2000 JAAR MENSELIJKE ONTWIKKELING.
,,DE MENS, ZIJN BOEK, ZIJN CULTUUR EN PERSOONLIJKHEID".
De kunsten en geestelijke wetenschappen, lezer, staan op een dood punt, ook uw boek! Is dat zo? Onfeilbaar zullen wij dat verklaren. Als schrijver kunt ge nog een verhaal opbouwen, de mens in de maatschappij plaatsen, terug en even vooruit, iets dus verstoffelijken van ons onbewuste verleden, want meer is het niet en wordt ons straks duidelijk, u kunt de mens piano laten spelen en van die persoonlijkheid een geleerde maken, een lord, Gravin, Baronesse, haar leven courtisanisch bespelen, de ziel en haar geest ontleden voor veel en nog iets, het blijft een onbewuste ziel, dat leven brengt niets nieuws; die persoonlijkheden, waarheid is het, zijn reeds doodgeschreven, volkomen en wel ,,naakt" ontkleed. Ze is zo arm, deze vrouw, als een kerkrat en hij, die man is levend dood, totdat de schrijver of de schrijfster ineens weer iets van het bovennatuurlijke, iets van zo'n ,,Nighingale" raakt en zie, de ,,bestseller" wordt vertaald over gans onze mooie aarde. Waarheid, lezer! De film grijpt het verhaal, de mens in de bioscoop ontroert weer even, het toneel leeft, maar wat dan nog, als je zo'n bestseller in handen hebt, lezer, wat dan nog? Miljoenen mensen hunkeren naar het; nu komt er al zo'n Universeel woordje, geestelijk, ruimtelijk boek, maar, dat boek is er nog niet? Eens in de zoveel jaar, valt er zo'n genie op Aarde en beleeft de mensheid een bestseller, het boek, het boek dat je iets te beleven geeft en al de couranten op Aarde schrijven er over. Nog, omdat hetgeen er ontleed is, ze begrijpen, maar ook niet hoger, nog dieper is, dan ze zelf aan gevoel en persoonlijkheid bezitten en is waarheid! Dat kennen wij allemaal dit proces. De radiorecensent nu, weet het niet meer. De massa koopt zijn boek toch niet! Hoe hij ook praat, zinnen maakt, die wat beving en trilling geven, ontroering is er niet meer, want wij weten precies wanneer die recensent begint te beven en te trillen en is het geen bezieling en geen evolutie, het is allemaal zo oud, zo droevig, zo bekend, dat wij luisteraars hem onze kamer wijzen; een rukje slechts en die man, met al zijn gepraat, staat buiten ons gevoelsleven, doch weet het niet, wil het niet weten, omdat die man geen realiteit meer voelt. Omdat de mens door de roman doodgeschreven is, is er een dood punt gekomen en wel voor deze eeuw. De boekhandelaren kunnen het u vertellen! Ze hebben bijna niet meer te eten; wat vroeger een dikke boterham betekende, is nu armoede. Waarheid! De boekhandelaar weet, dat het boek dood is. En nu hij niets anders in zijn leven kan doen -- gans zijn leven gaf hij zich voor het boek, cultuur is het, nietwaar, sloft hij verder, maar kijk eens naar zijn snuitje? Naar zijn kostuum? Naar zijn persoonlijkheid? Kijk daar eens achter en gij weet het! Praat eens met hem, nu gij dit van ons hebt gehoord en hij zal u iets anders vertellen, dat hij eigenlijk zijn leven op één kaart heeft gezet en dat kaartje, is een doodgewone ,,harten zeven", voor bridgen wellicht te gebruiken, niet echter voor iets anders en verlies je de inzet! Waarde lezer, de boekhandelaar zette zijn geld in en verloor! Tergend langzaam ging het, nog hoopte hij. Niets kan dit overwinnen, tegengaan, hij moet het aanvaarden, het ,,boek"is dood, levend dood, het boek heeft geen bezieling gekregen, het heeft geen ruimte meer, ook het boek, hoe is het mogelijk, heeft een menselijk dood punt te aanvaarden. Menselijk, niet Goddelijk, niet ruimtelijk, niet geestelijk dus, omdat wij weten, dat dit boek er nog niet is. U roept al; waarom niet? omdat, nu komen wij bij onze recensenten terug, zij allen het boek hebben gesmoord!
Dat boek, wat door de schrijfsters en schrijvers geschreven werd, onder hoogspanning. Doch toen het gerecenseerd moest worden, gooide de recensent het in de prullenmand. Weg genie, kapot is de man en de vrouw, ze werden niet begrepen? Neen, het is veel erger, de recensent was nog niet zover, hij duldt geen evolutie voor het boek, hij stond alleen open voor datgene, waarvoor hij leefde en zijn persoonlijkheid was, levend dood! Voelt u het al, lezer waarheen wij wandelen? 2000 jaar is er nu geschreven. Voor de muziek, de kunst, weten wij het. De grote schrijvers leven nog! Nog teren wij op Dickens, Zola en de anderen. Deze eeuw bezit geen Universeel schrijver. Zola en Dickens schreven voor hun eeuw, hun tijd en die persoonlijkheid, wij namen hun bezieling over, hun gevoelswereld, drukken nog hun boeken, omdat die boeken het hoogste voor de mens geven, gestalte kregen voor de mens, doch ook zij, Dickens en Zola en de anderen sterven straks bewust. Nog niet, straks dus, omdat in deze eeuw de Universele schrijvers zullen ontwaken en nu staan wij voor iets anders en geweldigs! Het boek dat nu levenslicht krijgt, is van kosmische diepte. U vraagt zich af; hoe is dan dat boek? Wel, moeder, hier het bewijs! Dit boek beleeft precies alles, wat ook elke schrijver of schrijfster voor eeuwen terug en gisteren heeft moeten volgen, doch nu kijkt de schrijver dieper. Hij pluist thans het menselijke gevoelsleven volkomen leeg, hij daalt in die persoonlijkheid af en ontleedt kosmisch verantwoord, dus Goddelijk, de ziel, de geest en de kunst voor de mens, zijn liefde bovendien en volgt dat leven.
Hij beschrijft elke liefde en toont ons, door de hoofdpersonen, dat er een andere liefde te beleven is en hij plaatst ons voor de "Algod”, voor de "Alliefde”... studeert én graaft verder en dieper, totdat wij aan het eind van dit werk voor God staan... waar het tenslotte om gaat en het doel is van elk boek of dat boek wordt nu helemaal niet meer aangekeken!
Hij laat de mens - de lezer, denken, geeft hem te denken en zie, er is spanning, want, het gaat nu om ons zelf, om ons innerlijk kosmisch leven, onze ziel, onze kunst, vader- en moederschap, geboorte, baren én scheppen; wij gaan met de schrijver door élke krankzinnigheid, door psychopathie en seksualiteit, door ónze geslagen en bedrogen maatschappij, niets ontkomt er aan ons voelen en denken; wij mét de schrijver of de schrijfster beleven iets machtigst; doch dat boek, lezer, is er nog niet! Dat dacht u, maar dat is niet waar, dát boek, lezer, is gekraakt, de schrijver én de schrijfster werden geprullemand... door de recensent van de radio en de couranten, werden zij voor jaren terug reeds gedood, gebrandstapeld, omdat, weet u het al?
Hij laat de mens - de lezer, denken, geeft hem te denken en zie, er is spanning, want, het gaat nu om ons zelf, om ons innerlijk kosmisch leven, onze ziel, onze kunst, vader- en moederschap, geboorte, baren én scheppen; wij gaan met de schrijver door élke krankzinnigheid, door psychopathie en seksualiteit, door ónze geslagen en bedrogen maatschappij, niets ontkomt er aan ons voelen en denken; wij mét de schrijver of de schrijfster beleven iets machtigst; doch dat boek, lezer, is er nog niet! Dat dacht u, maar dat is niet waar, dát boek, lezer, is gekraakt, de schrijver én de schrijfster werden geprullemand... door de recensent van de radio en de couranten, werden zij voor jaren terug reeds gedood, gebrandstapeld, omdat, weet u het al?
Omdat die man daar te zeggen had, hij het is, die talenten smoort, doodt... mismaakt, verbrijzelt... bewust lezer, omdat die schrijvers en schrijfsters nét even boven zijn gevoelsleven én bewustzijn grepen en liep het genie zich te pletter!!
De radio-recensent en de anderen hebben schuld aan alles! Waarom? Omdat zij géén evolutie voor het boek hebben geduld! En nu maar beven, trillen, mooie zinnen maken, het echt anders zeggen dan gisteren, doch dat helpt nu niet meer; wij willen nu niét langer in hem geloven! Kunnen niet meer geloven in die man. Zijn titel en praatgrage persoonlijkheid, zegt ons niets meer.
Zó staat thans de zaken voor het boek, als alles staat het vanzelfsprekend voor het gevoelsleven van de massa en die massa weigert het boek te lezen. Is dat niet om krankzinnig te worden? Ga uw gang, helpen doet het u niet. De waarheid is er en nú verder! Ook hiervoor denken wij, recensent en dagen u uit!!
Is dat Universele Goddelijke boek niet te schrijven? U kraakt het wéér! Wie kan dit boek recenseren? Gij soms! Doctor, dacht gij dit werk te voelen, te recenseren, gij met uw dood punt en uw lege gevoelsleven enpersoonlijkheid? Gij, die jaar in jaar uit getracht hebt, u zelf te bezielen, die dacht, dat wij ontroerd waren door uw ónmenselijke beven en trillen, uw opgemaakte zinnetjes, die achteraf leegte vertegenwoordigen?
De stof zegt ons niets meer, het karakter van het boek, jammer is dat, is psychopatisch. Ja zeker, soms gaf de schrijver ons tóch nóg God te zien die niet verdoemen kon, doch dat kreeg hij dan te horen door uw bespreking. Tóch nog eventjes kraken, nietwaar óf de luisteraar moest eens horen dat gij het niet wist. Wat doet de recensent, lezer? Geeft die man zijn eerlijk gevoel aan het boek? Tot nu heeft hij niet het boek gerecenseerd, doch zichzelf! Dat zijn de schrijvers met ons eens. De man die praat, recenseert, praat over zichzelf en niet over het boek. Hij wil ons laten horen, dat hij daar is en niet het boek, steeds weer is hij het! En dat voor de kunst, ook voor van Meegeren was het, voor miljoenen mannen en vrouwen is het morgen nóg...
De recensent pleegt telkens weer plagiaat, omdat hij zichzelf hoort praten en nu het boek smoort. Zeker, wij weten het, nietwaar... soms? Soms was het een schandalig boek, maakt dat gerust kapot... máár nu de duizenden andere machtige werken die werden gekraakt, omdat de recensenten géén evolutie voor het boek hebben geduld! Dit is het nu, waarom de mensen, de maatschappij, géén geestelijk ruimtelijk boek bezitten.
Musici werden gekraakt. Soms... natuurlijk, géén hond kan het beluisteren, of het dier begint te janken en is de kunst reeds besproken. Máár, anderen zijn er gekraakt! Een oorlog is het, was het, wij weten het! En nu schreien, dat het boek er niet meer is, smeken om te schrijven. Smeken, je kunt morgen duizend gulden verdienen.
Onfeilbaar, lezer, is thans aan te tonen, dat de recensenten, de boekbesprekers, de schrijvers hebben gedood, geslagen hebben en getrapt, achter hun tralies gezet! Onfeilbaar is dat te bewijzen, omdat al die geleerde recensenten géén evolutie hebben geduld, omdat het om hún God ging, hun levensruimte en weigerden zij in te geloven! Zwarte magie wordt het en basta!!
Gods-waarheid is het... de recensent staat op een dood punt en hij is het die ons culturele leven smoort, afmaakt, hij weigert te evolueren voor het boek. Hij is de man die schuld heeft aan dit sterven; hij heeft nimmer gewild, dat de maatschappij, de persoonlijkheid-evolutie... God én Christus... de Goddelijke waarachtigheid kregen voor de lezende massa. De recensent is het, die dacht de massa te vertegenwoordigen, doch nu zien wij het, te lang is er gewacht. Die man moet daar nu verdwijnen, hij en zijn eigen gevoelsgraad zijn en blijven levend dood!
Godsdiensten schreeuwen om "Evolutie”... Geestelijke wetenschappen sterven, lijden aan bloedarmoede, ook het boek! Wég met die mannen, die denken dat zij in staat zijn om "Cultuur” te smoren. Wég met die mannen, die géén evolutie willen beleven, dat kan en dat mag niet langer voortgaan.
Cultuur is het bezit van een volk geweest... thans van de Volken der Aarde. Kunst behoort de "mensheid” toe...
God... Christus...! En wie géén evolutie wil, smoort de Goddelijke kunst in de mens, doodt de ruimtelijke bezieling... en dat is gebeurd, nu zijn we dood getrapt, door uw mooie zinnetjes, doctor!
Het boek, recensent... het boek voor ál de Volken der Aarde, die ruimtelijke "bestseller”, willen wij voor uw leven schrijven, indien wij weten, dat een ander het boek recenseren wil. Nu vragen wij om een "Plato”... een "Aristoteles”... als recensent of wij gaan wéér de prullemand in!
Wij dagen u uit, recensenten! Wij willen dat boek schrijven en het een machtig vervolg geven, wij zullen voor uw leven die "Trilogie of Tienologie” kosmisch en wel Goddelijk bewust en verantwoord schrijven!! Gans Europa zetten wij op stelten en de rest van de Aarde, indien wij het genoegen krijgen, dat dit werk in goede handen komt, géén radio of doctor is er toe in staat, want die man heeft dat bewezen. Géén courant-recensent of die man moet "Plato en Aristoteles kennen”, want ons boek is een "Metaphysisch wonder”!! Een Godsproduct, waardoor de mensheid leert en toch een strijd beleven zal op leven en dood, doch sterft als een Godheid, een álbewust wezen, met een liefde in zich, waarvoor wij bloed geven en God is.... já... lezer... waarvoor... Christus naar de Aarde kwam.
Wij weten het, lezer, recensent... Zola, Dickens, Göthe, Schiller en al de groten die iets hebben geschreven, dat echt Goddelijk verantwoord was, bezielen ons!!
Luister nog even... dan weet ge meteen wat wij kunnen en wat wij bezitten. Gaat het over de Psychologie, de Phylosofie, dan krijgen wij "Plato” te beleven en Socrates, Aristoteles.
De anderen ook, doch de aller grootsten hebben thans die taak in handen. Gaat het over de "Astronomie”, staat de echte "Galilei” naast en in ons leven en bezielt ons. Gaat het over Godsdienst, godgeleerdheid, krijgen wij Christus te zien en te beleven. Doch gaat het over de Goddelijke rechtvaardigheid – God zélf...
"Recensent”.... "mensheid”,,,, "wereld”... wij dagen u uit!
Wij schrijven Goddelijke "Romans” van kosmische diepte en menselijke narigheid. Wij zullen u vanuit uw psychopathisch gevoelsleven volgen en voeren u door uw eigen krankzinnigheid naar "GOD” terug! Dít is toch wel de moeite waard, lezer.
Zo'n hoogmoedswaanzin heeft nog niet één mens gehad, indien die mens niet wist dat het mogelijk was, die eigen zekerheid niet bezat. Wij hebben die zekerheid! Doch gij, recensent, krijgt dit wonder niet in handen of wij gaan weer uw verderfelijke prullemand in. Uw onschuldig gevoelsleven, dat tóch, ondanks uw kinderlijk voelen en denken talenten heeft gesmoord, gekraakt heeft, heeft gehangen; door uw – wij zouden het willen zeggen – vervloekte pen, doch gij zijt niet bewust van hetgeen gij hebt gedaan.
Welke mannen en vrouwen leven er in Europa, op de Aarde, die dit gevecht willen volgen en daarvoor gereed zijn?
Welke professor onder uw midden is in staat dit werk te recenseren?
Wij dagen de recensenten uit, omdat wij weten... dat zij niet geloven in de mens, de schrijver mét gevoel. Wij zullen hen bewijzen, dat zij het zijn geweest, die het talent hingen... bewust neersloegen. De rest van de mensheid is onze rechtvaardigheid. God als getuige, mét Christus. Indien u God door deze boeken níét leert kennen, moogt ge ons kraken, recensenten. Maar – indien de wereld zegt: dát is het waarop wij wachten, verdwijnt gij uit de "ether” en nemen wij uw plaatsen in. Dús, het gaat om uw persoonlijkheid, uw plaats dáár. Wij worden gehangen of wij praten straks over de Goddelijke cultuur, het boek... omdat wijzélf bewezen hebben, dat wij die psychologie bezitten en dit lezer, is voor alle kunsten en wetenschappen.
Wij beginnen! De titel is er al: "God én de mens” of "Bartje” soms? Mieke soms? Afgezaagde titels zijn het. Je moet nu iets anders verzinnen. Wat zal het zijn, lezer? Een "puzzel” voor deze weken. Wij hebben de titel al, zien die persoonlijkheid reeds. De bezieling is er al. Als wij ons zelf aan dat machtige gevoelsleven overgeven, recensent... slaat de geest van de ruimte met ons op hol... máár wij weten zo'n ruimtelijke inspiratie te beleven. Wij roken niet, drinken niet, sluiten ons niet op, wij schrijven dit machtige werk op de dag, snauwen en grauwen niet, worden door niets gestoord.
Ja, recensent, zetten u aan, laten u zelfs praten, omdat wij weten, dat gij ons bezielend gevoelsleven niet langer overvleugelen kunt. Wij zijn sterker, bewuster, ons stoort niets meer!!
En nu kussen wij anders, moeders, vaders en dat krijgt gij allen door dit boek te beleven! Wel, die liefde is gek... máár... vragen wij u aan het eind van het boek: is dat niet machtig?
En nú... wij beginnen! Wie meldt er zich om dit werk te recenseren? Wie? Denk erom, ge moet "Plato” kennen... "Aristoteles”... "Socrates”... ge moet aan ruimtelijke psychologie doen, want nu dalen wij in de mens af en hebt ge houvast nodig óf... wij staan wéér voor het ónbegrijpen in de mens en hebben wij u niet nodig!
Wereld... Mensheid... Marja Radjany nu daagt u uit! Het gaat óm een weddenschap. Wij krijgen het woord óf worden gehangen.... Of de recensenten moeten plaats maken voor óns. Nog nooit heeft de wereld zoiets beleefd. Het is er!... Marja begint! De Goddelijke sluisdeuren zijn al geopend!
Mijn God... wij zijn gereed.