SLECHTE GEDACHTEN. 
Onlangs kwam er iemand met een vraag op ons af, die nog niet eerder was voorgelegd.  Veel vragen kregen wij al te verwerken. Meestal echter betreffende geestelijke gaven en de sferen, maar vooral veel over de hogere werelden, de vierde kosmische graad en zelfs het Al behoort tot hét voornaamste belangstellingsgebied van de mensen, die ons goed genoeg achten om hun vragen voor te leggen. Heel vaak ook blijkt dat het ze er alleen maar om te doen is om hun gevoelens 'lucht' te geven, omdat door een intense werking hun persoonlijkheid anders uiteen dreigt te spatten. Onze antwoorden zijn dan niet eens zo belangrijk, ook al 'zweten' we daar nét zo veel op als op alle andere. Maar nu lag het eventjes anders. Nu kwam er iemand vragen hoe het toch komt dat hij zich nog zo vaak betrapt op slechte gedachten, terwijl hij toch zo intensief, oprecht en bezield denkt en voelt in en door de wijsheid van de Universiteit van Christus. Ja, ja, dat is me wat: Het is voor ons de éérste keer dat wij zo'n 'kardinale' vraag te beantwoorden krijgen, want er stond nog bij: 'Hoe denken u en de Meesters daarover?' Daar word je dan toch wel even stil van, mensen nog aan toe wat is dat een machtige vraag. Nu eens niet: 'Hoe kom ik snel in de eerste sfeer?' of 'Hoe kan ik mijn gaven ontwikkelen?' Ook niet: 'Waarom beginnen wij niet in het groot met vaart en bezieling?' Neen, hier klinkt simpel en eenvoudig: 'Hoe kom ik af van mijn slechte gedachten?' Lieve mensen, dat is zo ontroerend juist direct en hélemaal volgens de principiële wetten van de kosmos, dat wij, zélfs nu we er toch bij stil blijven staan, niet eens kunnen beseffen hoe diep deze vraag wel is. Wij hebben een antwoord gegeven, naar vermogen en willen u daar in mee laten denken. Wij weten dat het slechts een bepaald niveau is, vér onder de geestelijke diepgang van de eerste sfeer, geheel volgens ons gevoel en volgens veel veronderstellingen.

Maar het is toch eerlijk en hopelijk onomwonden. Wij zijn zeer dankbaar voor die vraag. Eindelijk één, waarvan wij een beetje 'verstand' hebben. Wanneer een mens wordt geconfronteerd met de directe, onomwondenheid van de Geestelijke wijsheid, dan kan het twee kanten uitgaan. Of het doet hem niets en het leven gaat ongewijzigd verder, of het maakt een diepe indruk op zijn leven en gevoel en er ontstaat een eerlijk verlangen, dat 'raszuivere' tot in alle details na te willen streven. In aanvang neemt de mens dat alles in zich op en is daarmee reeds een hele poos bezig. Al eerder beschreven wij hoe intens alles nu in hem tot werking komt en hoe heftig die bezieling 'uit de boeken' zijn leven in beroering brengt. Het is één en al vuur en laaiend de gloed, zoals nu in die lezer het voelen en denken is 'bestuwd' en tot extatische werveling is gekomen. Vele miljoenen gedachten zijn nu op gang gebracht en draaien nu hun zelfstandige en gezamenlijke banen in dit 'universum'. Gecompliceerd en diep als de mens is, komen er nu onvoorstelbare processen op gang, die echter nog steeds de felle explosieve stuwkracht als bron hebben, immers, nog steeds worden de boeken gelezen, herlezen en in detail, bedacht en uitgeplozen. Wereldomvattende activiteiten worden nu uitgedacht en zo kan het héél lang doorgaan, voordat een mens er toe komt om de hier in aanvang gestelde vraag te stellen. Nu is alles meer bezonken en spreekt eindelijk het eigen gevoel weer z'n eigen taal. Nu is het begrip ontstaan, dat hélemaal niets te betekenen heeft om alles te weten over de sferen, hemelen en hogere Kosmische Graden, indien wij  niet nauwkeurig beginnen te ontleden wat die ongewenste gasten in ons gevoelsleven zijn en waar deze vandaan komen, of wat deze te betekenen hebben en hoeveel deze voor het zeggen mogen hebben. Wát moeten wij aan met die 'slechte' gedachten die zó maar in ons op komen? Want ongewenst zijn ze toch wel, hopen wij eerlijk en oprecht als we dit alles bedenken. 'Zijn het dan sluwe beïnvloedingen?' Zo vragen we ons hoopvol af. Zo-even nog hielden wij een vurig en bezield betoog over het mooie in een mens en in de hemelen en even later heb je dat 'geduvel' weer! Nu ineens, je weet niet eens waar het vandaan komt, is er weer zo'n sfeerloos gevoel, zo van ver 'beneden peil'. Zo-even nog bespraken wij de Kosmos op Geestelijk Universitair niveau en het Goddelijk Geluk doorstraalde ons Vader en Moederschap en we knielden innerlijk voor Hare Majesteit 'De Moeder' en dan komt er zo'n wezentje voorbij in 1982, hélemaal gereed voor openheid tegenover het vaderlijke gezag van de Zon, zodat al te veel welving en ronding zichtbaar wordt. Een leven, overigens nog mooier dan een bloem, waarvan naar hartenlust mag worden genoten, ook al schenkt dat leven ons de schoonheid van haar stervensproces, zonder ook maar één moment 'slecht' te zijn. Maar nu komt er een instinct naar voren en komen er 'prikkeltjes en kriebeltjes' tot leven en komt er verlangen naar éénheid en we weten niet dat het leven zélf in de buurt wandelt en een beetje draait met haar fraaie vormen.

Oh, bidden wij in uiterste nood, Heer, help me af van deze verleiding van Satan. Want voor het gemak is er natuurlijk altijd nog Satan, zodat het lekker een tikkeltje minder aan ons zelf kan liggen, want immers we willen vurig en echt naar de eerste sfeer. Leuk is dat. Prima belevenis zegt nu het Léven kletsmeiers zegt dat zelfde Leven, waar blijft nu je Meesterschap? Waar blijf je nu met je 'Eerste Sfeergevoel' waarin je tot in je uiterste vezels immers tot éénheid zal moeten komen met ALLES wat leeft? Waar blijf je nu, als je nu reeds op de vlucht slaat en een kap over je hoofd moet trekken om niet te bezwijken voor een vleugje van Gods zichtbaarheid? Waar blijf je, als je de aanraking niet eens aandurft, omdat je nog angstig bent om te bezwijken? Waar is je gevoel op afgestemd, als je nu nog steeds 'wegstoppingen en bedekkingen' nodig hebt om hartstocht en andere aanverwantheden er ónder te houden? De Eerste Sfeer is het állerstrengste instituut dat God tot vergeestelijking heeft gebracht, daar hoef je immers niet aan te komen met flauwekul. Dáár hoef je niet te zeggen dat je kunt schaatsen, als je niet van vriezende kou houdt. Dáár valt er niet te sjoemelen met belevenissen, met 'overwinningen' waarvoor je de 'strijd' niet verkoos. Daar ben je geen 'wereldkampioen' door een gevecht op leven en dood te saboteren.Daar bestaan geen 'verzachtende omstandigheden' en geen toevalligheden, noch voordelige aanbiedingen. Daar zal je in alles één moeten zijn met AL het leven en daarvoor zal je Liefde moeten voelen. Of er gebeurt niets, waarvan je ook maar één spoort je geluk kan voelen. Daar is het geheel bekend, dat je er alleen maar kunt komen, als je haarzuiver weet wat een gedachte vertegenwoordigt, als je weet wat slecht is en goed, als je heel diep voelt dat het niets te betekenen heeft als je wegloopt van een gedachte, omdat je het maar 'al te link' vindt om haar tot in het consequente uiterste uit te denken, laat staan te beleven en te verstoffelijken. Wat is nu een Meester? Als onze grote Jozef, als 'Jeus van Moeder Crisje' pas begint, dan neemt zijn Meester Alcar hem allereerst mee naar de Hellen.... 'Daar', zegt Meester Alcar,'zullen wij moeten beginnen!' Hij laat Jeus daar van alles en nog wat zien en aanvoelen. Hij laat Jeus ruiken aan de afschuwelijke stank van het rottende lagere. Wij mogen de Meesters dankbaar zijn voor hun Liefde, want zij hebben kans gezien om nu de allerdiepste smerigheid, die stikkende en rottende geestelijke waarheid, voor ons 'Hemels' te beschrijven om onze tere neusvleugeltjes niet te kwetsen en ons wrakke  gevoelsleven niet te beschadigen, want zij wéten hoe kwetsbaar wij zijn en zij weten ook dat zij aan ons vast zitten als ze het op een 'lager niveau' zouden brengen.

Maar Jeus kon hiervoor niet gespaard blijven. Hij wilde immers dienen en hij moest er daarom in en zou beleven wat ondraaglijk is voor 'gewone' stervelingen. En dat zuivere kind, die Jeus, die door heel de Kosmos en de Hoogste Meesters geschikt is bevonden om te dienen voor deze Kosmische Taak, moest om te beginnen rondlopen in de drek, in het allerdiepste kwaad, dat loerend naar het leven kijkt en niets anders wil dan dat leven gruwelijke mismaken en vernietigen. Daarin loopt nu dat reine kind rond, aan de hand van een machtige Vorst van Liefde midden in de grootste 'rottroep' van het Universum. Midden in de afvalbak van onbewust leven loopt nu een hemels kind en moet nu leren omgaan met deze vorm van leven, omdat hij eens de mensen goed en duidelijk zal moeten verklaren wat de Goddelijke Levenswetten zijn. Ineens is nu zijn Meester verdwenen en staat Jeus helemaal alleen in die duisternis waarin het geweld van alle kanten op hem loert. Jeus wordt nu aangevallen door het slechte in de geest. Zijn Meester is toevallig net afwezig! Ineens staat een dierlijk monster voor hem en eist van hem deelname aan die liederlijkheid en hartstocht. Al het mooie in die kinderlijke persoonlijkheid van Jeus blijkt nu tóch niet te volstaan om hem staande te houden, want nu bezwijkt Jeus en voelt zich wegzinken. Een andere kracht vangt hem op en nu blijkt dat het zijn hoge Meester Alcar was, die zich manifesteerde in een afschuwelijke gedaante, als een baarlijke 'duivel'. Hoe kan dat nu? Hoe kan een hoge Liefde zich zo presenteren? Is dat een spiegelbeeld? Een reflectie van een toestand die anderen toebehoort? Is dat beïnvloeding van het hogere door het lagere? Gaat nu zelfs een hoge Liefde voor de bijl'? 'Neen',legt Meester Alcar later uit. 'Ik keerde terug in een diepte van mijn eigen leven, in een toestand waarin ik eens leefde en die nog altijd in mijn universeel diepe onderbewustzijn aanwezig is en ook zal blijven. Het is mijn wil, die nu terugroept wat tot mijn leven behoort en nu kan ik het gebruiken om bewustzijn op te bouwen.  Het is dus mogelijk voor een Kosmisch Bewuste om in die narigheid terug te keren, want dat is een deel van zijn ontwikkeling als belevingen Goddelijke realiteit. Het bewuste willen is in staat om het ogenblikkelijk weer tot leven te wekken, maar het 'Meesterschap' waakt nu voor bezwijken, want de persoonlijkheid weet hoeveel strijd het overwinnen van die ene toestand reeds heeft gekost en hoedt zich er wel voor om dit nog stuwing te geven voor de verstoffelijking. Die persoonlijkheid kijkt wel uit dat ook niet een gedachte ervan kan ingrijpen in de levens van anderen, want dat zou de kernexplosie aller tijden betekenen en dat kan niet, omdat er nu Bewustzijn is en Liefde! Nu heeft die Meester al die gedachten absoluut onder controle en durft het best aan om toch zo te denken, ja zelfs om zich daarin geheel te hullen, zodat zijn persoonlijkheid er de volle smerigheid van toont. Niets gebeurt er nu, want hier is elke gedachte ondergeschikt aan de wil op honderd procent en leeft onder de dwang van een Liefdesfeer.

Daarheen zal het moeten met ons allemaal. Dat is niet alleen voor sommige mensen, die een hoge taak hebben ontvangen van het Bewuste Leven in de Hoge Graden, neen, dat is het doodnormale leven van de Eerste Sfeer...... Dat moet nu in staat zijn elke gedachte te beheersen en niet te verstoppen of te verdringen, want dan ga je voor de bijl, zodra er ook maar even iets gebeurt wat met die ruimte te maken heeft. Praktisch gezien betekent dit, dat wij eigenlijk dwaas zijn om zo krampachtig naar die eerste sfeer te willen, want daar valt voor ons nog niets te leren als wij nog niet eens aandurven om elke gedachte van ons echt te denken en te volgen. Als wij nog angstig zijn dan heerst de twijfel en dan verliezen wij elke grond van een 'hogere vloer' onder onze voeten en hebben, op z'n Hollands gezegd, 'Geen poot om op te staan! We 'tuinen' ook overal in, want nu staan wij zelfs voor raadsels, als wij de miljoenen gedachten beleven en die 'vervormde normen' vertegenwoordigen. Want is het niet zo, dat wij in feite helemaal geprogrammeerd zijn door een verleden vol angsten, dogma's en onzinnigheid. Hoeveel van de normen die wij dagelijks hanteren zijn nu in harmonie met het leven zelf? En in hoeverre volgen wij dat leven nu op de voet? 0, ja, wij kunnen urenlang verlekkerd praten over HET LEVEN, DE KOSMISCHE WETTEN, VADER EN MOEDERSCHAP, WEDERGEBOORTE EN EVOLUTIE, maar als datzelfde machtige grote zich aan ons presenteert, slaan wij ogenblikkelijk aan het rekenen volgens de reeksen en cijfermatigheden van maatschappelijke instituties, zoals rente verliezen, geïnvesteerde waarden, obligate bedoelingen, banksaldi en belastbare nadelen. Dan is de lol er al gauw af en hollen wij regelrecht naar het een of andere 'regelende middel' om even later de goede gemeenschap vol vuur te verklaren dat het Leven uit God en dus Heilig is...... Zo maken wij nog steeds nieuwe uitvluchtende producten en normen en proberen het wel zo te draaien dat wij een maximum aan comfort, welvaart, gemak en plezier hebben, ook al zegt de Kosmos overduidelijk dat we daar nog lang niet aan toe zijn. Maar ja, wat wilt u, wij durven bepaalde gedachten nog niet aan maar die Eerste Sfeer lijkt ons toch zo gek nog niet. Ze gooien daar tenminste niet met atoombommen en andere narigheid. Dus willen wij wel, het lijkt ons een 'knappe vooruitgang' vergeleken met hier, waarvan wij al lang het vermoeden hadden dat wij er eigenlijk te goed voor waren.........
P. L. H. 


counter free
Google Analytics Alternative