Waarom begrijpt men je niet? De gevoelsgraden.  
Gevoelens zijn niet gekoppeld aan het verstandelijk vermogen. In onze maatschappij kennen we het intelligentiequotiënt of IQ en het emotionele quotiënt of EQ. Het empathisch vermogen (het vermogen om je in te leven in de gevoelens of gedachtegang van anderen) is dan ook verbonden aan het EQ.  Dit laatste laat zich nog niet meten en is daarom moeilijk te omschrijven. We ervaren echter een duidelijke gevoelsgradatie tussen allerlei mensen. Het EQ is ook niet echt door studie aan te leren.  Wel wordt het door veel levens opgebouwd door het beleven en doorvoelen van alle ellendige menselijke gevoelens. Want wat een ander meemaakt of voelt kunnen we pas aanvoelen als we ook dergelijke gevoelens in een min of meer gelijksoortige situatie hebben beleefd.  We kunnen onze gevoelens op verscheidene manieren uiten:  

Door onze stem, lichaamshoudingen, manieren van bewegen, door gelaatsuitdrukkingen en vooral door onze ogen. Ook door allerlei uitingen die van kunst tot afbraak kunnen gaan. Ieder mens kan de gevoelsuitingen van een ander verschillend opvatten of anders verstaan. Bijvoorbeeld, een dramatisch gespeelde of geveinsde scène komt anders over dan wanneer het gaat om iemand die echt verdriet beleeft. We hebben blijkbaar het vermogen om dit aan te voelen, innerlijk te weten wat echt is en wat niet. Gevoelens worden uitgezonden en wij kunnen deze ontvangen of aanvoelen.  Is dat aanvoelen en dat uitzenden voor iedereen hetzelfde? Neen, iedereen heeft daar zijn eigenheid in, daarom zijn we verschillend in het aanvoelen en uitzenden. Een gevoel dat uitgezonden of ontvangen wordt, kan voor iedereen anders zijn, anders begrepen worden, dit door ons verschillend zijn in gevoelsgraad en tussengraad.  Een duidelijk, maar niet helemaal correct, voorbeeld is een radio.  Het uitzenden gebeurt op een bepaalde golflengte, frequentie of trillingsniveau. Degene die zijn toestel afstemt op dezelfde golflengte, dezelfde frequentie kan deze ontvangen.  

Wij allen zenden onze gevoelens voortdurend uit op onze eigen gevoelsfrequentie en tegelijkertijd zijn we in staat een ander zijn of haar gevoelens te ontvangen. Dit kan alleen maar ten volle als we innerlijk op dezelfde afstemming, op dezelfde gevoelsfrequentie zitten.  De werking van deze wetmatigheid heeft een sterke overeenkomst met de werking van een radio. Dus in het dagelijks leven zenden alle mensen, en andere levensvormen, voortdurend en tegelijkertijd gevoelens in hun frequentie uit, maar alleen deze waar wij innerlijk en gevoelsmatig op afgestemd zijn, zijn te ontvangen.   De wetenschap is nog niet zover om deze gevoelstrillingen, deze golflengtes of frequenties te kunnen meten, en toch kunnen wij de werking daarvan duidelijk ervaren.  Enkele voorbeelden:  Je voelt wanneer iemand achter je loopt en zijn aandacht op je richt.  Je ontmoet iemand en het lijkt of je die persoon al jaren kent omdat het gevoelsmatig meteen klikt.  

Je denkt aan iemand en iets later belt die aan of is aan de telefoon. Je voorvoelt of droomt van een ernstige gebeurtenis van een dierbare wat uiteindelijk gebeurt.  Je voelt aan of je iemand al dan niet kunt vertrouwen.  Je voelt aan wanneer iemand seksueel gespannen is.  Je voelt verschil aan in kunst en muziek.  Je voelt aan wanneer een ander met iets zit maar er niet over kan praten.  Al deze voorbeelden tonen aan dat er een zenden en ontvangen is van gevoelens. Iedereen zendt zijn gevoelens op een bepaald trillingsniveau uit. Bepaalde personen kunnen al die gevoelens aanvoelen of ontvangen.  Meestal hebben deze mensen door hun eigen gevoeligheid dat vermogen of ze bezitten een geestelijke gave. Anderen kunnen die gevoelens niet of maar gedeeltelijk aanvoelen of ontvangen.  Nu zijn er in alles, zelfs in de muziek, in kleuren, zeven graden.  Ook in het gevoel herkennen we deze graden, elk met zijn zeven tussengraden. Die zeven gevoelsgraden hebben hun eigen trillingsniveau, frequentie of golflengte en de tussengraden ervan zijn het best te vergelijken met een fijnregelingsknop om een zuivere afstelling te ontvangen.  

Die tussengraden zijn een gevolg van het feit dat alle veranderingen steeds geleidelijk gebeuren, zoals in een groeiproces, er zijn geen vakjes, hokjes of afbakeningen.  Het is hierdoor dat twee mensen, ondanks dat ze dezelfde gevoelsgraad hebben, elkaar toch niet volledig kunnen aanvoelen of begrijpen. De ene kan in de eerste tussengraad zitten terwijl de andere misschien al op de zevende tussengraad afstemt.  Waar komt nu dat verschil in aanvoelen en uitzenden vandaan?  Bij onze geboorte, zelfs reeds in de baarmoeder, bezitten we de in vorige levens opgebouwde gevoelens die op latere leeftijd steeds meer en meer duidelijk kunnen worden.  Zij behoren tot ons verworven gevoels- of trillingsniveau, omdat bij het reïncarneren de gevoelens of het gevoelsniveau mee overgaat vanuit vorige levens naar het huidige.  We hebben door vele levens heen, in opgaande zin, deze gevoelens opgebouwd. Een dergelijke groei kunnen we ook tijdens het huidige leven kennen. Velen hebben door positieve, maar vooral door de negatieve ervaringen de mogelijkheid gehad om te veranderen.

Maar het is echter alleen door onze vrije wil dat wij in staat zijn om in gevoel te groeien. Meestal gebeurt dit door ons hoofd te kunnen buigen, levensomstandigheden of toestanden te aanvaarden zoals ze zijn en door anderen te dienen.  Zo zijn de onderlinge verschillen ontstaan tussen mensen, natuurlijk ook door een verschillend beleven van levensomstandigheden.  Bij de meeste mensen is hun groei in gevoel niet gelijk opgegaan met hun stoffelijke evolutiegraden of stoffelijke kringloop, met als gevolg dat men heel veel verschillende gevoelsgraden vindt in onze leefwereld en op aarde. Hierdoor kan het zijn dat wij nog mensen ontmoeten die niet goed aanvoelen, waaronder velen nog kunnen moorden, mensen misbruiken, uitbuiten, bestelen of verkrachten. Zij voelen de ander gewoon niet aan. Het wel of niet kunnen aanvoelen van een ander veroorzaakt veel ellende in onze samenleving, in onze wereld. Ook in een huwelijk is het belangrijk dat men op hetzelfde gevoelsniveau zit. Pas dan begrijpt men elkaar, is er een eenheid in gevoel bij het beleven van het leven, kan men elkaar goed aanvoelen en communiceren.  

Is het niet zo dat iedereen probeert gelijkvoelenden op te zoeken, bijvoorbeeld via sociale groeperingen, in hobbyclubs, in religieuze of filosoferende groepen, kortom alles waar men zich bij thuis voelt.  Gelijkvoelenden trekken elkaar steeds aan, dit zowel in het positieve als in het negatieve. De uitspraak "zij zitten op dezelfde golflengte" is dus terecht. Als er ergens geruzied wordt en men hoort de uitspraak:  "jij verstaat me niet" of "waarom kun je dat niet begrijpen" dan heeft dit dezelfde oorzaak. Zij zitten op een verschillende golflengte, gevoelstrilling.  Men hoort de andere wel en de uitgesproken woorden begrijpt men wel degelijk, maar de gevoelswaarde ervan niet, hun gevoelstrilling is anders.  Omdat de gevoelsgraden niet alleen relationele gevolgen hebben, wil ik hier de invloed van de verschillende gevoelsgraden nog eens verduidelijken door terug te keren naar het onderwerp van homoseksualiteit.  Wanneer men nu tijdens één of meerdere levens een sterke groei beleeft in gevoel, verkrijgt men daardoor een hogere gevoelsgraad. Men heeft dan één van de zeven gevoelsgraden overschreden, dit als man of vrouw. De ziel zal nu in een volgend leven, vanuit het onderbewustzijn, een lichaam opbouwen van een andere sekse.  

Dit omdat we in al de verschillende gevoelsgraden het man en het vrouw zijn moeten beleven.  Maar doordat de ziel op een hogere trilling, gevoelsniveau is gekomen, kan zij geen gebruik meer maken van de gevoelens die verbonden zijn met het huidige geslacht.  Zij zitten wel in het onderbewustzijn maar doordat men anders is geworden, zal de ziel die nu een hogere trilling heeft, deze vorige gevoelens afsluiten waardoor ze er geen gebruik meer van kan maken.  Deze behoren nu tot een lagere gevoelsgraad die uit een lager trillingsniveau bestaat. Hierdoor zijn alleen maar op het huidige gevoelsniveau de laatst beleefde geslachtsgebonden gevoelens beschikbaar en die behoren nu eenmaal tot het andere geslacht. Zo ontstaat homofilie. Het nieuwe lichaam met een ander geslacht is er, maar de gevoelens ervoor moeten nog in deze nieuwe gevoelsgraad worden opgebouwd.  Men wordt dus geboren in een lichaam van de andere sekse, dit ondanks dat men in zijn verhoogde gevoelsgraad alleen maar beschikt over gevoelens van het andere geslacht. 
   
Deze gevoelsopbouw van de andere sekse kan voor sommige mensen een aantal levens duren. Dit is afhankelijk van het wel of niet aanvaarden van hun toestand.  Ook in het leven na de dood zijn gevoelsgraden eveneens bepalend. Ook daar zie je dat geesten met dezelfde gevoelsgraad in één sfeer verblijven. Het wordt daarom ook gevoelssferen genoemd en behoren tot de hemelen of de hellen. Hoe hoger je gevoelsgraad, hoe meer 'licht' je innerlijk bezit, hoe hoger je trilling is.  De lagere graden kunnen de hogere niet voelen en niet zien. De hogere kunnen wel alle lagere gevoelsgraden zien en horen als ze zich daarop instellen, omdat deze ooit eens hun eigen bezit waren. Alles berust op ervaringen uit vorige levens.  Ook gevoelens van overledenen, geesten dus, kunnen door ons aangevoeld worden. Daar werkt dezelfde wetmatigheid. Hierdoor worden zij door ons ook aangetrokken telkens wanneer wij onze donkere karaktertrekken beleven of als wij liefdevol zijn.  Als besluit kunnen we zeggen:  De gevoelsgraad is bepalend om elkaar te kunnen verstaan, hier op aarde en in het hiernamaals.  Het één zijn, het gelijk zijn in gevoel, stelt ons in staat om een gelukzalige harmonie te scheppen; en andersom, door het verschillend zijn in gevoel kunnen we in diepe ellende leven.
J. de B.



counter free
Google Analytics Alternative