GETEKEND VOOR HET LEVEN. 
Patrick Christenson werd in 1991 in Michigan via een keizersnede geboren. Toen zijn moeder hem voor het eerst zag, had ze het gevoel dat er een relatie bestond tussen hem en haar zoon, die twaalf jaar daarvoor, in 1979, in zijn tweede levensjaar aan kanker was overleden. Algauw viel haar op dat Patrick drie afwijkingen vertoonde die overeenkwamen met afwijkingen die haar andere zoon bij zijn overlijden had gehad. Haar eerste zoon, Kevin, begon toen hij anderhalf was mank te lopen.  Op een dag viel hij en brak hij zijn linkerbeen. Dit leidde tot een medisch onderzoek waarbij onder andere een biopsie werd genomen van een bultje boven zijn rechteroor. De artsen constateerden dat hij leed aan een uitgezaaide vorm van kanker. Een botscan toonde aan dat een groot deel van zijn lichaam was aangetast. Door een tumor puilde zijn linkeroog iets uit en vertoonde beschadiging. Hij kreeg chemotherapie via een infuus dat aan de rechterkant van zijn hals werd ingebracht. Hoewel de plek waar de chemische stoffen zijn lichaam binnenkwamen een paar keer rood en lichtelijk gezwollen raakte, doorstond hij de behandeling vrij goed en werd hij uiteindelijk uit het ziekenhuis ontslagen. Hij werd ambulant patiënt, maar moest vijf maanden later opnieuw worden opgenomen. Op dat moment bleek hij blind te zijn aan zijn linkeroog.

Hij werd opgenomen met koorts, werd behandeld met antibiotica, en werd weer naar huis gestuurd. Twee dagen later overleed hij, drie weken na zijn tweede verjaardag. Kevins ouders waren voor zijn dood gescheiden en zijn moeder was later hertrouwd. Voordat Patrick werd geboren, schonk ze het leven aan een dochter en een zoon. Bij zijn geboorte had Patrick aan de rechterkant van zijn hals een langgerekte huidverkleuring die deed denken aan een sneetje, op dezelfde plek waar bij Kevin het infuus had gezeten. Bovendien had hij een bultje boven zijn rechteroor, net als de tumor van Kevin waarvan een biopsie was genomen, en een floers voor zijn linkeroog, waarvan de artsen zeiden dat het hoornvliesleukoom was. Net als Kevin zag hij weinig met zijn linkeroog.Toen hij begon te lopen, liep hij mank en ontzag hij zijn linkerbeen. Toen Patrick bijna vierenhalfwas, begon hij zijn moeder dingen te vertellen die voor haar gevoel verband hielden met het leven van Kevin. Af en toe gaf hij aan dat hij terug wilde naar hun vorige huis en zei tegen zijn moeder dat hij haar daar had achtergelaten. Hij zei dat het huis oranje met bruin was, wat klopte. Hij vroeg zijn moeder of ze zich nog kon herinneren dat hij was geopereerd. Toen ze antwoordde dat hij nog nooit een operatie had ondergaan, hield hij vol van wel en wees naar het plekje boven zijn rechteroor, waar bij Kevin een biopsie was genomen. Hij zei erbij dat hij zich de operatie zelf niet kon herinneren, omdat hij op dat moment diep in slaap was geweest. Op een ander moment zag Patrick een foto van Kevin, van wie normaal gesproken geen foto's in huis stonden, en beweerde dat hijzelf daarop stond afgebeeld.  Nadat Patrick deze beweringen begon te doen, nam zijn moeder contact op met Carol Bowman, die twee boeken op haar naam heeft staan over kinderen die uitspraken doen over vorige levens: Children's Past Lives en Return from Heaven.

Ze spraken elkaar een paar keer aan de telefoon, en Caról gaf de moeder van Patrick advies over hoe ze het best met de situatie kon omgaan. Uiteindelijk verwees ze de case door naar ons voor nader onderzoek. Dr. Stevenson en ik gingen bij het gezin op bezoek toen Patrick vijf jaar oud was. Toen we bij hen waren, zagen we de huidverkleuring in Patricks hals en fotografeerden die: een donker schuin streepje van 4 millimeter lang onder aan de rechterkant van zijn hals dat deed denken aan een genezen sneetje. Het bultje op zijn hoofd viel moeilijk te zien, maar was wel goed te voelen, dus noteerden we onze bevindingen hierover. We konden het floers voor Patricks linkeroog goed zien en kregen kopieën van de oogonderzoeken die hij had ondergaan. Toen we keken hoe hij liep, viel meteen op dat hij enigszins mank liep, hoewel daar geen medische verklaring voor was. We kregen inzage in Kevins medische dossiers en vonden daarin bevestiging van de eerder beschreven medische geschiedenis, inclusief de laesies die overeenkwamen met Patricks aangeboren afwijkingen. We gingen met Patrick naar het huis waar Kevin met zijn moeder had gewoond. Helaas praatte Patrick niet erg duidelijk en was hij soms moeilijk te volgen, maar hij deed geen uitspraken waaruit onomstotelijk op te maken viel dat hij het huis herkende.  Kortom, Patrick vertoonde bij zijn geboorte drie ongebruikelijke laesies die leken overeen te komen met laesies die bij zijn halfbroer Kevin aanwezig waren geweest.

Bovendien hinkte hij toen hij begon te lopen en maakte hij tegenover zijn moeder ook toespelingen op gebeurtenissen uit Kevins leven. Patricks case is een voorbeeld van de huidverkleuring- en geboorteafwijkingencases waar dr. Stevenson over heeft geschreven. Hij beschrijft hij een groot aantal cases van kinderen die niet alleen herinneringen zeggen te hebben aan vorige levens, maar bovendien huidverkleuringen of aangeboren afwijkingen vertonen die lijken te corresponderen met verwondingen op het lichaam van de voorgaande persoonlijkheid. Deze cases zijn afkomstig uit diverse delen van de wereld, en het gaat daarbij om een heleboel verschillende soorten huidverkleuringen en aangeboren afwijkingen.  
C. B. 


counter free
Google Analytics Alternative