REÏNCARNATIE, DE BIJBEL, OF...?  
Bestaat de reïncarnatie wel of niet?  Een discussievraag met andersdenkenden. Met forceren bereiken we niets! Is het andere leven er nog niet aan toe, trekt u zich dan rustig terug. Waar het eigenlijk op neer komt is het volgende:  Zijn wij echt bereid tot dienen? Trekken we diegenen aan, die ons nodig hebben? Sturen we al onze liefdevolle gedachten de ruimte in, zodat anderen er ook iets aan hebben? Is ons huis alleen maar een huis, of is het een thuis, waar iedere bezoeker de warmte van hartelijkheid en begrip voelt?  Er zijn er nogal wat onder ons - lezers van de boeken - die een levenspartner hebben met andere inzichten. Strijd ontstaat: Reïncarnatie komt tegenover de bijbel te staan,  inzicht tegenover vaak welgemeend dogma. Ieder tracht op allerlei manieren zijn gelijk te bewijzen. Zonder resultaat natuurlijk en bijna altijd wordt de druk van de één door de ander als een gevangenis gevoeld. Laten we ons nu eens afvragen, of dat wel echt nodig is.

Het volgende fragment uit een boek van Katherine Hathaway geeft een heel fijne vergelijking: Een kleine kolibrie vloog op een dag mijn huis binnen en vluchtte onmiddellijk omhoog naar de nok van het schuine dak, hoog boven de ramen en de open deur, waardoor hij binnengekomen was. Hij vloog heen en weer, klaarblijkelijk dol van angst en onzekerheid. Ik opende alle ramen en deuren in de hoop hem te laten zien, dat hij vrij was om te gaan en te leven, zoals hij het verkoos. Hij vloog hoog boven mijn bereik en ik voelde me hulpeloos, want ik kon niet helpen. Het was jammer, dat hij niet kon zien, wat toch zo eenvoudig was. Uiteindelijk verliet ik hem in de hoop, dat hij het wel zou zien, als hij alleen was. Toen ik uren later terugkwam, was hij verdwenen. Uiteindelijk had hij de grote ontdekking gedaan, dat wat hij als een gevangenis had gezien, wagenwijd openstond. '  Het vergaat een mens vaak net als de kleine kolibrie. We voelen ons gevangen tussen wat we graag willen en wat het leven ons gegeven heeft en zijn onmachtig de open deuren en ramen te zien, waarachter de vrijheid ligt. 'Het antwoord', zegt Frederik in 'Maskers en Mensen', ligt in de  straatgoten, je staat er bovenop en je ziet het niet. En toch, ... als we nu eens heel stil zijn om te kunnen luisteren naar dat wat heel diep in ons leeft? Naar dat deeltje in onszelf, dat iedereen in zich heeft? Dat deeltje van God, dat ons voortstuwt? Dat deeltje, dat ons een les leert, zodat wij ook de volgende les kunnen begrijpen?

Dat deeltje, dat ons een partner geeft, waardoor wij leren ons hoofd te kunnen buigen en waardoor wij ons bewust worden van wat er nodig is voor een liefdevol huwelijk, zodat wij in een volgend leven klaar zijn voor een nóg mooier huwelijk? Wat horen we dan, als we onze verlangens, onze hele persoonlijkheid voor even opzij kunnen zetten? Luister naar Mij. Ik zal u de weg wijzen, want Ik weet wat u nodig hebt. Luister naar uw hart, open uzelf, zodat Mijn Leven het uwe kan zijn. Onze eenheid brengt u wijsheid, harmonie en vrijheid, maar vereist een volstrekte nederigheid. Ik zorg voor u en voor iedereen, maar uiteindelijk zult u hetzelfde doen, wanneer u één bent met Mij. Volgen we deze stem, dan zien we, dat alle ramen en deuren al lang openstonden. Maar dat zagen we niet, want we leefden eigenlijk alleen maar voor onszelf, hoewel met de mooiste bedoelingen en naar ons beste weten. En daarin waren de boeken ons heilig, want ze toonden ons machtige vergezichten en gaven ons prachtige gevoelens en toch - denk ik - waren ze soms waardeloos voor ons. Zijn de boeken dan niet heilig? Zij vertegenwoordigen toch de Universiteit van Christus? Nee, heilig vind ik ze absoluut niet. Voor mij is maar één ding heilig en dat is de Goddelijke kern in ons allen.

Ik denk, dat dit voorop moet staan in al ons denken en handelen. De boeken geven ons het inzicht hierin of verdiepen het en daar kunnen we ontzettend dankbaar voor zijn. Maar ze zijn waardeloos, als we ze vooropstellen in ons leven, als we onszelf erachter verschuilen en vergeten toe te passen, wat ze ons vertellen. Wij zijn het zelf, die leven en die op eigen benen moeten kunnen staan. Wij zijn het zelf, die het eigen 'ik' opzij moeten kunnen zetten, zodat de Goddelijke kern in ons het roer kan overnemen. Wij zijn het zelf, die actief moeten willen luisteren naar de stem van ons hart om er dan naar te handelen. Zonder dát hebben de boeken voor ons geen waarde. Natuurlijk, de boeken hebben een schitterende inhoud en wij zijn echt gezegend, wanneer we ze in ons kunnen opnemen. Maar nu staan we weer voor Christus: Als we zelf niet uitstralen, wat we uit de boeken hebben geleerd, dan zijn we verkeerd bezig. Christus zei: Het koninkrijk der hemelen is in u. Maar als we dat alleen maar in de boeken laten zitten, dan hebben we er niets aan! Voor wie het voelt, is het lezen ervan nu niet ééns vrijblijvend meer, want niets is er om zelf te behouden. Luister naar de stem van binnen: Geef weg, wat Ik u geef, want alleen daardoor krijgt het een plaats in uw hart. Laten we ons maar eens afvragen: Zijn we echt bereid tot dienen? Trekken we diegenen aan, die ons nodig hebben?

Sturen we al onze liefdevolle gedachten de ruimte in, zodat anderen er ook iets aan hebben? Is ons huis alleen maar een huis, of is het een thuis, waar iedere bezoeker de warmte van hartelijkheid en begrip voelt? Dat is, waardoor alle ramen en deuren wagenwijd openstaan. Met de kolibrie vliegen we de ruimte in van. ons eigen leven, bevrijd van ons beperkt gezichtsvermogen. We zien nu onze partner, we zien, dat die dezelfde Goddelijke kern heeft als wij en ook op zoek is naar geluk, liefde, ruimte en weten. We zien, dat alle anderen net zo bezig zijn. Je geeft van wat je zelf hebt gekregen en je ontvangt van wat anderen hebben gekregen, ieder naarmate hij tot ontvangen in staat is. We merken, dat hoe meer we geven, hoe ruimer ons hart wordt en altijd weer wordt bijgevuld. God zorgt voor al Zijn kinderen. 'Heb uw naaste lief als uzelf' kan nu in praktijk worden gebracht en dan kunt u zeggen: 'Ik zag God in actie en ik mocht Hem helpen. Het werd licht van binnen, want ik gaf iets van mezelf.' Nu leren we dat warme gevoel kennen, die drang, die liefde heet. Dat gevoel, dat weggeschonken wil worden, dat een brug slaat vanuit jezelf naar al het andere leven en dat je laat voelen, waarom we allemaal één zijn.

We hebben aanvaard, dat ieder mens van het leven altijd dát krijgt, wat hij nodig heeft. Ook al vinden we dat misschien verschrikkelijk, toch danken we Hem, want we hebben een les te leren. We weten: Deze situatie vereist bewust nederig en liefdevol te zijn, wat later een machtige basis zal zijn om eens onze tweelingziel te kunnen ontmoeten. Niemand kan en hoeft het lagere en onbewuste gevoel na te volgen en dat zal ook nooit van ons geëist worden, als we onszelf hebben geopend voor de Goddelijke kern in ons. Dan is er alleen maar harmonie, die door iedereen gevoeld en aanvaard wordt. Ik denk, dat diegenen onder ons, die een andersdenkende partner hebben, beter af zijn dan de anderen, die geen noodzaak hebben om hun eigen 'ik' opzij te zetten. Het is moeilijker - natuurlijk - maar het geeft je wel een bewuster leven. En dan nog iets. Zij kunnen later zeggen: 'Ik heb mijn partner gegeven - misschien niet in woorden, maar wel in gevoel en daden - wat ik van Hem heb ontvangen.' Nu kunnen we de titel van dit artikel aanvullen:

Reïncarnatie, de bijbel of wat ons eigen hart ons ingeeft? Ieder, die het zuivere gevoel van de boodschap van Jezus Christus met zich mee wil dragen en zich daarvoor in alle eenvoud - maar vooral nederig - openstelt, weet, welke keuze hij moet maken, hoe moeilijk die misschien ook is. Het is mogelijk, dat de wetten ons dwingen een eigen weg te gaan, onze eigen evolutie te volgen. Meester Zelanus zegt daarover ondermeer in één van zijn lezingen: Wanneer het ene leven zegt: 'Ik zal het later wel zien, ik heb er niets mee te maken', dan is dat de wereld van de ander en niet de uwe. En als men zegt: 'Ik hang mij op, als je naar de lezingen van de Meesters gaat, dan zegt u maar gerust: Met wat voor touw wil je dat doen? Dan zal ik het voor je kopen en op tafel leggen. In plaats van eten komt er nu een dik touw! Hatelijk? Nee, men sloeg Christus aan het kruis, maar God wil, dat men de reine levenswetten beleeft. Maar even verder zegt hij: En u moeder, vertel en verklaar uw man de wetten, want in uw handen legden wij de boeken van de Universiteit van Christus. U kunt hem de waarheid schenken. En wanneer hij weigert uw woord te aanvaarden, trekt u zich dan rustig terug en u dient de laatste levensjaren, dat u nog hier bent. Spreek niet één verkeerd woord, vergooi door dat ene woord uw ruimte, uw persoonlijkheid niet. Bezoedel uw gewaad niet, dicht dit gewaad. Maak van uw handen satijn en zijde, maak er protoplasma van met al de vonken, levenswetten en levensgraden van de Ruimte en laat uw ogen stralen. Laat uw gang werkende en dienende kracht zijn en laten uw lippen alleen de liefde van Christus vertolken, dan bent u waarlijk waard om dit leven te kunnen beleven. U bent het waarlijk waard om het moederschap te krijgen voor uzelf, voor uw man en kinderen, voor de Christus en de Albron. Nu is uw kus waarheid en gezegend.
M.W.  


counter free
Google Analytics Alternative