STERVEN EN CREMATIE.  
Dit stukje is gebaseerd op het verhaal van 'tante' uit het eerste deel van 'Een Blik in het Hiernamaals'.        We volgen een vrouw die afstemming heeft op een hoge sfeer van licht. Aan het eind van haar leven kon ze voldaan terugkijken. Ze heeft haar levenskrachten goed besteed. Haar leven is voor velen een zegen geweest. Toen ze voelde dat ze ging sterven, legde ze zich in rust neer. Heel natuurlijk laat ze het aardse lichaam los en gaat ze over naar het leven van de geest. Haar gevoel is niet langer gericht op het in stand houden van het aardse lichaam. De gevoelskrachten worden uit het aardse lichaam teruggetrokken en bouwen het geestelijke lichaam op. Door dit terugtrekken vermindert de werking van het levenskoord dat de verbinding vormt tussen beide lichamen. Haar sterven op Aarde is het geboren worden in de geest. Net zoals bij de aardse geboorte de navelstreng haar functie verliest en verbroken wordt, wordt bij de geestelijke geboorte het levenskoord verbroken. Hoelang het duurt voordat het levenskoord breekt, wordt bepaald door de snelheid waarmee het gevoel teruggetrokken kan worden uit het aardse leven. Dit heeft grote gevolgen bij crematie. Haar levenskoord kon heel snel breken, omdat ze tijdens haar aardse leven al volledig geestelijk voelde en dacht. Haar gevoel  was op het einde van haar leven reeds teruggetrokken uit het aardse bestaan. Het eerste wat ze geestelijk ziet is haar overleden man, die haar komt halen. Hij brengt zijn vrouw naar de geestelijke sfeer, waar ze nu beiden thuishoren. Hun sfeer en hun kleding is volkomen in overeenstemming met hun innerlijk gevoelsleven. De geestelijke omgeving weerspiegelt het licht en de liefde die ze van binnen voelen. In het hiernamaals kunnen deze geliefden zich verbinden met al het leven dat tot hun eigen sfeer behoort. Ze zien hun overleden kind terug en kunnen samen in geluk verder leven. 

Nu de crematie: We volgen een man van wie het karakter lijkt op de musicus die in Een Blik in het Hiernamaals gecremeerd wordt. Ook die man is nog niet bezig met geestelijke liefde: Hij kijkt alleen naar het lichaam, naar de aardse stof, en hij bekommert zich nog niet om zijn innerlijk leven, om zijn gevoelsleven, om zijn innerlijk licht. Het gaat hem om het uiterlijke, voor hem bestaat er alleen wat hij met zijn stoffelijke ogen kan zien. Hij kijkt naar zijn medemens als naar één ding, een object van begeerte. Hij is alleen ingesteld op zijn eigen genot. Hij tracht zijn wil op te leggen aan andere mensen, om hen te gebruiken als  prikkeling voor zijn hartstocht.  Hij vraagt zich niet af hoe een ander mens zich voelt, maar hij zoekt alleen naar middelen om zijn eigen behoeften te bevredigen.  Hij gebruikte al zijn levenskrachten om zijn materieel bezit en zijn persoonlijke roem te vergroten, ten koste van anderen en zichzelf. Hij brak stap voor stap zijn gezondheid af, en zijn lichaam presenteert hem nu de rekening. Hij werd beheerst door zijn stoffelijk bezit. Hij dacht er liever niet aan dat hij later alles zou moeten achterlaten, en dat hij geen geestelijke bezit heeft opgebouwd. Zijn overleden moeder zou hem graag helpen, maar zij staat machteloos. Haar liefdevolle geestelijke kracht wordt door hem niet opgenomen. Hij staat niet open voor geestelijke liefde, hij wil alleen aards bezit.

Zijn schilderstalent gebruikte hij alleen om zijn eigen ijdelheid te strelen, maar het leidde tot afbraak van anderen en zichzelf. Zelfs op zijn sterfbed is hij nog onverdraagzaam. Afhankelijk te zijn van anderen. maakte hem opstandig, hij wil immers alles zelf controleren. Hij verliest nu die controle, maar zijn hele gevoelsleven staat ingesteld op zijn aardse lichaam. Dat lichaam is het middel om zich te kunnen uitleven, om geroemd te worden, om te bezitten. Wat is hij zonder zijn lichaam? Hij is nog niet begonnen aan zijn geestelijk leven. Hij heeft alleen voeding gegeven aan egoïstische gevoelens. Die gevoelens zijn te zien als de uitstraling van zijn geestelijke lichaam. Omdat zijn gevoel blijft uitgaan naar het aardse lichaam kan het levenskoord niet breken op het moment dat de dood intreedt. Zijn hele gevoelsleven is verstrengeld met het stoffelijke bestaan.

Hij heeft maanden nodig om zijn gevoel naar de geest over te brengen en pas daarna zal het levenskoord op natuurlijke wijze kunnen breken. Wanneer hij als geest ontwaakt, ziet hij de aardse werkelijkheid als in een mist. Alleen zijn eigen aardse lichaam ziet hij scherper, omdat hij geestelijk alleen op zichzelf is ingesteld. Hij voelt dat hij niet meer in zijn lichaam terug kan, want dat lichaam is afgestorven. Hij voelt echter ook dat hij zich niet van zijn lichaam kan verwijderen, omdat het levenskoord hem tegenhoudt. Zijn hele gevoelsleven is nog verstrengeld met de aardse materie. Hierdoor begint hij te beseffen wat hem te wachten staat. Hij zit vastgeklonken aan dat lijk, dat aanstonds in de oven geschoven zal worden. Hij probeert zijn nabestaanden te overtuigen om de crematie af te breken, maar zijn geschreeuw wordt niet meer gehoord. Tijdens zijn aardse leven koos hij voor crematie, niet wetende welk geestelijk lijden hem te wachten zou staan. Nu beseft hij dat hij voor zijn gevoel levend verbrand zal worden. Het levenskoord geeft ingrijpende veranderingen in het aardse lichaam door aan het geestelijke lichaam. Geen lichtgeest kan hem helpen, omdat hij zich door zijn eigen wil in deze toestand heeft gebracht. 
Way
ti. 


counter free
Google Analytics Alternative