ERKENNING EN WAARDERING WAT IS HET BELANGRIJKSTE VAN DE TWEE? 
Enige tijd geleden troffen wij in 'De Gelderlander' het bericht aan dat hieronder is afgedrukt. Bijna tegelijkertijd ontvingen wij van iemand anders een bericht over hetzelfde onderwerp, dat in de Telegraaf had gestaan. Met grote letters stond op de voorpagina van dat blad geschreven: ER IS LEVEN NA DE DOOD! Onderzoek: bijna-dood ervaring geeft moed. ARNHEM. Na de dood blijft een hoger bewustzijn van mensen bestaan. Mensen met bijna-dood  ervaringen melden dat ze een intens gevoel van liefde hebben ervaren of overledenen hebben ontmoet. Na zo'n ervaring zijn ze minder bang voor de dood. Dat blijkt uit onderzoek van cardioloog  P. van Lommel van het Arnhemse ziekenhuis Rijnstate, Hij leidde het tot nu toe grootste onderzoek dat ooit is gehouden naar bijna-dood ervaringen. De resultaten worden binnenkort gepubliceerd in een artikel van de hartspecialist in het gerenommeerde Britse medische tijdschrift. The Lancet. De studie, uitgevoerd door Van Lommel en drie psychologen, heeft tien jaar in beslag genomen. In tien Nederlandse ziekenhuizen is onderzoek gedaan bij ruim driehonderd patiënten die een hartaanval overleefden, nadat ze eerst klinisch dood waren verklaard. Dit wil zeggen dat er geen hartslag, ademhaling of hersenactiviteit meer wordt gemeten. Na de reanimatie meldde 18 procent van de patiënten bijna-dood ervaringen, vaak met gemeenschappelijke kenmerken. Dat is een geweldige stap voorwaarts, waren mijn eerste gedachten.

Bijna tegelijkertijd vroeg ik mij af of dit bericht wel genoeg was om de mens voldoende vertrouwen te gaan geven in de zekerheid van het bestaan van een leven na de dood. In lijn hoe het tot nu toe was verlopen met getuigenissen van zovelen in de loop van de geschiedenis, had ik zo mijn twijfels of de boodschap van dr. Lommel nu wel erkend zal worden. Ik hoop van wel, maar de tijd heeft bewezen dat de mens ongelooflijk hardnekkig kan blijven om zaken te erkennen. Wat is er toch allemaal voor nodig om ons mensen van iets te kunnen overtuigen? Dit bracht mij ertoe eens iets te schrijven over het onderwerp 'Erkenning en waardering': Ik zal beginnen met iets over mijn eigen ervaringen over dit onderwerp te vertellen. Nog heel goed herken ik het gevoel dat ik had als ik aan het eind van het jaar door mijn werkgever werd bedacht met een salarisverhoging. De daarbij behorende lovende woorden klinken nog in mijn oren na, Ik voelde me zo trots als een aap. Eerlijk is eerlijk, zoiets gaf je een enorm prettig en tevreden gevoel. Ja, wie vindt het niet prettig om van tijd tot tijd beloond te worden en daardoor weer wat ruimer in de stoffelijke 'jas' te zitten. Voordat ik dan thuiskwam, was dit extraatje in gedachten reeds op vele manieren uitgegeven. Bij thuiskomst kwam dan de echte realiteit, want er bleken nog veel meer bestemmingen voor te bestaan. Ik denk dat velen van u dit allemaal wel zullen herkennen. De conclusie is dus snel te trekken: Zo'n waardering is maar een heel kortstondig leven beschoren. Het tevreden gevoel is dan ook weer even snel verdwenen als het is opgekomen. Ik heb zelfs wel eens het gevoel gehad, dat er door die geldelijke beloning mij iets ontnomen was. Mijn inzet was in feite door een waardering 'afgekocht' en naar mijn gevoel verdwenen. Geestelijk gezien ligt dit gebeuren voor de hand. Ik kwam er dan al gauw achter dat waardering iets puur stoffelijks is, dat dan ook uiteindelijk zijn einde weer in de materie vindt. Het verdween dus in hetgeen waaruit het was voortgekomen. In die tijd ervaarde ik ook nog een andere vorm van waardering. Een vorm van waardering die niet met geld te maken heeft.

Ik bedoel hiermee de erkenning van anderen voor hetgeen je doet. Dit heb ik altijd anders ervaren dan een geldelijke waardering; vooral in het begin voelde dit voor mij veel prettiger aan. Het leek alsof het een veel langer leven beschoren was. Naast een gevoel van tevredenheid, gaf het mij ook het gevoel erbij te horen en voor 'vol' te worden aangezien. Nogmaals ik was blij met die erkenning, maar toch had het een ander onderliggend gevoel wat ik niet helemaal tot rust kon krijgen. Ik vroeg me af waarom ik die erkenning eigenlijk nodig had. Was ik niet zeker van mijzelf? Hoe stond het met mijn zelfvertrouwen? Ik moest denken aan een voorval, waarvan ik eens getuige was geweest. Ik kende iemand die voor zijn plezier schilderde. Op een keer had hij weer een nieuw schilderstuk klaar, waarover hij heel tevreden was. Hij vond dat hij iets heel moois had gemaakt. Hij stak zijn tevredenheid dan ook niet onder stoelen of banken en liet het met trots aan andere mensen zien. Elke keer stond hij vol spanning te wachten, wat hun mening was. Wanneer hij werd bevestigd dan groeide zijn trots tot ongekende hoogte, maar op een keer kwam de klap voor hem. Een goede vriend die het nodig vond als vriend strikt eerlijk te zijn, sprak een vernietigend oordeel over het schilderstuk uit. Weg was zijn blijheid en trots. Een groot verdriet nam de plaats van zijn tevredenheid in. De mening van een ander maakt subiet een einde aan zijn schepping, hij wilde het stuk daarna zelfs niet eens meer zien.

Dit gebeuren was voor mij een openbaring. Ik vroeg mij af hoe dit nu in vredesnaam kon gebeuren. Hoe broos was het zelfvertrouwen van deze kunstschilder. Dit voorval bracht mij weer terug bij mijn eigen ervaringen met het krijgen van een erkenning van een ander voor wat je doet. Hoe zit het nu eigenlijk met die erkenning? Is onze inzet bedoeld om er erkenning van anderen voor te ontvangen?  Wanneer dit zo is dan ontbreekt het ons aan zelfvertrouwen. In dit verband moest ik weer denken aan de indrukwekkende toespraak over het zelfvertrouwen van één van de Meesters in het boek 'Een Blik in het Hiernamaals'. Ik kon door het prachtige voorbeeld dat ik bij de kunstschilder had gekregen, niet anders vaststellen, dat het verlangen naar erkenning, het nodig hebben van erkenning uiteindelijk zwakte van persoonlijkheid betekent.  Je maakt je eigen levensdoel, wat dat ook mag zijn, afhankelijk van de mening van een ander. Geestelijk gezien klopt dat dus niet, omdat we allemaal nu eenmaal de opdracht hebben om op eigen benen te komen staan. Als je dit bewust wordt, hoef je echter de erkenning van de ander niet van je af te schudden. Maar je moet er goed op letten, dat zo'n erkenning niet iets met je persoonlijkheid gaat doen. Voor je het weet vreet het een gat in je persoonlijkheid. Jozef Rulof noemde dat weleens een geestelijke mot en het vergroot je ego! Uit dit alles heb ik geleerd mijn eigen doelen goed vast te houden en voor de uitvoering ervan je eigen verantwoordelijkheid te nemen. Dit moeten vele andere mensen ook gedaan hebben. Mensen die zich hele grote doelen gesteld hebben. De menselijke geschiedenis is vol met persoonlijkheden die hun taak deden, zonder daarvoor maar enige erkenning te krijgen.  

De geschiedenis kent zelfs gevallen waarin de mens die de wereld iets moois of fundamenteels te schenken had werd opgesloten of zelfs gebrandstapeld! Maar dat kan allemaal niet meer in onze tijd. Gelukkig maar! Vele mensen krijgen echter pas erkenning na hun aardse dood. Kunstschilders, musici, wetenschappers, filosofen, dichters, wegbereiders en vele anderen. Kwam die erkenning voor hen te laat? Ik denk van niet, want velen van hen waren helemaal niet op erkenning uit, maar waren alleen gericht op hetgeen zij vanuit zichzelf, diep binnen in zich voelden. Mensen zoals Rembrandt, Van Beethoven, Galilei, Socrates, Vondel, Ghandi, Schweitzer, Boedha... en Christus.. zijn daar goede voorbeelden van. Deze mensen waren zo bezield van hetgeen zij de wereld  te brengen, dat zij geen enkele belangstelling voor erkenning hadden. Al denkend kwam bij mij een extreem voorbeeld naar voren dat dit geheel goed illustreert.  Ik dacht: Stel je voor dat je als aards mens eens met Christus zou kunnen praten en Hem zou kunnen zeggen: 'Dat heeft U goed gedaan, daar 2.000 jaar geleden. Ik bewonder U!' Ik hoef hier natuurlijk niets aan toe te voegen, want het zal iedereen duidelijk zijn dat dit ten ene male belachelijk zou zijn. De mens die vanuit zijn eigen bewustzijn iets tot stand wil brengen, doet dit op eigen kracht en heeft daarvoor geen  erkenning en waardering van een ander mens nodig. Men weet immers heel goed waarmee men bezig is. De erkenning van de ander geeft dus geen meerwaarde aan hun persoonlijkheid en doel. Waar deze mensen wel blij mee zijn, is als hetgeen zij te brengen hebben, inhoudelijk wordt erkend, wordt begrepen en wordt overgenomen. Zo is het ook voor Jozef Rulof, die het tijdens zijn aardse leven ook zonder erkenning heeft moeten doen. Omdat hij echter zeker en vast achter zijn opdracht stond, heeft hij die meer dan geheel kunnen vervullen.

Hij schonk ons 25 boeken vol geestelijke wijsheid en waarheden, gaf ruim 650 lezingen en ontving wel 1OOO geestelijke schilderstukken. Dat allemaal in betrekkelijk korte tijd. Ook hij vraagt niet om erkenning, maar is blij wanneer hij door zijn boeken weer een medemens tot de geestelijke ontwaking kan brengen. Zijn belangrijkste opdracht was bij ons mensen de angst voor  de dood weg te nemen en ons een toekomst te geven door .ons een hiernamaals aan te reiken. Gelukkig heeft hij met zijn boodschap reeds vele mensen  bereikt en kunnen overtuigen van. een verdergaan na dit aardse leven. Ik spreek de wens uit dat er nog velen zullen volgen, want het erkennen van het bestaan van het leven na de dood is van essentieel belang voor de verdere geestelijke ontwikkeling van de mensheid. Dat deze erkenning lang duurt, weten we maar al te goed, want reeds duizenden jaren is de mens aan Gene Zijde bezig om ons op allerlei manieren dit 'weten' aan te reiken. Vanuit China, via het Oude Egypte, naar Israël en later naar het hele Westen. Tot nu toe is het bewustzijn van de mens voor Gene Zijde nog ontoereikend om tot grootse openbaring te komen. Maar er zit verandering in de lucht. Het zijn nog steeds enkelingen die voor de erkenning van het bestaan van de geestelijke wereld opkomen. Al jaren lang is er in ons land een man bezig om erkenning te krijgen voor het bestaan van een leven na de dood. De cardioloog dr. P. van Lommel uit Arnhem is door de dagelijkse ervaringen in zijn praktijk gegrepen geworden door het fenomeen van de bijna-dood-ervaringen. Hij heeft inmiddels zoveel ervaringen van mensen vastgelegd, dat er volgens hem geen twijfel meer kan bestaan aan het bestaan van een leven na filosofen,de dood. Vele collega's van dr. Lommel beschouwen zijn conclusies als onzin en verklaren de verschijnselen als gevolg van het gebruik van medicijnen en als hallucinaties. Dat is jammer, maar uit een televisie interview met dr. van Lommel is gebleken dat hij met zijn onderzoek onversaagd verder gaat. Hij laat mensen met deze indringende ervaringen gelukkig niet in de kou staan.
N. V.


counter free
Google Analytics Alternative