LEVEN MET GEESTELIJK PARADOXEN. 
God heeft ons lief, meer dan wij wel denken (daar gaan we toch vanuit nietwaar?). En ondanks Zijn immer voortdurende liefde voor ons kunnen wij bepaalde dingen in het leven niet aanvaarden, omdat wij het in tegenspraak vinden met ons pas verworven, nog uiterst fragiele fundamentje, welke onze basis is gaan vertegenwoordigen van waaruit wij willen gaan leven, namelijk het ,,besef'' dat God alléén liefde is, alleen liefde kan zijn. Eindelijk zijn wij dan zover gekomen dat wij willen en kunnen aanvaarden, dat wij durven zeggen dat wij dit innerlijk voelen, dat wij weten, dat God niet verdoemt, niet straft, niet oordeelt, dat God de bron van Liefde is waardoor wij kunnen leven en liefhebben. Totdat je op een dag, maar opeens, iets verschrikkelijks voor je kiezen krijgt. Er kan bijvoorbeeld een ernstige ziekte bij je geconstateerd zijn of er komt een kind van je te overlijden, of er wordt je een groot onrecht aangedaan. Allemaal situaties waartegen je volledig machteloos staat, wat je verlamt en wat een diepe pijn teweeg brengt. Deze en vele andere gebeurtenissen in ons leven laten zich voelen als een paradox, als een schijnbare tegenstrijdigheid, als een splinter die naar binnen schiet in je pas verworven geestelijk gevoel, dat daarvoor nog vreugdevol meldde dat God alléén liefde is. Maar nu weet je dat opeens niet meer zeker. De splinter is diep in het vlees doorgedrongen, een verscheurende twijfel zaait zich snel uit. Hoe kan dit nu toch? Ik heb God toch onvoorwaardelijk geprobeerd lief te hebben? Was dit dan niet genoeg? Eist Hij meer van mij...? Als ik dit wist, waarom moet dat dan op deze verschrikkelijke manier...? Er zijn toch andere wegen. .. ? Was de gebeurtenis die je onderging al niet zwaar genoeg, daar komt tevens nog bij dat je schrikt van jezelf, omdat je innerlijke overtuiging dat God alléén liefde is in de praktijk niet bestand bleek te zijn tegen een onverwachte storm. 

Het gevolg hiervan is dat je eigenwaarde fors kan dalen, je bent teleurgesteld in jezelf omdat je teleurgesteld bent in God. Kan het nog erger.. . ? Onlangs zag ik een zeer schokkende reportage in het TV programma ,,Netwerk'', waarin in Engelse ziekenhuizen verborgen camera's waren geplaatst om en nu komt het, moeders te filmen die hun pasgeboren kind daadwerkelijk martelden. De ziekenhuizen hadden voldoende redenen om aan te nemen dat er dingen op de kraamafdeling niet klopten, gezien de onverklaarbare kneuzingen en verwondingen bij de pasgeborenen. En dus besloot men om verdekte camera's te plaatsen, met schokkende resultaten. Deze moeders, zo bleek na grondig onderzoek, hadden een ,,hersenziekte''(?). Deze hersenziekte zorgde ervoor dat de moeders het gevoel kregen dat zij in ernstige mate persoonlijke aandacht  te kort kwamen. Zij probeerden deze aandacht naar zich toe te trekken door hun eigen kind te laten stikken of een armpje van hun kindje te breken. Dit alles was duidelijk op de filmbeelden waar te nemen. Op het moment dat de moeders hun onvoorstelbare praktijken ten uitvoer brachten, kwam er snel een verpleegster de zaal binnen en stopte de moeder met haar handelingen. Er was immers weer iemand die haar aandacht gaf. Nu rijst onmiddellijk de vraag hoe God een dergelijk verschrikkelijk iets bij een weerloze baby kan toestaan... Zelfs indien je kennis hebt van de geestelijke wetten zoals die door Jozef Rulof en de Meesters diepgaand worden verklaard, dan blijkt dit niet altijd een garantie te zijn om de zware lessen van het leven volledig te begrijpen, laat staan te aanvaarden en positief te verwerken. 

Als de wet van oorzaak en gevolg, als het karma zich in ons leven aandient, staan wij opeens naakt voor de Goddelijke wetten, naakt voor Golgotha, naakt voor God, naakt voor onszelf... Dan moeten wij laten zien wie wij werkelijk zijn en wat wij kunnen. Maar vooral eerst stort onze wereld krakend ineen. Enkel onbegrip herrijst als een zwarte, gekortwiekte feniks uit de smeulende as. Geweeklaag weerklinkt tot in de sferen van licht, zelfs tot aan God toe. Doch het enige antwoord wat terugkeert, is een diepe stilte. .. De wetten hebben gesproken, de wetten hebben ons reeds geantwoord... Want ergens in het verleden hebben wij ze zelf opgeroepen door onze manier van leven, door onze daden. De wetten hebben ons verhoord en antwoorden nu. We herkennen ze echter niet meer, we waren ze totaal vergeten. Nu dienen ze zich opeens, onaangekondigd, ongevraagd bij ons aan op een vaak uiterst confronterende manier. Hoe kan een God van liefde zoiets toestaan...? Nu breekt het tijdstip aan hoe wij werkelijk over God (willen) denken. Kunnen wij God als een God van liefde blijven accepteren of kunnen wij dat niet meer, of niet meer helemaal... Blijft de splinter ons pijn doen en ons herinneren aan het vermeende onrecht wat ons is aangedaan...? In feite resten ons tenslotte twee keuzes: Of wij aanvaarden God als liefde en rechtvaardigheid of niet! Een God die willekeurig, zonder geldige redenen, dat wil zeggen zonder een absolute rechtvaardigheid te hanteren, mensen toch in zeer moeilijke situaties plaatst, is zeer moeilijk voor te stellen. Het eind is dan immers zoek. 

We krijgen dan te maken met een grillige God. De mensheid zou geheel en al overgeleverd zijn aan Zijn grillen, aan talloze willekeurige acties van Zijn hand die voor de één toevallig goed uitvallen, maar voor de ander desastreus zijn. Wij zouden een dergelijke God al helemaal niet meer kunnen begrijpen. Hoe zou de schepping er dan uitzien...? . Maar als wij echter een God van liefde en rechtvaardigheid, een God die ons vanuit Zijn rechtvaardige wetten toespreekt, niet willen of kunnen aanvaarden, om welke reden dan ook, wat is dan het alternatief? De grillige God, of het idee, het voormalige ,,diepe'' gevoel dat wij hadden over een God van liefde maar liever helemaal vergeten. Al was het maar om uit die innerlijke, onverdraaglijke verscheurdheid te kunnen ontsnappen om min of meer verbitterd, met een misleidende opluchting, terug te keren naar het ,,overzichtelijke'' en ,,veilige'' materialistische leven met een verschrikkelijke, grote ,,illusie'' rijker. Het verhardings en vervreemdingsproces in onszelf is reeds aangevangen... En dan maar zien waar het schip strandt. .. Waarom wordt er dan net die ene stap extra niet gemaakt? Door de boeken wordt het ons duidelijk dat God dóór ons leven, door ons ,,zijn'' vertegenwoordigd wordt. Daarom konden de meesters zeggen: ,,U bent Goden''. Zoals Nico Valkenburgh reeds vermeldde in zijn artikel ,,Ons zoeken naar God'', waarin hij verduidelijkte dat ons begrip, ons gevoel ten aanzien van God continu verandert omdat wij zelf veranderen. 

Omdat wij in Zijn leven ontwaken in een altijd omhooggaande spiraal van nieuwe werelden waarin wij Hem steeds beter leren kennen. Indien dit zo is, waarom dan telkens weer die opstand naar God toe? Het altijd maar weer plaatsen van kritische vraagtekens bij Zijn besluiten, bij de realiteit van alledag? Juist ook door ons, wij die onszelf gelukkig kunnen prijzen om de boeken van Jozef Rulof te mogen lezen. Want indien de meesters hadden besloten de geestelijke wetenschap voorlopig niet naar de Aarde te brengen, wat dan? Waar zouden wij dan staan? Een God die in opstand komt tegen God? Als wij als goden God vertegenwoordigen in Zijn schepping, als wij een deel van Hem zijn en Hij een deel van ons, waarom is er dan toch ,,het niet willen aanvaarden'' van gebeurtenissen in ons leven die uiterst moeilijk zijn? Wat is dat toch precies, die splinter. . .Is het misschien uiteindelijk, verborgen achter alle geopperde argumenten, achter alle verdriet, achter alle woede, de diepe, ons achtervolgende pijn, die ons eraan herinnert dat wij niet meer in Hem verblijven (tezamen verenigd als één met onze tweelingziel), zoals het, het geval was in het begin van de schepping...? 

En iedere keer als de situatie moeilijk wordt in ons leven, zullen wij de bescherming, de eenheid, de terugkeer naar huis, en bovenal de liefde als het ware eisen van God, die in vroegere tijden, toen wij nog een onlosmakelijk deel van Hem waren, ons natuurlijk en vanzelfsprekend recht waren waar wij in minder dan een flits toegang toe hadden... Als God liefde is, dan zal en kan Hij ook niet straffen en oordelen. Wel zal Hij in liefde corrigeren, wat iets anders is dan straffen. Dit corrigeren gebeurt uiteraard door de werking van de Goddelijke rechtvaardigheidswetten. Een vergelijking: De moeder heeft haar kind lief, haar liefde zal echter niet een voortdurende blinde liefde moeten zijn, dat wil zeggen een liefde die alles altijd maar toestaat wat het kind doet, zelfs als het kind bepaalde grenzen overschrijdt, waardoor het zichzelf en anderen schade toebrengt. Doet de moeder dit toch, dan komt dit zeer zeker niet ten goede aan de verdere ontwikkeling van het kind en voor anderen in zijn onmiddellijke nabijheid werkt dit op z'n minst storend. Wij hebben door ervaring geleerd dat het kind naast een grote liefde van zijn ouders, en indien mogelijk ook van zijn omgeving, ook grenzen nodig heeft, grenzen die niet als doel hebben om hem te straffen, maar juist om te waken over, zijn veiligheid. Bovendien om zijn karakter, zijn emoties en zijn denken te helpen vormen. Dat het kind dit in bepaalde situaties niet altijd even leuk vindt, juist als het er onder lijdt, omdat het tot een halt geroepen wordt, is begrijpelijk. Eén van de minst leuke kanten van de opvoeding. Deze combinatie van grote liefde en corrigerende leiding zullen hem op weg helpen om tot een evenwichtig mens te kunnen uitgroeien, een mens die liefde zal kennen, misschien daardoor ook zal bezitten, en tegenslagen zal kunnen incasseren... De kwestie van liefdevolle correctie of, indien u wilt, van oorzaak en gevolg, van karma, wordt echter moeilijker verteerbaar als wij ouders bijvoorbeeld (er zijn genoeg voorbeelden in de wereld) geplaatst zien in een oorlogssituatie (denk aan Kosovo), waar voor hun ogen hun eigen kinderen worden verkracht, gemarteld en tenslotte afgeslacht. Zullen de ouders dit kunnen zien als de liefdevolle correctie van God? De redenen waarom God dit toch toestaat zullen van diepe kosmische aard moeten zijn, willen zelfs wij als buitenstaanders, laat staan de ouders, hier vrede mee kunnen hebben. 

Deze beweegredenen van God kunnen alleen te maken hebben, kunnen alleen gefundeerd zijn, in Zijn liefde, hoe paradoxaal dit ook voor ons moge zijn. De Meesters zeggen ons herhaaldelijk via de boeken: ,,God heeft dit niet gewild, het is de mens die, door zijn daden, alle gebeurtenissen naar zich toetrekt.'' Door dit antwoord worden wij aan de ene kant geconfronteerd met de verheven vrijheid van keuzes en handelingen van ons mensen, doch aan de andere kant met de vérstrekkende gevolgen van die, in eerste instantie door God aan ons geschonken, uiterst kostbare en individuele vrijheid. Dit zijn blijkbaar de condities waarin een menselijke ziel zijn ,,Godzijn'' leert begrijpen en hanteren... Wij hebben dus de vrijheid om onszelf buiten Gods harmonische wetten te plaatsen. Als wij dit in onze aardse levens dan ook proberen of doen, ervaren wij door de wet van oorzaak en gevolg, wat hiervan de consequenties zijn. Dit betekent dan niet, dat God ons niet liefheeft, zoals wij dan, gebukt gaande onder moeilijke omstandigheden, meteen denken. Dit betekent ook niet dat God Zijn ogen en oren voor ons heeft gesloten. Néé, wij ondergaan alleen de gevolgen van onze vroegere, tegen Gods wetten indruisende, daden. Hij weet als geen ander in welke situatie wij verkeren en waarom... De Meesters zeggen ons keer op keer: God verdoemt niet! God straft niet! God heeft met onze verkeerde daden, met ons gezoek naar duisternis niets te maken! Wij doen dit zelf. Wij willen dit zelf. Ondanks onze dwaalwegen die wij allemaal wel eens hebben betreden of nog betreden, gunt God ons die vrijheid... Natuurlijk fluistert Hij ons toe om deze wegen niet te nemen, als een advies, een advies wat nooit dwingend is, nooit eisend, altijd liefdevol, omdat Hij wéét dat wij vroeg of laat weer naar Hem terugkeren, en omdat Hij respect heeft voor onze vrije wil, die Hij immers Zélf aan ons heeft gegeven. God is en blijft liefde, altijd! 

Er zijn in het universum echter bepaalde spelregels, wetten, niet in eerste instantie voor God zelf, maar juist voor óns! Als deze wetten er niet zouden zijn, hoe zou onze evolutie dan wel verlopen? Hebben wij daar weleens goed over nagedacht? Op Aarde leven nu ruim 6 miljard mensen. Zes miljard mensen met een énorme en wijdlopende geschiedenis, een óngelooflijke potentie tot creativiteit op alle mogelijke gebieden en de daaruit voortvloeiende, voor ons onoverzienbare en onbegrijpelijke, verstrekkende gevolgen. Om dit duizelingwekkende proces goed en rechtvaardig te kunnen laten verlopen, wil de mensheid niet in totale chaos verzinken, is een onvoorstelbaar LIEFDEVOL en alwetend bewustzijn nodig. Wij kunnen alleen dan de splinter (in zeer ernstige gevallen mag men wel van een balk spreken) in ons verwijderen als we bereid zijn om ons voor deze LIEFDE open te stellen opdat wij haar leren begrijpen en opdat wij door haar genezing, acceptatie en rust vinden. En deze liefde is geen paradox met verrassende of pijnlijke gevolgen. Te allen tijde is zij voor ons beschikbaar, als wij ons er tenminste voor openstellen, ook al is de situatie uitzichtloos, juist dan... Juist dan is zij ons enige redmiddel, willen wij niet mee ten onder gaan in de maalstroom van de gebeurtenissen. ,,Oh God..., als dit moment van beproeving zich in ons leven mocht aandienen; geef ons dan de kracht en de wijsheid om, op dat moment, ons ontstane verdriet, onze machteloosheid en pijn niet te laten ontaarden in verbittering, opstand en woede...'' Want een leven kiezen in de oppositie ten opzichte van God is bijzonder vermoeiend en zal uiteindelijk geen vruchten dragen. Ik geef toe, dit is vaak zeer moeilijk, soms bijna onmogelijk en toch... Velen voor ons waren tot grote dingen in staat, door bijvoorbeeld zonder vrees, bezield door een grote liefde, in de leeuwenkuil af te dalen of de brandstapel te betreden. 

Deze bijzondere liefde huist in ons allemaal, veelal verborgen, wachtend, totdat zij ons roept, vaak in moeilijke situaties, want dan zijn wij het meest ontvankelijk voor haar zachte stem...  De liefde van God brengt bovendien geschenken met zich mee. Eén van die geschenken is wijsheid. Liefde opent als geen ander de deuren voor de wijsheid om de talloze geestelijke problemen en paradoxen te leren begrijpen. Liefde is daartoe in staat, veel meer dan de kennis of de geleerdheid (wat iets anders is dan wijsheid), zelfs meer dan de ervaring van het leven. We zien hiervan duidelijke voorbeelden terug in de boeken van Jozef Rulof waarin de mens die geen geleerde kennis bezit, maar wel een grote mate aan liefde (men denke hierbij aan bijvoorbeeld Moeder Crisje), aan Gene Zijde de leraar, de mentor wordt van die mens die vaak juist veel geleerde kennis tot z'n beschikking heeft, maar de liefde mist. De liefdevolle, doch in kennis ,,gebrekkige'' mens, bezit aan Gene Zijde de ware kennis, de wijsheid, de rijkdom, het onvoorstelbare geluk van het geestelijk leven, welke men daar liefde noemt. De vaak pijnlijke uitwerkingen van situaties die zich aan de mens voordoen als schijnbare, geestelijke tegenstrijdigheden zijn dus als het ware kosmische instrumenten in de liefdevolle handen van God die ons verder doen evolueren naar nieuwe werelden die Hij voor ons geschapen heeft en ons reeds opwachten. De diepe geestelijke rijkdom, de onpeilbare diepten van een steeds groeiende, geestelijke liefde in die nieuwe werelden (en deze werelden zien wij reeds ontstaan in ons huidige aardse leven, voor een groot deel dankzij de boeken) moeten  wij ons mede door geestelijke paradoxen leren eigen maken, teneinde die werelden innerlijk te kunnen bereiken, te verwerken en te dragen. Zo bouwen wij onze geestelijke persoonlijkheid op, zo worden wij de machtige woorden van de meesters waardig, namelijk dat wij goden zijn! Zo worden wij als een kind dat iedere dag weer nieuwe werelden ontdekt en door vallen en opstaan ondervindt en leert. Het kind gaat deze weg echter in vreugde. Wij zouden ons moeten schamen, omdat het er vaak op lijkt dat wij ons Godzijn nog niet kunnen dragen en de vreugde ingeruild hebben voor scepsis, voor twijfel, wat een gebrek aan liefde is en dus een gebrek aan wijsheid en inzicht. Maar wij zijn dan ook een god in wording. We bezitten bij lange na nog niet het Albewustzijn en de Alliefde. Doch soms lijkt het alsof we in ernstige situaties alles zó moeten dragen alsof we al een God zijn. We missen op die momenten het vereiste bewustzijn en de kracht om het ,,kwaad'', het ,,afschuwelijke'', wat ons overkomt, zó te zien dat het in feite een weldaad voor ons kan zijn en een stimulans voor onze evolutie. Het is als met een bergbeklimmer. Hij kan zich immers alleen naar de top toe bewegen als hij de uitstekende rotspunten beetpakt en de plotselinge stormen en temperatuurwisselingen zo goed mogelijk weet te trotseren. 

Vanzelfsprekend loopt hij daarbij soms verwondingen op, maar dit weerhoudt hem er niet van om zijn klimtocht voort te zetten en zichzelf aan de uitstekende rotspunten verder op te trekken. Als de bergwand echter steil en glad zou zijn, dan zou hij aan de voet van de berg blijven staan en de reis zou bij aanvang al afgelopen zijn.  Ergens in één van de boeken zegt Meester Alcar dat God het merendeel van onze schulden vergeeft, slechts een klein deel wordt voor ons oorzaak en gevolg en ons karma. Aansluitend zegt hij, dat, indien God ons alle schulden zou laten goedmaken, wij onder de zwaarte van die last bedolven zouden worden, en nimmer meer in staat zouden zijn om onze evolutie op te pakken. Door dit antwoord neemt meester Alcar veel scherpe kanten van de soms onverbiddelijke overkomende wetten van God weg. De oude tekst ,,kruis naar kracht'' gaat nog steeds op. God geeft ons niet meer te dragen dan wij werkelijk aankunnen. Ook al lijkt het soms, dat wij onder de last van het ,,kruis'' bezwijken. God is dus veel milder, veel liefdevoller dan wij wel denken. Alleen overzien wij dit niet, pas in de sferen van licht worden onze beproefde levens door de Meesters in de juiste context geplaatst. Waarschijnlijk zullen wij pas dan werkelijk ons hoofd willen en kunnen buigen. Maar voorlopig zijn wij nog op aarde, en wij mogen reeds heel dankbaar zijn voor al het gene wat ons allemaal aan geestelijke wijsheid is geschonken. Daarbij hangt heel veel af van het perspectief dat wij nu reeds vermogen te zien of bevroeden en de daarmee gepaard gaande richting van de goddelijke toekomst van de mens die God voor ogen heeft. Liefde brengt dat perspectief, liefde is God... 
A.V. 
 


counter free
Google Analytics Alternative