ons innerlijke leven kan spreken. Karma, sferen, kosmische graden ... wat wil dit alles in hemelsnaam zeggen als ons gevoelsleven als een klomp ijs daarop reageert? Het praten over geestelijke zaken heeft geen enkele waarde, zolang deze alleen de hersenen hebben bereikt en niet het gevoel. Het 'magische woord', dat meerijzend en meeslepend de zielen omhoog stuwt, baart alleen het gevóél, het zuivere gevoelsleven! De totaliteit van deze Goddelijke wetenschap is een ijzeren waarheid, die een ieder zal moeten ondervinden die zich daarin wil bekwamen. Compromissen bestaan eenvoudig niet. Wetten zijn wetten. Wij hebben alleen naar hen te luisteren en hen te aanvaarden. Als zij tot ons gaan spreken, zijn wij op de goede weg. 
H. R. 


counter free
Google Analytics Alternative