ROB HAD EEN BIJNA-DOOD ERVARING:   
''Via mijn schilderijen kan ik me eindelijk uiten.'' Rob uit Haaksbergen zag tijdens een bijna-dood ervaring 'Het Licht'. Een ervaring die hij eigenlijk niet in woorden kan uitdrukken. Hij probeerde het eerst met muziek. Dat werkte gedeeltelijk. Toch was hij daarover niet echt tevreden. Een aantal jaren geleden besloot hij te gaan schilderen. En dat bleek de oplossing, al geeft hij toe dat dit slechts een zwakke impressie is van wat hij zag, hoorde en voelde. Ook anderen helpt hij ermee. '' Menen barsten hier soms in tranen uit of kijken uren in trance naar een schilderij'', vertelt Rob.  Voor een relatief simpele operatie moest Rob in 1981 naar het ziekenhuis. De Haaksbergenaar, die toen nog in Amsterdam woonde, had een galblaasontsteking en bleek achteraf te snel van de uitslaapkamer te zijn weggehaald. Op de zaal dreigde het mis te gaan, zo zag de patiënt die tegenover hem lag. Alle kleur trok uit Rob's lichaam weg en iedere beweging stopte. De man sloeg gelijk alarm. 

Maar voordat de toegesnelde artsen en verpleegkundigen in actie konden komen was Rob alweer bij kennis en hoorde hij de, inmiddels ook bij zijn bed staande chirurg zeggen dat hij 'weer open' moest. ''Ik vind het moeilijk om te vertellen wat mij is overkomen, maar ik zal het proberen'', begint de nu 48-jarige Rob. ''Ik weet nog dat ik in slaap werd geholpen voor de operatie. Daarna heb ik een herinnering van een anti-verdovingsmiddel waarmee ik weer wakker werd gemaakt. Ik moet vervolgens zo'n beetje bewusteloos nar de zaal zijn gereden, want daar weet ik helemaal niets meer van.'' Keuze: Rob vervolgt: ''Ineens kwam ik in een ruimte met donkere tinten. Het was er lekker warm en het voelde prettig aan, ook al omdat ik daar geen enkele pijn meer voelde. Een heerlijke ervaring dus. Ineens zag ik ergens heel ver weg een lichtpuntje.

Door me daar op te focussen kwam ik er steeds dichter bij. Het was een soort gevoel van door een tunnel gaan. Ik werd daar ingezogen, net of er een enorme stofzuiger op me was gericht waar ik geen weerstand aan kon bieden. Er kwam steeds meer licht en dat mondde uiteindelijk zelfs uit in een ware zee van licht. Het bijzondere was wel dat al dat licht niet verblindde. Het was mooi, helder en kleurrijk, maar absoluut niet verblindend. Opeens waren er in dat licht een soort lichtende wezens te zien, gekleed in een soort van witte soepjurken. Ze zeiden niets, maar ik voelde dat ik er welkom was. Ik kreeg een gevoel van volledige acceptatie en liefde over me en voelde ook dat deze wezens me graag mochten, maar dan vele, vele malen sterker dan ik het nu kan vertellen. Alhoewel de wezens niet spraken kon ik toch met ze communiceren. Ik begreep dat ik de keuze had; ik mocht blijven als ik dat wilde, maar ik kon ook weer terug om af te maken waar ik op aarde mee bezig was aangezien mijn taak daar eigenlijk nog niet helemaal vervuld was.'' Terug: ''In eerste instantie wilde ik uiteraard blijven. Het was er zo mooi. Ik was er bevrijd van alle pijn en ieder gevoel van lichamelijkheid. 

Verder voelde ik een grenzeloze liefde. En dat dan allemaal zeker een miljoen keer sterker dan je je met je aardse zintuigen kunt voorstellen. De wezens maakten me vervolgens duidelijk dat ik eigenlijk even om moest kijken. Toen ik dat deed, zag ik mezelf in het ziekenhuisbed liggen met de artsen er omheen en mijn vrouw ernaast. Op dat moment besloot ik dat ik terug moest, omdat ik mijn vrouw nog niet in de steek kon laten. Dat hoorde niet bij mijn plan voor dit leven. En op datzelfde moment lag ik ook weer in mijn bed. Een bizarre ervaring! Er moet een soort tijdverschuiving hebben plaatsgevonden, want mijn vrouw was er helemaal niet. Verder barstte ik weer van de pijn, zowel lichamelijk als emotioneel, en hoorde ik dus de chirurg zeggen dat ik weer open moest. Op dat ogenblik zou ik het liefste gelijk weer terug zijn gegaan naar die plek met dat licht waar ik even daarvoor nog was. Maar dat ging helaas niet meer.'' Wezen: ''Toen ik later met mensen sprak die ook een bijna-dood ervaring hebben meegemaakt, hoorde ik dat die datzelfde licht hebben gezien. Anderen hebben ook wezens gezien, maar die worden vaak verschillend omschreven. Sommigen zagen er overleden familieleden en mensen vertelden me dat ze daar zelfs Jezus hadden gezien. Ik ben zo'n wezen dat ik daar ontmoette later overigens nog eens tegengekomen. Dat was bij mijn schoonouders in Zwitserland. Mijn schoonvader lag op sterven en wij waakten bij hem. Ik botste tegen het wezen op, verontschuldigde me en liep door.

Pas later realiseerde ik me wat er eigenlijk was gebeurd. Maar toen ik nog eens ging kijken was het wezen alweer verdwenen.'' Gevoeliger: ''Die bijna-dood ervaring was eigenlijk niet zo heel prettig. De eerste tien jaren heeft het mijn leven een stuk moeilijker gemaakt. Ik kwam er achter dat ik al voor de operatie tamelijk depressief was en al langer bezig om te proberen er tussenuit te glippen. Dat was echter niet doorgegaan, en ik voelde nu ieder pijntje dubbel zo erg. Ook moord en doodslag grepen we veel meer aan. Dat bleek gelijk al in het ziekenhuis, dat in de buurt van het Museumplein in Amsterdam stond. Toen ik daar lag, waren er buiten op het plein rellen en iedere tik die daar werd uitgedeeld voelde ik. En alhoewel ik na die bijzondere gebeurtenis geen enkele angst meer voor de dood had, werd ik steeds gevoeliger voor de sombere kant van mijn leven. Ik heb soms heel veel moeite gehad om bij mijn plan te blijven om verder te leven. Zoveel heimwee had ik zo nu en dan naar de plek waar ik was geweest. De herinnering aan die gebeurtenis van de bijna-dood ervaring heb ik overigens de eerste anderhalf jaar na mijn ziekenhuisopname volledig verdrongen. 

Die kwam pas weer naar boven toen ik op weg was naar mijn werk in Utrecht. Ik liep met mijn koffertje richting het station. Ik had een slecht humeur en wilde oversteken. Ineens hoorde ik een stem die zei: 'Wacht eens even'. Ik keek om, maar zag helemaal niets. Op datzelfde moment zoefde lijn 15 vlak langs me. Was ik doorgelopen, dan had ik daar geheid onder gezeten.'' Zoeken: ''Vanaf dat moment ben ik gaan zoeken. Ik zag niets in een psychiater. Iets verbaals zou mij niet kunnen helpen, had ik het gevoel. In die tijd zat ik nog in het onderwijs. Een leerling vroeg me eens op de man af wat er nu precies met me aan de hand was. Hij stelde me voor een keer met zijn vriendin te gaan praten. Die was psychologe en werkzaam in Maastricht. Ik heb dat aanbod aangenomen en samen met haar heb ik de zaken op een rijtje gezet. Zij raadde mij aan om te proberen mijn problemen te verwerken middels een vorm van lichaamswerk. Ik volgde een nogal confronterende, lichamelijke methode. Dat was heel zwaar en pijnlijk, maar ik kwam er daar ook achter dat ik niet de enige was met deze problemen. Dat gaf me een gevoel van acceptatie. Na vier jaar, dat was in 1993, voelde ik me lichamelijk weer okay.'' Muziek: ''In 1991 kwam er ineens muziek in me op. Ik bespeelde al geruime tijd als beroepsmusicus het kerkorgel en doceerde muziektheorie aan het conservatorium in Utrecht. Ik heb echter nooit de behoefte gehad om te componeren. De muziek, die ik nu in mijn hoofd had zitten, moest gewoon opgenomen worden. Dat ging toen wel heel ver hoor. Ik weet nog dat ik speciale apparatuur had uitgezocht, die niet gelijk leverbaar was. Ik heb toen de zaak op z'n kop gezet, en net zolang gezeurd tot het er versneld kwam.

Zo nodig vond ik het om de muziek, die ik hoorde, op te nemen. Toen ik begon kwamen er gelijk uren muziek. Ik hoefde het niet te componeren. De stukken waren al klaar; ik hoefde ze alleen nog maar te spelen. Die verzameling muziek, opgenomen op een aantal cd's, werd mijn persoonlijke muziektherapie. Het maakt me rustig. Binnen alle beperkingen, die er bestaan, geeft die muziek een klein beetje aan wat ik tijdens mijn bijna-dood ervaring heb gevoeld. Muziektechnisch zitten er zaken in die niet helemaal kunnen. Maar ze horen zo en blijven er gewoon in. Ik kan met mijn muziek overigens ook anderen helpen. Zo zijn er mensen die hun dag steevast beginnen met het luisteren naar een van mijn cd's tijdens het ontbijt. Zelf gebruik ik de muziek nu soms nog tijdens het schilderen.'' Schilderen: ''Met het schilderen ben ik zo'n twee jaar geleden begonnen. Ik had op een kleurenprinter een ontwerpje gemaakt en dat bleek voor diverse mensen rustgevend te werken wanneer ze er een poosje naar keken. Ik heb geprobeerd het na te schilderen, maar dat lukte niet. Ik voelde wel dat ik moest blijven schilderen. Soms begint het met een figuur en soms vanuit een hoek van het schilderij. 

Ik zie het gebeuren en ga ermee door. Ik werk puur intuïtief, vaak in een toestand waarin ik verbinding voel met het Alles. Dan komen de beelden vanzelf. Zo zijn al deze schilderijen tot stand gekomen. Want als ik probeer om het intellectueel te sturen, verdwijnt het gevoel direct. Het moet van binnenuit komen. Het enige waarbij ik mijn verstand gebruik is bij bepaalde technieken, zoals bijvoorbeeld hoe ik bepaalde kleuren moet gebruiken.  Eerst werkte ik alleen met olieverf. Die verf moet echter lang drogen, zodat het echt tijden duurt voordat je lagen over elkaar kunt schilderen. Daarom werk ik nu veel vaker met acrylverf. In het begin schilderde ik alleen herinneringen. Dingen die ik gezien had. De laatste tijd verschijnen er vooral uitbeeldingen van het licht zelf op het doek. De enorme drang om te schilderen is overigens minder geworden. De eerste maand deed ik niets anders dan schilderen en stond het huis al snel vol met drogende schilderijen. Ik schilder nog altijd, maar de drang is er af en ook de uitdaging is een beetje weg.'' Reacties: ''Ik merkte aan de reacties van anderen dat mijn schilderijen veel emoties oproepen. Sommige mensen kunnen er echt uren bijna in trance naar kijken, terwijl anderen juist spontaan in tranen uitbarsten. Mensen worden er duidelijk door geraakt en vinden er steun bij. En dan moet je nagaan dat deze schilderijen eigenlijk maar een zwakke impressie zijn van wat ik in werkelijkheid zag, hoorde en voelde op die bewuste dag, nu alweer ruim 20 jaar geleden. Ik wilde op een gegeven moment een ruimte hebben om mijn schilderijen te kunnen exposeren. Die vond ik in Hengelo.

Ik noemde de galerie 'Kleuren van Licht'. Daarmee ben ik van het ene op het andere moment een commercieel schilder geworden. Natuurlijk is het mooi als je schilderijen verkocht worden, maar ik vind het veel belangrijker dat ik er mensen mee kan helpen. De officiële kunstwereld vindt mijn schilderijen natuurlijk maar niets. Dat zal mij een zorg zijn. Ik heb mijn schilderijen immers ook nooit als kunst bedoeld. Ze vertellen wat ik heb meegemaakt. Nieuw hoofdstuk: ''Dat exposeren vond ik overigens wel eng hoor. Voor de opening had ik het idee dat ik mezelf nu wel heel erg bloot zou gaan geven. De reacties waren echter allemaal heel positief. Ik kreeg veel bedankjes en dat gaf me het gevoel dat ik een goede beslissing had genomen. De expositie-ruimte in Hengelo werd op een gegeven moment te duur en daarom is die inmiddels weer gesloten. Ik wil nu nog wel gaan exposeren, maar dan bijvoorbeeld tijdens tentoonstellingen, zoals binnenkort in Spa. Verder zou het mooi zijn als mijn schilderijen in stiltecentra kunnen hangen. Dat is er echt een ideale plaats voor. Zelf sta ik nu voor een nieuw hoofdstuk in mijn leven. Ik weet nog niet hoe dat er allemaal uit gaat zien, maar het zal vast allemaal wel goed komen.''
A. B. 


counter free
Google Analytics Alternative