DE GEESTELIJKE INTERPRETATIE
VAN HET BEGRIP
LIEFDE.
Enige tijd terug brak er
in een bioscoop brand uit. De grote zaal was gevuld met schoolkinderen en er
ontstond een vreselijke paniek. De onderwijzers, die tussen de kinderen
inzaten, trachtten die paniek zo veel mogelijk tegen te gaan en de kinderen te
kalmeren, opdat de zaal zonder ongelukken zou kunnen worden ontruimd. Dit bleek
echter niet mogelijk te zijn. Verscheidene ouders, die eveneens de voorstelling
bijwoonden, worstelden zich met de moed der wanhoop door de kindermassa heen,
teneinde hun eigen kinderen in veiligheid te kunnen brengen….
Er zijn op die noodlottige
dag 47 kinderen gedood of zwaar gewond. Niet door de vlammen, maar doordat zij
in het gedrang of werden doodgedrukt of werden vertrapt.
Toen wij van dit
verschrikkelijke voorval in de krant lazen, vroegen wij ons af, hoe wij zelf
zouden hebben gehandeld, indien ons eigen kind in die bioscoopzaal aanwezig zou
zijn geweest! Het is natuurlijk bijna onmogelijk om zich een dergelijke
situatie voor te stellen. De paniekstemming, die tenslotte niet alleen onder de
kinderen heerste, zou ons voelen en denken op zulk een ogenblik waarschijnlijk
volkomen in beslag nemen. Zeer waarschijnlijk zouden wij – evenals die ouders –
ook andere kinderen hebben verdrongen en vertrapt, teneinde ons eigen kind in
veiligheid te brengen.
Welk een liefde is dit
eigenlijk, die ten koste van andere levens zich meent te kunnen handhaven? Wat
voor liefde bezitten wij feitelijk, wanneer wij op de kinderen van anderen
staande, ons eigen kind willen beschermen?
Het antwoord hierop is
hard, maar niettemin juist en geestelijk verantwoord: Dit is helemaal geen liefde, maar slechts grof egoïsme en eigenliefde. Deze
liefde mag over het algemeen voor de oppervlakkige mens als moederliefde
doorgaan, maar zij is het niet. Hóógstens zou men deze liefde dus met die van
een dier mogen vergelijken!
Wat is liefde dan
eigenlijk en hoe manifesteert deze zich, zult ge wellicht thans willen vragen.
Het antwoord hierop is moeilijk en tevens eenvoudig. Moeilijk, omdat "liefde”
een begrip is, dat zo hemelhoog is verheven boven datgene, wat wij als regel
liefde noemen en eenvoudig, omdat Christus ons metterdaad heeft getoond hoe de
ware interpretatie van dit woord moet luiden…. Anders gezegd: Wij weten nog niet wat liefde is. Wij
zijn er wel mee in aanraking geweest – en in wezen zijn wij dit elk ogenblik,
omdat de goddelijke kern in ons deze liefde bezit – maar wij kunnen deze liefde
nog niet vertegenwoordigen. Zij kan zich nog niet in ons openbaren. Zij kan nog niet in ons tot bewustzijn worden
gebracht, omdat wij onvoldoend geestelijk fundament bezitten.
De liefde, die wij liefde
noemen, is hartstocht, egoïsme, eigenliefde en apenliefde. De liefde die wij
nog moeten verdienen, is de geestelijke zuster- en broederliefde. Dit is de
liefde, die de Christus aan ons openbaarde. Dit is de liefde, die kosmisch
bewust is en die lief heeft ALLES wat leeft. Voelt ge thans, welk een wereld
aan gevoel er tussen de aardse liefde en de ruimtelijke liefde in ligt?
Stoffelijk gezien, is het
eenvoudig te begrijpen, waarom wij meer houden van onze eigen kinderen, dan die
van vreemden. Onze eigen kinderen zijn immers ons eigen vlees en bloed. Wij houden toch ook zo heel erg van ons zelf, dus niets is natuurlijker dan
wanneer wij deze eigenliefde ook overbrengen op onze kinderen. Wij houden van
een "stamhouder”en zijn trots wanneer dit een goed geschapen en intelligent
wezen is! Hoe beschaamd en teleurgesteld echter voelen wij ons niet – al lopen
wij met deze gevoelens niet te koop – wanneer onze kinderen minder gelukkig
zijn geschapen, of wanneer zij dom zijn, of zelfs psychopathisch! Waarom zijn
wij alleen trots op het uiterlijk en de prestaties van onze eigen kinderen? Waarom zijn wij ook niet trots, wanneer het kind
van onze buren zijn dokterstitel heeft behaald? Onzin? Wij verzekeren u van
niet. Laten wij nu de zaak door een geestelijke bril bekijken. Overigens de bril, die wij allen eens
zullen moeten opzetten !! Alleen is deze bril niet bij de opticien te koop. Deze bril moet worden verdiend,
maar….. hij is de moeite waard en heeft beslist een heel wat langere levensduur
dan de onze !!
Welnu, geestelijk gezien
praten wij onzin, wanneer wij spreken van onze eigen kinderen. Reeds hier begint de "denk” fout. Wij hebben geen "eigen” kinderen. Elk
"kind” is een eigen en zelfstandige persoonlijkheid, die reeds miljarden eeuwen geleden werd geschapen – evenals wij zelf – en slechts in dit ene leven
aan ons wordt toevertrouwd. "Kinderen” bestaan dus niet. Wat in dit leven
ons kind is, was misschien in een vorig leven onze vader of moeder! Wij hebben
aldus de goddelijke taak gekregen om elkander "groot” te brengen. Wij voeden
elkander op. Aldus dient de enen persoonlijkheid de ander totdat wij onze
cyclus hebben volbracht. Voelt ge thans, dat, gezien in het licht van deze
geestelijke wetenschap, de ouders, die de lichamen van andere kinderen hebben
vertrapt, teneinde hun "eigen” kinderen te redden, geestelijk onbewust waren?
Het ligt allerminst in
onze bedoeling deze ouders hierover een verwijt te willen maken. Integendeel.
Wij hebben zelfs de opmerking gelanceerd, dat wij zelf onder een dergelijke
paniekstemming zeer waarschijnlijk evenzo zouden hebben gehandeld. Uiteindelijk
bezitten ook wij nog niet deze
geestelijke liefde. De zin van dit artikel moet dan ook worden gezocht in het verkondigen van de weg, die wij dienen
in te slaan, willen wij uiteindelijk deze geestelijke liefde ons bezit kunnen
noemen. Het besef dat onze liefde, zoals wij die thans bezitten, nog maar
dierlijk is, en derhalve in het relatieve beginstadium verkeert, moge een
stimulans vormen op de weg die naar de universele liefde zal voeren!
Don Bamberg.