DE MENTALITEIT DE VOLKEN.
Vele eeuwen terug leefden de volken nog in een chaos, zij wisten van God noch gebod af en leefden maar raak. Toen daar de profeten naar de Aarde kwamen en de mensheid een geloof ontving, veranderde zij. Er kwamen meer karakters, waarna vast te stellen was, welke volken tot Israël behoorden. Naarmate de eeuwen verstreken kregen de volkeren meer bewustzijn. Het ene volk stak gunstiger af dan het andere, maar niet één kwam er toch boven de dierlijke toestand en levensafstemming ten opzichte van Gene Zijde uit. Van geestelijk bewustzijn was er nog geen sprake. Deze hogere graad moesten de volkeren zich nog eigen maken. De enkeling wilde zich van de dierlijke graad losmaken, hij scheidde zich van de massa af om aan een hoger leven te beginnen. Hij beleefde zijn strijd heel in zichzelf. Door leed, honger en ellende werd hij wijzer en bewuster. Met de massa was dat anders, zij kon alleen door een oorlog leren en ontwaken. Zijn gesel dwong de volken hun karakter te veranderen en in miljoenen jaren bereikten zij een hoogte. Elk volk bezit thans een eigen karakter en dit stelt tevens zijn geestelijke afstemming voor de astrale wereld vast, zoals dat bij de enkeling het geval is. En zoals de enkeling, moet ook de massa naar haar geestelijke graad, haar geestelijke afstemming aanvaard en behandeld worden. Jozef Rulof, Volkeren der Aarde.