‘HELPENDE HAND.’ 
‘Ik herinner me het moment nog scherp: ik was een jaar of zeventien en zat op de fiets, voorovergebogen om sneller vooruit te komen. Zo snel als mijn benen me voort konden trappen fietste ik richting station, want ik dreigde mijn trein te missen. Ik keek niet links of rechts, alleen maar vooruit, naar mijn doel. Plotseling leek het alsof ik werd vastgepakt door een onzichtbare hand die me zacht doch ferm naar links duwde.

Er was geen hand te zien maar ik voelde hem duidelijk en begreep niet zo goed waarom ik naar links moest uitwijken. Terwijl ik uitweek, begon ik pas goed om me heen te kijken en ik zag dat ik rakelings langs de grijparm van een graafmachine rechts van me zoefde. De hand had er dus voor gezorgd dat ik daar niet keihard tegenaan was geknald. Ik bleef fietsen, nog steeds snel, en glimlachte. Tegen niets in het bijzonder, of tegen de onzichtbare kracht die mijn leven had gered, mompelde ik zacht: ‘Dank je, dank je, dank je…..”
J.D.v. M.


counter free
Google Analytics Alternative