NATUURLIJK DENKEN.
Je als mens gelijkwaardig voelen als onderdeel van het natuurlijk denken.De huidige afstemming van de aardse maatschappij komt het meest overeen met die van Gerhard de Koetsier uit ‘Zij die Terugkeerden uit de Dood’. Natuurlijk leren denken is geen doel op zich, maar een middel om aan Gene Zijde werk (dienende liefde) te kunnen doen en dus te kunnen evolueren. Bovendien kan het ons hier op aarde ook al helpen om beter te kunnen leven (meer in overeenstemming met Gods wetten), om beter goed te kunnen maken en om minder disharmonie te veroorzaken.Zolang wij ons nog niet gelijkwaardig voelen als mens, denken we nog onnatuurlijk. Immers: wij zijn allemaal gelijkwaardige kinderen van God. Wij zijn niets minder waard dan de eerste mens (Christus) en niets meer waard dan de laatste (primitiefste) mens. Dat weten we uit de Rulof-boeken, maar het is de bedoeling dat we dat ook zo gaan voelen. Indien wij mensen niet gelijkwaardig geschapen zouden zijn, zou dit een onrechtvaardigheid in de schepping betekenen, wat toch niet mogelijk is! Wij mensen zijn allen gelijkwaardig geschapen en evolueren allemaal binnen dezelfde wetten en mogelijkheden. Natuurlijk is het wel zo, dat we niet allemaal in hetzelfde stadium van evolutie zitten omdat we niet precies tegelijk begonnen zijn. Onze zielen zijn dus niet precies even oud. En daardoor verschillen de mensen zo veel van elkaar. Ze blijven echter, ondanks verschillen in zieleleeftijd, verleden, karma, karakter, telenten, enzovoorts, toch gelijkwaardig als mens. Er zijn helaas nog te weinig mensen op aarde die ‘gelijkwaardigheid’ nastreven.En er zijn nog veel minder mensen die deze gelijkwaardigheid ook echt begrijpen. Wij Rulof-lezers kennen het ontstaan en de evolutie van de mens en kunnen begrijpen waarom alle mensen gelijkwaardig zijn. En zo zijn er nog veel meer belangrijke dingen in het leven, die wij, als lezers van deze unieke boeken, dank zij Jozef Rulof, als enige kunnen begrijpen. En we dienen dus uit te kijken dat we ons, met alles wat we hierin gelezen hebben, niet meer gaan voelen dan anderen. Iedere ziel zal zich ooit deze kennis eigen maken, dat dienen we goed te beseffen.

Het is gewoon een kwestie van tijd. Zowel de primitiefste mensen in ons zonnestelsel alsook de mensen in de diepste astrale hellen, zullen ooit begrijpen waarom ieder mens gelijkwaardig is. Maar zoiets kun je je moeilijk voorstellen, dus maken we liever een andere vergelijking. Is een zwak en onooglijk kind uit de 3e groep van e lagere school minder waard dan een gezond en mooi kind uit de 6e groep? Wij weten dat ze gelijkwaardig zijn, maar……. Voelen die kinderen dat ook zo? Ik denk van niet. En er zijn nog wel meer aspecten in de maatschappij die de verschillen tussen de mensen benadrukken en de gevoelens van gelijkwaardigheid tegenwerken.In India heb je de kasten-verschillen. En vroeger had je ook hier de verschillenden ‘standen’: de ‘adel’, de ‘middenklasse’ en het ‘gewone volk’. Maar is het nu veel anders? De verschillen in rijkdom, macht en aanzien heb je nog steeds en er is sinds vroeger nog en ander aspect bijgekomen dat de mens gevoelens van ongelijkwaardigheid kan geven, en dat is: ‘intelligentie’. Intelligente mensen, kijken helaas vaak neer op de minder intelligente medemensen. Ze laten geregeld zien hoe slim ze zijn en ergeren zich vaak aan dom en traag gedrag van anderen.En die minder intelligente mensen kijken dan helaas nog te vaak op tegen hen geleerde en makkelijk pratende medemensen. De één voelt zich onterecht meerderwaardig en de ander onterecht minderwaardig, maar beide mensen denken dus onnatuurlijk. Beide mensen weten niet dat mensen in principe altijd gelijkwaardig zijn en blijven en bovendien weten ze ook niet dat intelligentie slechts een talent of eigenschap is, die behoort bij een taak die men in dat leven dient te volbrengen. Het kan dus best zijn, dat een doctor of professor in een volgend leven een stotterende arbeider is, om in die toestand iets van oorzaak-en-gevolg te beleven.Ieder van ons dient dus uit te kijken die ie zich niet meerderwaardig voelt dan minder intelligente medemensen en niet minderwaardig dan intelligente medemensen. En dit geldt niet alleen voor intelligentie, maar ook voor andere talenten, zoals bijvoorbeeld muzikaliteit, kunstzinnige creativiteit, praatvaardigheid, mediamieke gevoeligheid enz. enz. Geen enkele eigenschap mag ons gevoel van gelijkwaardigheid misleiden; zelfs het hebben van de eigenschap ‘liefde’, wat toch de belangrijkste eigenschap is die er bestaat, geeft de mens niet het recht om zich daardoor meerderwaardig te voelen. Het is niet voor niets, dat hoog-ontwikkelde geesten in de hogere hemelsferen zich ‘kinderen in de geest’ blijven noemen.

En al hun medemensen noemen ze ‘broeders’ of ‘zusters’.Dan nog dit: mensen die zich op aarde meerderwaardig voelen, houden echter niet alleen zichzelf en anderen voor de gek. Zij scheppen door hun waanbeeld ook vaak nieuw oorzaak- en- gevolg, omdat ze veel medemensen met onvoldoende respect behandelen. Wie zich meerderwaardig voelt is meestal teven betweterig en eigenwijs, zodat men zelden een goed advies aanneemt van een eenvoudiger mens. (En ik denk dat dit ook de reden is waarom intellectuelen zelden openstaan voor de leer uit de Rulof-boeken. De geestelijke waarheid is namelijk eenvoudig van aard en is in hun ogen dus minderwaardig, iets dat men liever bespot, dan dat men er voor buigt.)Denken in termen van gelijkwaardigheid behoort dus tot het natuurlijke denken. We dienen dus een evenwicht te vinden in: het je niet meer te voelen dan iemand die minder dan jou lijkt en het je niet minder te voelen dan iemand die meer dan jou lijkt. Het is ook goed te beseffen dat God jou waardevol vindt, maar dat God ook al Zijn kinderen gelijkwaardig ziet. We zijn geen grammetjes meer of minder dan een ander. Je bent wie je bent; als mens ben je een volwaardig kind van God. En we dienen ook nooit te vergeten, dat je als ziel al duizenden levens achter de rug hebt en dat de talenten die je nu hebt, maar een fractie vormen van jou als volledige ziel. Al die andere talenten blijven nu onbewust omdat ze niet van belang zijn voor je huidige levenstaak en voor wat je hier nu te leren of goed te maken hebt. Dus in werkelijkheid heb je veel meer talenten in je, dan welke je bij je geboorte ‘meegekregen hebt’. En zelfs indien het er nu op lijkt, alsof je toen helemaal geen talenten meegekregen hebt, dan nog ben je een volwaardig mens die zich gelijkwaardig mag voelen ten opzichten van ieder ander. Waarschijnlijk dien je dan iets te BELEVEN, iets zinvols, iets om goed te maken of om te leren. En…. Om iets te beleven heb je niet veel talenten nodig. Het komt wel eens voor, dat zelfs de eenvoudigste talenten een beleving in de weg staan, bijvoorbeeld bij dementie. Maar ook onze dromen (ook controle is een talent) vormen daar een voorbeeld van.Wie zich aan Gene Zijde meer ‘voelt’ dan een ander, plaatst zichzelf in een onnatuurlijke toestand en staat daardoor stil in z’n geestelijke groei. Je kunt dan niet in de eerste sfeer komen. Door elke vorm van hoogmoed, veroordeel je jezelf tot een mistige of duistere sfeer. Om vooruit te komen, dien je je op dat gebied ‘de eenvoud van een kind’ eigen te maken. En dat valt niet mee voor iemand die sterft als iemand met een ‘belangrijke positie’ in de maatschappij. Dan krijg je het daar dus moeilijk, omdat dat gevoel van ‘belangrijk zijn’ eerst afgelegd dient te worden. En dat moet je eerst WILLEN afleggen.En alleen al het nemen van dit wilsbesluit, daar doen sommigen al jaren over. Je dient daar in vrijheid voor te kiezen en kan men je dus niet bij helpen. In ongemotiveerde mensen steken de begeleiders weinig tijd. ‘’Wie niet wil staat stil’’. Maar wanneer je dan eindelijk het wilsbesluit tot gelijkwaardigheid genomen hebt, dan krijg je wel alle hulp van de begeleiders, maar zelfs dan nog schijnt het ‘voetstuk afbreken’ daar meer moeite te kosten dan hier op aarde. En – beste lezers – omdat iedereen wel ergens een voetstukje heeft, bewust of onbewust opge-bouwd, kunnen we er maar beter nu al aan beginnen.
Giel Heijmans.


counter free
Google Analytics Alternative