VOOR ALLE ,,VOETSTUKKEN''. 
'God verdoemt niet', wordt er gezegd, met grote nadruk. 'God is Liefde, Harmonie'. 'God' heeft ons Alles gegeven, al de rest is slechts uit ons leven tot aanzien geroepen; alle ellende, al de haat, al het wondervolle menselijke. De boeken van Jozef Rulof spreken duidelijke taal. Ze spreken van Liefde, ze stralen Harmonie uit, je próeft de eenvoud. En je wordt op een enorme overweldigende manier op je beide voeten neergezet, dáár waar je dacht al een klein vleugeltje te ontwikkelen. Niets van dat alles, wérken zul je, dienen, je hoofd buigen voor de ander tot je je rug niet meer recht kan krijgen. En dan ga je naar Golgotha. Niet met een lied op de lippen, niet vol vreugde, maar omdat je niet anders kan. Er is geen keuze meer. Er zijn geen alternatieven meer. - Ja!, je kunt terugkeren, het Kruis wegwerpen, je ziel verpatsen, de Liefde de nek omdraaien en met een luide schreeuw, vol opluchting en wanhoop tegelijkertijd het wilde leven weer een hand geven.  Maar, je hebt van het Licht geproefd, je hebt de Waarde van het Leven gezien en je wilt dit koesteren in je hart. - Koesteren?! - Je hart zal er uit gerukt worden, het zal verpletterd worden, vergruizeld onder de pijn van 'verkeerd' beleefde wetten en eindeloze eenzaamheid.  En dan, op het moment, dat je Geesteskracht zich uitgeput heeft tot in het oneindige; je wilskracht, voor je al het andere gekruisigd hebt, het al opgeeft; en waar je naar geestelijke adem staat te snakken, snikkend, wanhopig, eenzaam. Dan als je omhoog kijkt, en bidt, zie je de Christus in het gelaat.

Ja, pas als je alles en alles gegeven hebt, komt bezieling, komt kracht. Pas als je duizenden wetten doorleefd hebt en nog eens duizenden eigen opgeroepen wetten opzij gezet hebt, als je al je stoffelijke en geestelijke kracht hebt ingezet en je staat voor 't opgeven, voor machteloosheid, dan spreekt je eigen Goddelijke kern. Praat mij niet van bezieling, lieve mensen, spreek mij niet van Meesters die je vertellen hoe te leven, hoe lief te hebben, spreek mij niet van verlichting. Niet voordat je, als de Christus, gekruisigd bent en tegelijkertijd met deze daad, de man of vrouw met de Hamer in de hand, aan je Hart drukt en liefhebt. Deze gedachten gingen door mij heen, toen ik las in Maskers en Mensen: 'De zielen komen naar deze wereld voor miljoenen zaken. En die wereld dringt zich aan mij op en wil, dat ik me laat gaan. Zie je, ik kom er straks op terug, dadelijk al; wat ik in het begin onderging, toen mijn hand wilde gaan schrijven, kwam voort uit die wereld. De krachten ervoor waren geen mensen; spiritualistische mogelijkheden ervoor aanvaard ik nu ook niet, dié weerstand bezat ik zélf, maar de wetten waren het die zich in mijzelf openbaarden. Dat wil zeggen, dat ik bezig was, als zo'n wet te worden. Maar voel je, hoe dicht al deze werelden bijeen liggen! En dat zich een spiritualist duizendmaal vergissen moet, voordat - nu komt het, waarvan wij nog niet weten - zo 'n geest zich manifesteert en nu van zo'n stoffelijke hand gebruik maakt om iets van zichzelf neer te schrijven. Wie dát bezit moet door duizenden werelden van zichzelf heen, voordat die bewustzijnsgraad als wereld en als mens, als astrale persoonlijkheid dus, besproken en beleefd kan worden, dat nu een eenheid is die bovennatuurlijk is en blijft. Daar heb ik heilig ontzag voor, omdat ik weet hoe ontzaglijk moeilijk het is, als je die duizenden wetten, door God voor ons ziele en geestelijke leven geschapen, overwint.'  Een eind verder las ik dit: 'De mens kan er met z'n pet naar gooien en zeggen: 'Dat zie ik straks wel, mij goed, maar ik leef nu hier en ik wil van het leven genieten, je doet maar wat je zelf wilt en goed acht, ik leef me uit, ik doe wat ik wil, niemand kan me dat verbieden.' Gelijk heb je, maar wij hebben het anders leren zien. Als dat, wat voor ons geen dood meer is, straks als een eeuwig leven voor je staat, een zeis in handen neemt om je te vloeren, de kop af te hakken, dan denk je er toch wel anders over en heb je geen praatjes meer. Hier kun je je achter je masker verstoppen, hier kun je maken en breken wat je wilt, daar is dat beslist voorbij, daar sta je voor die naaktheid, sta je voor nieuw geweld, waartoe je behoort en mee te maken hebt, omdat wij geleerd hebben, dat je ziel bent van Zijn Ziel, licht van Zijn Licht, leven van Zijn Leven, bloed, van Zijn Bloed, wat zeggen wil, dat je ondanks al je bezit tot Hem moet terugkeren en eens, waar doet er niet toe, aan dat hoofdbuigen moet beginnen. Snap je het? Of ben je nog niet zover, draag je nog eventjes dat masker?! Dan komen wij nog wel zover! Wacht rustig af, onze bron van leven zal je die wetten nog wel verklaren.
H. B.


counter free
Google Analytics Alternative