Wie is Christus – God?  
Het beeld van de Christusfiguur dat ons door onze opvoeding is meegeven, is dat van de enige zoon van God.  Hij kreeg van zijn Goddelijke vader de opdracht om onze zonden goed te maken, door hier op aarde het lijden op zich te nemen en zich te laten vermoorden. Deze daad gold dan als zoenoffer waardoor al onze zonden zouden vergeven zijn, ook de nog komende. Dit was voor mij onbegrijpelijk en sprak mij niet aan. Wat me wel raakte, vond ik terug in de evangeliën ondanks dat die geselecteerd en tijdsgebonden vertaald zijn.  Daarin vond ik de uitspraken van Jezus waardoor ik een wet van liefde en van ons één zijn leerde kennen. De woorden zoals "bemin een ander zoals uzelf" en uitspraken die ons de bevestiging geven van het één zijn met Hem, en met alle andere mensen in God. Dit door de woorden "Wat ge aan een ander hebt gedaan dat hebt gij aan Mij gedaan”," Ik en de Vader zijn één" en in het volgende: "Opdat zij allen één mogen zijn, net als gij Vader in eendracht zijd met mij en ik in eendracht met U ben."  

Als gevolg van mijn zoeken in de esoterische boeken, hebben de woorden uit het Johannes evangelie, voor mij toch een diepere betekenis gekregen. Hierdoor is ook mijn Christusbeeld, gevormd in mijn opvoeding, totaal veranderd. Alles is mij nu veel duidelijker geworden.  
In het begin was het Woord, en het Woord was bij God en het Woord was een God. Deze was in het begin bij God. Alle dingen zijn door bemiddeling van hem ontstaan, en afgescheiden van hem is er zelfs niet één ding ontstaan. Wat is ontstaan door bemiddeling van Hem was leven, en het leven was het licht der mensen. En het licht schijnt in de duisternis, maar de duisternis heeft het niet overweldigd.  
Of een andere kerkelijke vertaling:  

In het begin was het woord, en het woord was bij God, en het woord was God. Het was bij God in het begin Alles is door Hem ontstaan en zonder Hem is niets ontstaan  In al wat bestond, was Hij het leven, en het leven was het licht der mensen. Het licht schijnt in de duisternis, maar de duisternis nam het niet aan.  
Als we nu kijken naar het begrip en wijsheid, die ons zijn gegeven door degenen die nu in hogere geestelijke lichtsferen leven, een wijsheid die onder andere ook te vinden en neergeschreven is in de boeken van Jozef Rulof, kunnen we die uitspraak als volgt verstaan: In de kracht, in de duisternis, in het niets dat er in het begin vóór ons ontstaan was, maar dat zelf geen begin heeft gekend, ontstond de wil, de gedachte om als 'leven', zich in 'licht' te manifesteren.  Daardoor ontstond er een dualiteit: licht en duisternis, vader en moederschap, beiden met dezelfde Goddelijke eigenschappen.

Bij het volgroeien van dat 'licht' volgde een explosie, een splitsing, met name de 'Big Bang'. Het 'licht' is als gevolg hiervan omgezet in vloeibare half stoffelijke materie die in alle richtingen is uitgedijd, waardoor deze afkoelde.  Dit is het ontstaan van de kosmos met al het leven erin. Dat 'leven', dat bestond uit vele biljoenen astrale 'lichtvonken', zij zijn zich door hun polariteiteigenschappen die ze bezaten, met elkaar gaan delen.  Hierdoor is er een begin gemaakt van het stoffelijk leven, het begin van onze menselijke evolutie. Niet alle vonken zijn tegelijkertijd gestart met hun evolutie omdat het zelfstandig worden van die levensvonken ook niet in één keer gebeurd is, waardoor elke cel of vonk een eigen tijdsgebonden opbouw kende. 

Die allereerste vonk, diegene die zich steeds in alle toestanden als eerste heeft kunnen manifesteren en evolueren, was de levensvonk die wij nu kennen als de Christus. Hij was het die als eerste van één cel naar een dierlijke vorm is geëvolueerd en heeft uiteindelijk, door een verdere opbouw in veel levens, menselijke vormen en bewuste eigenschappen aangenomen.  Hij is het, die vanuit die toestand als eerste weer verder is kunnen overgaan naar andere geestelijke bestaanslevens, om na een evolutieproces in al die geestelijke levens over te gaan naar andere planeten in de kosmos, om die al evoluerend weer te bewonen.  Uiteindelijk heeft Hij zich, door zijn opgebouwd Goddelijk bewustzijn, het 'AL' eigen gemaakt. Van daaruit heeft Hij, bewust van ons allen één zijn, de taak opgevat om zijn kennis, zijn weg, het levensdoel op aarde te brengen.

Dit door weer op aarde te reïncarneren en zo voor ons allen, door zijn boodschap, de mogelijkheid te scheppen om sneller geestelijk te kunnen evolueren.  Door zijn gebrachte kennis is er, voor degenen die Hem aanvaardden, een inzicht ontstaan waardoor ze opgetild werden vanuit een dierlijke onbewuste gevoelsgraad naar een geestelijke graad. Daardoor bereikten zij het einddoel hier op aarde, namelijk: het verkrijgen van het Christusbewustzijn.  Doordat Hij in alles de eerste was en als eerste bewust was, heeft Hij keer op keer elke bestaanswereld opgebouwd. Daardoor is Hij voor ons "de weg, de waarheid en het leven”. Als men dit kan aanvaarden, dan kan men ook begrijpen dat Hij het grootste voorbeeld is van de reïncarnatiewet.  Hij heeft, net zoals wij, het aardse leven weer aangenomen door de stoffelijke wetten te beleven. Ook Hij heeft een lichaam moeten opbouwen in een moederschoot vanuit een bevruchte cel.
J. de B.

counter free
Google Analytics Alternative