En… van eiges… je kunt je kinderen niet eeuwig bij je houden. Elke moeder heeft dat offer te aanvaarden. Er is een kracht die het kind dwingt het ouderlijk huis te verlaten, ééns, dat is onherroepelijk, staat de menselijke persoonlijkheid voor een eigen besluit en zal het grote leven beginnen. De innerlijke drang, het eigen verlangen is het verkregen bewustzijn, het gevoelsleven, dat de mens dwingt om een maatschappelijke taak te vervullen. 9 b.
Vroeger hoorde hij praten van binnen, nú is het alleen gevoel, doch dat is voldoende, daar staat hij ’s morgens mee op en kan hij naar handelen. 55 b.
Jeus wordt kok. Ja zeker, maar ééntje die de geestelijk spijzen zal bereiden en die hij deze mensheid straks schenken zal. Hij zal dan zeggen: eet en drink van mijn spijzen, ze komen uit de hemelen, ze zijn eeuwigdurend voedend en bewust, ze komen regelrecht van Onze Lieve Heer! 55 o.
Een
mens móét liefhebben of hij blijft een levende dode. 56 b.
Alléén
de liefde maakt hem gereed, de liefde is het, die dienen kan en Jeus zal de
liefde dienen! 56 b.
Achter
de kist is er denken en voelen, de mens blijft eeuwigdurend in leven, hij gaat
tot zijn God terug. 79 o.
Jeus
handelt nu reeds door de krachten van ‘HEM’… ze komen uit een bron die alles
heeft geschapen en voor boom, bloem, dier en plant en vanzelf de ‘Mens’ het
leven is!. 81 m.
De psycholoog van de aarde is nog als een koe die naar
het malse gras zoekt en niet ziet, maar er bovenop staat en verschrikkelijk
loeit, omdat het niet te eten heeft. 101 m.
Blijf
eenvoudig en dankbaar, alléén de dankbaarheid is het. En, je weet het, met
beleefdheid doe je alles. 115 m.o.
En
toch, alles wordt weer eenvoudig als je het waarachtige wilt aanvaarden, wilt
zien en dan sta je voor de God van al het leven, voor ‘Christus’… maar vooral
voor je rijke verleden, je eigen karmische wetten, die willen en weten waarvoor
je nu op aarde leeft! 135 m.
Wij
tezamen, Jeus, hebben een grote taak te volbrengen. Wil je voor God dienen?’
156 b.m.
Jeus,
maar wij zullen voor God werken, de mensen moeten Hem leren kennen. 158 b.
Het
gevoel in de mens vraagt thans om wijsheid. Is dat gevoel nog niet voor die
wijsheid bewust, waarvoor de mens álles van zichzelf in te zetten heeft, dan
zegt dat, voelt Jeus nu reeds… hij volgt zichzelf maar, ‘je hebt het of je hebt
het juist niet, je dorst of je dorst niet’ en heb je maar te aanvaarden. 169
m.o.
Jeus
denkt, van binnen ben je ‘mens’… maar dat van buiten is slechts dooie stof! De
mens als stof heeft niets te betekenen, het innerlijke leven is het! En dat
zien en voelen de mensen nog niet. Maar dat van buiten aanvaardt ‘Magere Hein’!
En dat staat aan ’n graf te belken! Schreit zich leeg, omdat het dat innerlijke
nog niet kent en niet te vernietigen is, dat hij nu leert kennen. Als je in de
grond wordt gestopt, dan blijf je toch in leven! 170 m.
Weet
echter, Jeus, ik heb je lief, doch door deze liefde zullen wij het leven van
God tot de ruimtelijke en geestelijke ontwaking voeren. 171 o.
Wanneer
de mens dus liefheeft, zal hij licht, leven en geest zijn. 173 o.
Machtig,
o mijn God, machtig is alles! Hoe moet ik U danken? Ik zal mijn best doen en
daardoor U mijn dank geven. Hij voelt, dat is het! 178 m.
Kijk
eens in de ogen van iemand, die achter de kist leeft, die je ontzagwekkend lief
hebt gehad en thans naast je staat en je in je ogen kijkt, maar nu als een mens
die weet, die de wetten van God te aanvaarden heeft gekregen? 188 o.
Mediumschap wil dus zijn, álles van uzelf verliezen, eerst dán kunnen wij, kan
uw geliefde, uw vader en moeder, uw eigen broer en zuster ú vanuit het leven
achter de kist bereiken. Omdat u niet open staat en uzelf niet verliezen wilt,
niet kunt, omdat u die gevoeligheid niet bezit, kan men u niet bereiken, omdat
u die mediamieke sensitiviteit nog niet bezit, die Jeus zich door tal van leven
eigen heeft gemaakt! Dit, geloof het, zijn heilige waarheden, ik vertel u geen
nonsens! 192 m.o.
Wij
weten, u kunt niets cadeau krijgen, indien het gaat om uw innerlijk en
geestelijk bewustzijn, gij hebt u die wijsheid en dat gevoel eigen te maken, ge
zult er voor sterven en leven, duizenden levens zijn er voor nodig! 199 m.o
Maar
wanneer de Goddelijke spijs op aarde is, is die zuiver en natuurlijk,
onfeilbaar zeker aan uw leven geschonken. En dat heeft meester Alcar in zijn
bezit, hij dient voor de ‘Universiteit van Christus’, de hoogste orde in het
leven na de dood. 199 o.
Wij
zeggen u: de ‘Psychische Trance’ is het machtigste wonder aan uw leven
geschonken, maar wie bezit deze heiligheid? Eén mens op miljoenen, voor thans,
voor uw eeuw en de ‘Universiteit van Christus’, is Jeus van Moeder Crisje de
enige mens die thans dat contact bezit. 201 b.m.
Maar
vanbinnen is hij zo heilig, zo harmonisch en in harmonie met zijn meester, als
geen mens in uw kring en ruimte is, want voor hem is alles gevoel, doch vooral
opgewektheid, natuurlijke zelfstandigheid, het open zijn zoals ook Moeder
Natuur is, want Jeus heeft niets te verbergen, doet niet dik of hoogmoedig, hij
kent die eigenschappen niet meer! 205 m.
Zie
ze daar nu gaan, Miets, de lange en Jeus, hij krijgt álles van hun levens te
horen, wat hij nu verwerken kan. Thans voelt hij, verwijdert hij zich van hun
levens- en gedachtensfeer, het ‘eigen’ valt, dat sterft. Maar het innerlijk,
geestelijke en universele treedt thans naar voren en is hun ruimtelijke
contact, immers, wij allen hebben duizenden vaders en moeders, miljoenen
zusters en broeders gekend door onze vele levens op aarde en moet oplossen, wij
hebben ‘Universeel’ lief te hebben. 227 b.
Weet
het voor eeuwigdurend, een geest van licht is een geluksbrenger. 239 o.m.
Er
is géén dood! Doodgaan is ‘Evolutie’! Doodgaan op aarde is het terugkeren tot
God en tot de ‘ALBRON’! Het is het voortzetten van het menselijke bestaan, in
een bewuste geestelijke wereld voor de ziel als een ‘Astrale Persoonlijkheid’!
254 b.
Zijn
meester brengt hem nu met de crematie in verbinding, omdat die vervloekte
crematie van de aarde moet verdwijnen! Dit gebeuren en de zelfmoord is het
vreselijkste dat gij uzelf kunt opleggen en komen wij u voor waarschuwen door
Jeus van Moeder Crisje! 255 b.
Door
het duistere leven op aarde te volgen, zit de ziel als een geestelijke
persoonlijkheid vast aan het organisme, en zijn de wetten voor ons en uw
geestelijke bestaan. Dat hebt uzelf in handen! Immers, ’n mens die het goede
zoekt, liefheeft, bezit een andere afstemming en voelt zich ná het sterven vrij
van het organisme, doch niettegenstaande dat geluk, is ook voor hem de crematie
stoffelijke en geestelijke afbraak. 255 m.
Duizenden
mensen laten zich cremeren, maar kennen de wetten niet achter de kist, die voor
hun ziel en geest. Ze denken, dit is beter dan die verrotting in de grond, maar
zij weten niet, dat juist door die verrotting de geestelijke persoonlijkheid
levensaura’s opzuigt en nodig heeft om het geestelijke bestaan te beginnen, die
als fundamenten dienen. 225 m.o.
Ook
de balseming is universeel verkeerd, het is het in leven houden dat toch,
volgens de ruimtelijke wetten móét sterven, wil de ziel álles van zichzelf
beleven voor het opnieuw verdergaan. Nu mist zij iets door die vervloekte
wijsheid van de mens en staat voor haar evolutie! 256 b.
Eerst
dán, wanneer u innerlijk ontwaakt, dus verandert, komt er verandering in uw
toestand. Maar nu wij weten hoe moeilijk het is om ’n nietig karaktertrekje tot
het geestelijke te voeren; wat is er dan nodig voor de ganse persoonlijkheid?
En die moet gij overwinnen, eerst dan minderen die pijnen, lost die brand op,
gij barst van binnen en uiterlijk, uw levensbloed is er niet meer, gij hebt
wetten bezoedeld, mismaakt, de ‘mooie’ crematie ontnam u alles! 256 m.o.
Allen,
die denken, het goede te mogen afmaken, omdat ze het niet begrijpen, vergrijpen
zich aan het leven van God. 267 m.o.
Laat
de boeken maar rustig het eigen werk verrichten, door reclame te maken komen
wij er toch niet, want dit zijn geen romans, deze boeken vertegenwoordigen
‘Geestelijke Wetenschap’! Wie open is en gevoel bezit… komt vroeg of laat de boeken
tegen en roept uit: eindelijk, dat is wat ik zoek. 293 o.m.
Aan
u wordt straks gevraagd: Hebt gij Jeus van Moeder Crisje op aarde gekend? já,
dan is dat uw verkregen geluk, uw zegening voor dit geestelijke leven. Kom
verder, wij willen u gelukkig zien, wij verwachten u en de uwen, indien ook zij
openstaan en liefhebben wat door de ‘ALBRON’ geschapen is! Of hebt u Jeus van
Moeder Crisje daar gekraakt? Hebt u zijn boeken afgemaakt, voor miljoenen
belachelijk gemaakt, omdat ge dacht, dat er een gek aan het woord was? Hebt u
hem, als hij over God van liefde sprak, achter zijn rug uitgelachen? Hebt u aan
anderen verteld, dat hij een ploert was, een stuk vergif, een zwendelaar soms?
Dan hoort ge niet tot de sferen van licht, maar tot hen die de duisternis hebben
gediend, voor satan en duivel openstonden en zich ten koste van het goede
uitleefden, tot de Christusverraders! 295 b.m.
Gij
allen, die thans de aarde bevolken, komen ééns voor Jeus van Moeder Crisje te
staan, voor zijn meesters, die u als de afgezanten van Christus hebben gediend
en door Jeus op aarde vertegenwoordigd wordt. Eéns, gelooft het… staan zijn
boeken in elk huisje op aarde, omdat zijn leer die van Chrisus is! De
universiteiten, de geestelijke faculteiten dus… hebben hem te aanvaarden voor eeuwigheid!
Dit wordt de leer voor héél de mensheid! 295 o.m.
Duizenden
mogelijkheden zijn er om onze geliefden van achter de kist te helpen. 297 o.
Eerst
wanneer de mens Christus en zijn eigen wetten leert kennen, begint het
aanvaarden, het buigen, het overwinnen van dit universum en staan wij als mens
voor onze eigen evolutie! Dat alles zegt hem Golgotha. 300 o.m.
Als
ooit het leven van God tot uw leven spreken gaat, u dat hoort en wij ons eigen
moesten maken in de sferen, eerst dán krijgt ge het Kosmische Bewustzijn… trekt
elke levensgraad ú als mens tot het eigen bestaan en vanzelfsprekend uit uw
bewustzijn weg. 307 b.
Indien
Christus nodig was geweest om Jeus te redden, dan was ‘HIJ’ook tot hem gekomen,
maar de hoogste meesters uit de zevende sfeer krijgen hem zover. 308 o.m.
En
toen alles voorbij was, de man tóch moest sterven, verscheen Christus aan zijn
leven en sprak met Jeus; verklaarde hem óp aarde, in zijn kamer waar het om
ging en kon Jeus alles overgeven. Jeus had zijn zieken zo lief, hij deed zijn
werk zo goed, dat hij voor al die kinderen wilde sterven. Maar dat moest niet.
Toch kreeg hij door dit gevecht Christus te beleven, te zien en te spreken en
kon hij weer verder en kreeg meester Alcar hem terug! 309 m.o.
Thans
weten wij reeds, dat wij duizenden joden voor de ‘Zelfmoord’ mochten
beschermen. Néén, dat doe ik nu niet, ik draag alles, ik maak géén eind aan
mijn leven, want ik weet wat mij te wachten staat, ik wil thans mijn eigen
karma beleven en ondergaan! Ziet ge, leer… daarvoor hebben de meesters gezorgd,
omdat de zelfmoord en uw crematie het ergste is wat gij u zelf schenken kunt.
336 m.
Wat
is leven en wat is ziel? Wij bevinden ons nu in de Goddelijke werkelijkheid.
Wij mensen zijn ziel, leven en geest geworden en stof. 341 m.
En
dat is de wereld voor de menselijke ziel óm haar reis tot God te kunnen
voortzetten. De geestelijke sferen zijn dan ook alleen geschapen, omdat de mens
de sprong van de aarde af tot de Vierde
Kosmische Levensgraad niet ineens kan maken, zij heeft zich daarvoor te
verruimen, te vergeestelijken, wil zij afstemming vinden op dat hogere
bewustzijn. 357 b.
Jeus
z’n leven is Goddelijk bezield, ook wij voelen deze genade en weten thans, dat
wij voor de ‘Universiteit van Christus’ dienen! Jeus denkt aan moeder Aarde,
aan de Goddelijke Reïncarnatie van Christus! Wie bewust geworden is, wil
dienen. 358 b.
Het
uiterlijke is het niet, het innerlijke is het en blijft het! En dat kun je in
zijn ogen bewonderen. De boeken zullen het u zeggen en bewijzen! 361 b.m.
Aan
ál het verkeerde komt een einde, nóóit aan het ‘goede’!.o. 364
Toen
Hij na zijn kruisdood in de sferen van licht terugkeerde, sprak hij tot de
meesters en zei: ‘Hebt gij gezien hoe ‘Ik’ daar werd ontvangen? En toch moeten
wij het kind van Moeder Aarde helpen. Wij moeten dit werk voortzetten, het kind
van de aarde moet zijn God leren kennen als een Vader van Liefde.’ 366 o.
Ook
gij hebt u de wetten van God eigen te maken en dat is alleen mogelijk, door het
leven lief te hebben, het leven van God te dienen, waarvoor Christus naar de
aarde kwam. 371 b.
Magere
Hein bestaat niet, er is géén dood! Wat gij doodgaan noemt, is het verder gaan
in de geest en betekent evolutie! 372 m.
Christus
leeft in ons en in u, indien gij Hem zoals Hij is, aanvaarden kunt! Lees dan
ook het boek van Christus, ‘De Volkeren der Aarde’, door Jeus van Moeder Crisje
aan uw leven geschonken! 372 o.m.
Dan
zegt meester Alcar, dat Jeus de meester is, de ‘Paulus’ voor deze Eeuw! Deze
mens, of de ziel, zegt meester Alcar, leefde vroeger in de Tempel van Isis en
was daar een priester. Ook gij hebt miljoenen levens afgelegd en bent thans op
aarde om goed te maken of om uw leven te openen. Aanvaard het, ik spreek door
André-Dectar! Door hem zult gij met uw geluk worden verbonden, door hem leert
gij uw God en uzelf kennen. 372 o.
Ik
heb nog géén cent aan de boeken verdiend en zal dat ook niet verdienen, want
dit werk gaat voort, langzaam maar zeker, en dat langzame eist alles, geduld,
overgave, veel liefde voor je leven achter de kist en je medemens. 379 m.o.
En
als het allerlaatste woord, heb ik nog dit… voor u, geachte lezer… en dan kunt
gij Jeus begrijpen… Jeus houdt van u..! Altijd… leer hem of trácht hem te leren
kennen. Achter deze wereld leeft zijn machtige persoonlijkheid! Dit leven was
en is de moeite waard! Het einde is het, van zijn vorige levens. 409 o.