Bestaat er reïncarnatie?  
De grootste wet in de natuur is de voortplantingswet. Door deze wet is er een stoffelijke evolutie in al wat leeft en daardoor ontstaat er voor alle levensvormen de mogelijkheid tot reïncarneren, wat voor de mens evolutie van de ziel betekent. Dus door de voortplantingswet hebben beide, lichaam en ziel, eenzelfde doel gehad.  Darwin had gelijk toen hij beweerde dat alles evolueert. Hij bekeek het echter alleen stoffelijk, naar de veranderingen die ontstonden zodat de soort kon overleven en zich kon voortplanten.  Hij had daarbij totaal geen oog voor het geestelijke, het 'leven' in alles. Voor hem was de oorzaak van die veranderingen evolutie maar hij kwam er niet achter wat dit werkelijk betekende of wat de reden ervan was.  We zien zelfs dat hoe minder bewustzijn er is in een bepaalde levensvorm, hoe gevarieerder soms de aanpassingen zijn.

Kijk als voorbeeld maar eens naar de planten en bomen. Ondanks dat die geen echt bewustzijn hebben, vertonen die toch een verscheidenheid aan ingenieuze vormen, geuren, smaken en kleuren om zich te kunnen voortplanten en zich te beschermen.  Zou de mens door zijn hoger bewustzijn, door zijn evolutie, niet een grotere mate aan uiterlijkheden, vormen en voortplantingsmogelijkheden moeten bezitten?  Of zou het kunnen dat het doel van de menselijke evolutie hoofdzakelijk bestaat om te evolueren naar ziel, naar bewustzijn, en maar heel beperkt naar het lichaam?  Wat voor nut zou de evolutie hebben als elk menselijk leven iedere keer definitief zou verdwijnen. Dan zou het louter en alleen om de stof, het lichaam gaan dat een evolutie kent. Zou de evolutie voor mensen niet betekenen dat we telkens weer als leven, als ziel, terug kunnen reïncarneren in een nieuw stoffelijk geëvolueerd lichaam? Waarbij we alle beleefde ervaringen en gevoelens mee overdragen naar een volgend leven.  En dat alles wat we beleefd hebben is opgeslagen in het onderbewuste, waardoor het tot dat 'leven' blijft behoren.  

Het  idee dat de opgedane ervaringen aan de nakomelingen worden doorgegeven via de stoffelijke stelsels, de genen, het DNA, valt in het niet. Ten eerste omdat we weten dat de stoffelijke elementen uit het DNA  zonder bezieling dood zijn.  Ten tweede omdat we weten dat bij de geboorte van een kind alle voortplantingscellen met hun genen en DNA 's reeds aanwezig zijn en dat onze DNA ‘s door omgevingsfactoren op korte termijn gewijzigd kunnen worden.  En wanneer de genen dan toch het sturingsmechanisme zouden zijn, waarom hebben wij mensen dan maar de helft van het aantal genen ten opzichte van een rijstkorrel? Om reïncarnatie te begrijpen, moet men allereerst kunnen aannemen dat het 'leven', dat ieder van ons bezit, uniek is en niet kan sterven. Het manifesteert zich keer op keer weer stoffelijk door te reïncarneren in vele andere menselijke vormen. Dit in verschillende rassen, als vrouw en man. Dit alles kan, omdat het dezelfde eigenschappen bezit als die Kracht waaruit het is afgesplitst en waarmee het één is, en steeds zal blijven, 'het eeuwige Goddelijk leven'.

Wat wel iedere keer wordt afgelegd is het omhulsel waarin dat 'leven' verbleef of gewoond heeft of gevangen zat. Ons leven is niet toevallig ontstaan uit een paar chemische reacties of door bepaalde omstandigheden, maar door de geestelijke, voor ons onzichtbare, Goddelijke energie. Bij de wetenschappelijke zoektocht van de mens naar het leven heeft deze het nog nooit kunnen zien of aantonen. Men heeft het ook nog nooit gevonden in al datgene wat men ontleed en onderzocht heeft.  Men kan alle elementen die in een graankorrel zitten perfect analyseren en deze in de juiste verhoudingen bijeenbrengen. Maar dit alles zal nooit tot groei en bloei komen omdat men het 'leven' er niet aan kan toevoegen. Als we er nu vanuit gaan dat reïncarnatie niet bestaat, dat elk leven op zich een totaal nieuw leven is, iets wat pas geschapen is, dan komen we voor grote onrechtvaardigheid en ongelijkheid te staan, veroorzaakt door Diegene die elk nieuw leven zou geschapen hebben.  
  
Een onrechtvaardigheid tegenover lichaam, ras, naar sekse of naar omstandigheden zoals de toestand, het tijdsmoment waarin men op de wereld geboren wordt. Of men al dan niet geboren wordt met eigenschappen of gaven, met voldoende verstandsvermogen of met ziektes en afwijkingen. Indien dit de waarheid zou zijn, dan vinden we er zeker geen God van harmonie en liefde in.  Als die disharmonie zou bestaan, dan zouden we die ook terug moeten vinden in zijn totale schepping wat wellicht en onherroepelijk zou leiden tot het instorten van de kosmos. Als we echter de werkelijkheid, de reïncarnatie aannemen, dan herkennen we wel een God van harmonie, van rechtvaardigheid en van liefde. Door te reïncarneren evolueert elk 'leven' iedere keer weer in een ander lichaam telkens met nieuwe kansen en mogelijkheden.  Hierdoor kunnen we alles goedmaken om uiteindelijk door al die beleefde levens en ervaringen te groeien naar ons innerlijk en uiteindelijk doel: één zijn met onze bron, in liefde en bewustzijn.  Laten we nu eens de rechtvaardigheid, de logica ten opzichte van de reïncarnatiegedachte op een rijtje zetten.
 
Door de reïncarnatiegedachte besef ik:  
1. Dat er geen dood is, dat ik eeuwig leef, waardoor er een bestaansvorm is na de dood.  
2. Dat ik het man en het vrouw zijn ten volle heb beleefd, wat ik in mezelf kan herkennen.
3. Dat wanneer ik mijn stoffelijke kringloop beleefd heb, ik in alle stoffelijke graden, in alle streken, op alle continenten heb geleefd.
4. Dat ik mijn verouderd, ziek of gehandicapt lichaam iedere keer afleg, om steeds een nieuw lichaam te krijgen.
5. Dat ik de fouten die ik ten opzichte van een ander heb gemaakt, kan en mag, maar ook moet goedmaken.
6. Dat ik het leven terug kan en moet geven aan diegene waarvan ik het ooit eens bewust of onbewust heb ontnomen en die nog afstemming heeft op de aarde. 
   
7. Dat ik geliefden van nu en vroeger weer kan ontmoeten in een of ander leven.                                                                                               8. Dat mijn ziel steeds de juiste mensen en omstandigheden aantrekt waardoor ik alle kansen krijg om verder te groeien in gevoel en bewustzijn.
9. Dat ik eens alle gevoelens die eigen zijn aan het leven zal mogen ervaren of reeds heb beleefd.
10. Dat ik mijn karaktereigenschappen, mijn gaven maar ook het negatieve in mij, zelf heb opgebouwd in vorige levens.
11. Dat mijn kind een ziel is dat ik een lichaam heb mogen geven omdat die persoonlijkheid bij ons hoort en wij ermee te maken hebben. 12. Dat elk van mijn kinderen een totaal verschillende persoonlijkheid is.
13. Dat de omstandigheden in mijn huidig leven voortkomen uit ervaringen en gevoelens die ik in vorige levens heb beleefd en dat de sturing van dit alles via mijn ziel vanuit mijn onderbewustzijn komt.

14. Dat er mensen met fobieën, angsten en seksuele eigenaardigheden zijn als gevolg van vorige levens.
15. Dat de oorzaak van geestesziekten en bezetenheid ligt bij degenen die na de dood verder leven in geestelijke duisternis.  
16. Dat de oorzaak van homoseksualiteit ligt bij het meermalen beleven van levens met eenzelfde seksualiteit en dit tezamen met het verkrijgen van een hogere gevoelsgraad in die laatste levens. Alle vorige gevoelservaringen van die andere seksualiteit zijn daardoor niet meer aan te voelen. Hierdoor staat de persoonlijkheid in deze gevoelsgraad nu voor nieuwe ongekende gevoelens omdat die seksuele gevoelens uit hun laatste vorige levens hen nu nog overheersen.  
17. Dat de bestaansoorzaak van geestelijk gehandicapten en van de zwakken van geest in vorige levens ligt.
18. Dat er een God van liefde en rechtvaardigheid is en dat Hij/Zij ons laat evolueren tot we het einddoel bereikt hebben.  
  
Door de reïncarnatiegedachte begrijp ik nu de dingen die ik in het dagelijks leven opmerk:   
o Ik kan nu begrijpen waarom ik bij het ontmoeten van vreemde mensen soms het gevoel krijg, hé het is net of ik die al jaren ken.
o Ik kan nu begrijpen waarom sommige kinderen botsen met hun ouders, zelfs vijandig worden, vooral in en na de puberteit.
o Ik kan nu begrijpen waarom de meeste meisjes spontaan met poppen en jongetjes indiaantje, ridder of soldaatje spelen  
o Ik begrijp nu waarom er jonge kinderen zijn met uitzonderlijke talenten.
o Ik kan nu begrijpen waarom er mensen zijn die met hun seksualiteit in de knoop liggen, die zich als man vrouw voelen of andersom zich als vrouw man voelen en dat sommigen beide geslachten in zich voelen.
o Ik kan nu begrijpen dat door het moeten beleven van de reïncarnatiewet, er een sterkere voortplantingsdrift in de mens zit dan hetgeen wat we in de natuur opmerken.
o Ik kan nu begrijpen dat er kinderen zijn die van jongs af watervrees, hoogtevrees, claustrofobie, pleinvrees of vele andere angsten kunnen hebben.

o Ik kan nu begrijpen waarom er kinderen en volwassenen zijn die geen bloedige situaties kunnen aanzien, ondanks dat ze daar geen echte verklaring voor hebben.
o Ik kan nu begrijpen waarom er kinderen zijn die van jongs af geen bepaalde spijzen lusten, er zelfs een afkeer van hebben  
o Ik kan nu begrijpen dat wanneer ik ergens voor de eerste keer kom, ik het gevoel krijg van hier ben ik eerder geweest, dit ken ik.
o Nu kan ik begrijpen waarom onze kinderen onderling verschillend zijn en dat er ook verschil in mijn gevoel is ten opzichte van hen.
o Ik kan nu kinderen begrijpen die autistisch zijn door hun beleefde toestanden in vorige levens.
o Ik kan nu begrijpen waarom er wetten zijn die ervoor zorgen dat we verliefd worden op iemand. 
o Ik kan nu begrijpen waarom ieders leven en levenslot zo verschillend is.
o Ik begrijp nu de stervenden die zeggen dat er bekenden aanwezig zijn die hen komen ophalen.
o Nu kan ik begrijpen waarom iedereen naar zijn ideale levenspartner zoekt of waarom men een partner met een bepaald uiterlijk verkiest.  

o Ik kan nu begrijpen waarom vrouwen een sterk verlangen hebben om kinderen te baren.
o Ik kan nu begrijpen dat er mensen zijn die stemmen horen, stemmen die hen stimuleren of dwingen om bepaalde zaken te doen.
o Ik kan nu begrijpen dat er mensen zijn die onder invloed staan van een geestelijk iemand die hen een massale hoeveelheid alcohol doet drinken, hen doet vreten, seks doet beleven tot in het abnormale of die hen dwingt tot een verslaafdheid.
o Ik begrijp nu dat er mensen zijn die door hun gevoeligheid een andere wereld kunnen aanvoelen, horen of zelfs zien, en dat zij daardoor alle realiteit kunnen verliezen waardoor ze opgenomen moeten worden in psychiatrische instellingen.  
Het is nu misschien zinvol om opmerkingen en vragen die er steeds ten aanzien van de reïncarnatiegedachte zijn, eens op te sommen en ze proberen te beantwoorden.  

1. Waarom kan ik mij niets herinneren uit vorige levens?
2. Kan ik dan ook als dier terugkomen?
3. Moet ik dan alles terug leren?
4. Waarom vind ik de reïncarnatiegedachte niet terug in alle religies?
5. Wat is het doel van reïncarneren?
6. Ik heb toch een vrije wil? Ikzelf zal wel beslissen of ik al dan niet terug kom, en zeker hoe of waar.  
7. Als  reïncarnatie dan toch bestaat, kan ik me nu toch beter goed uitleven. Ik kan toch alles goedmaken in een volgend leven.
8. Wil dat zeggen dat ik aan alle mensen waarmee ik nu leef moet goedmaken?
9. Als ik dan toch terug moet komen wat is dan de tijd tussen twee levens? En is dat voor iedereen gelijk?
10. Waarom zijn er kinderen die vroeg, zelfs reeds in de moederschoot sterven?
11. Ik herken in onze kinderen toch vaardigheden en uiterlijke trekken die terug te vinden zijn in onze familie. Hoe kan het dat degene die we aantrekken dezelfde eigenschappen of vaardigheden heeft?
12. Is er wel een leven na de dood? En waarom nemen die dan geen contact met ons?
13. Is er een hemel en een hel met engelen en duivelen zoals sommige religies ons hebben aangeleerd?
14. Waarom neemt de wereldbevolking toe? 

Een mogelijk antwoord op de genummerde opmerkingen of vragen:  
1) Waarom kan ik mij niets herinneren uit vorige levens?  
Het beste antwoord vinden we terug in ons eigen leven. Is het niet zo dat we na een bepaalde periode zaken, gebeurtenissen vergeten. Misschien is vergeten wel een noodzaak. Als wij dit niet kunnen, als we alles bewust zouden onthouden, dan zou ons zenuwstelsel hieronder bezwijken en worden we wellicht gek.  Er zijn natuurlijk belangrijke gebeurtenissen die men levenslang onthoudt. Maar als men deze toetst aan ervaringen van anderen die hetzelfde beleefd hebben, dan zijn we verbaasd van het vele dat men vergeten is of wat men erbij heeft gefantaseerd. Het vergeten is eigen aan de mens.  In zijn slaap wordt alles,  na een verwerkingsproces,  in het onderbewustzijn  opgeslagen waardoor men zich de meeste feiten niet meer kan herinneren. Na elke slaapperiode zakt dit dieper en dieper weg of het moeten feiten zijn die ons nog altijd in ons dagbewustzijn storen.
    
Tijdens de slaap zal je ziel door het onderbewustzijn deze gevoelens proberen te verwerken door je te laten dromen, om je zo in evenwicht te brengen. Is het dan zo moeilijk om aan te nemen dat men in de dood, vóórdat de persoonlijkheid  terug reïncarneert, een periode beleeft waar men in een heel diepe slaap komt? Dit wetmatig gebeuren heeft als doel om het geheugen volledig leeg te maken zodat men een volgend leven als nieuw kan beginnen. Dit geldt alléén voor de beleefde kennis en ervaringen uit het afgelegde leven, maar niet voor de beleefde gevoelens, de levenswijsheden, de eigenschappen of karaktertrekken. Elke persoonlijkheid komt terug met het gevoelsniveau dat men heeft bereikt door vele levens heen, wat soms ook als karakter of gave wordt aangeduid. Kinderen kunnen een gevoel hebben voor verschillende vormen van kunst of geboeid zijn door natuurwetenschappen. En zijn niet alle jongens strijders en de meeste meisjes kleine moeders vanaf hun peuterleeftijd? Heeft niet elk kind aanleg of gevoel voor iets dat zijn broer of zus juist niet heeft? Als je dit alles bekijkt door de reïncarnatiebril, dan zul je dit opmerken. Dat het niet in de genen zit, daar zijn voldoende bewijzen van te vinden bij eeneiige tweelingen of nog sterker bij Siamese tweelingen.

2 ) Kan ik dan ook als dier terugkomen?  
Dit is een opvatting die in het Oosten te vinden is. Daar leefden de meeste mensen er maar op los, ondanks dat ze zich bewust waren van de reïncarnatiewet. Waarschijnlijk met het idee, ik zal of ik kan het wel in een volgend leven goedmaken. Om te voorkomen dat die mensen meer en meer karma of oorzaak en gevolg zouden opstapelen, hebben hun geestelijke leiders de gedachte verspreid "als je leeft zoals een bepaald dier zal je ook als dat dier terug moeten komen”. Door deze schrikgedachte spoorde men hen aan om nu goed te leven. Maar een mens kan en zal alleen reïncarneren als mens. 

3 ) Moet ik dan alles terug leren?   
Ja, alles wat te maken heeft met stoffelijke kennis. Al datgene waar gevoel aan de basis ligt, kan men vrij snel terug opbouwen omdat dit reeds in ons ligt als interesse of als gave. Is het niet dank zij het lege bewustzijn bij het herboren worden, dat we in staat zijn om nieuwe stoffelijke kennis of andere inzichten aan te leren? Wanneer ons geheugen die dingen zou vasthouden uit vorige levens dan zou dit alleen maar storend en remmend werken.
 
4) Waarom vind  ik de reïncarnatiegedachte dan niet terug in alle religies?   
Buiten de oosterse godsdiensten vindt men bij de westerse denkrichtingen en religies de reïncarnatiegedachte verborgen terug, omdat de kerkelijke en wereldse leiders het moeilijk hadden met de wetmatigheid van reïncarnatie. De gedachte nu een belangrijk iemand te zijn en in een volgend leven misschien een bedelaar, ondermijnde hun maatschappelijke positie en gezag. Men gebruikte voor hun volgelingen of onderdanen liever de schrik- en doemgedachte, door hen te vertellen dat zij na dit leven in een hel zouden terechtkomen waar zij eeuwig zouden branden als zij hun geboden of hun regels niet opvolgden. Dit gaf hun als leiders een machtspositie met alle mogelijke voorrechten.  
Als we goed de Bijbel bestuderen, dan zien we een aantal teksten die ons alsnog verwijzen naar de reïncarnatiegedachte.  
Matheus: 17 : 10 De discipelen legden hem de vraag voor: "Waarom zeggen de schriftgeleerden toch dat eerst Elia moet komen?" Hij gaf ten antwoord: "Elia komt inderdaad en zal alle dingen herstellen". "Ik zeg u echter dat Elia reeds gekomen is, en zij hebben hem niet herkend, maar met hem hebben zij gedaan al wat zij wilden. 

Zo staat ook de zoon des mensen van hun zijde lijden te wachten". Toen bemerkten de discipelen dat Hij hen over Johannes de Doper gesproken had. Matheus: 11: 14 En indien gij het wilt aanvaarden: hijzelf is Elia die moet komen   Markus: 9: 12  Hij zei tot hen: "Elia komt ook eerst en herstelt alle dingen. Maar hoe kan er betreffende de Zoon des mensen geschreven staan dat hij veel lijden moet ondergaan en minderwaardig behandeld moet worden? Doch ik zeg u: Elia is reeds gekomen, en zij hebben met hem gedaan al wat zij wilden, zoals er over hem geschreven staat".  
Johannes: 3 : 3 Jezus gaf hen ten antwoord: "Voorwaar voorwaar, ik zeg u: indien iemand niet wederom geboren wordt, kan hij het koninkrijk Gods niet zien".  
Johannes: 9: 1 In het voorbijgaan nu zag hij een mens die blind was van zijn geboorte af. En zijn discipelen vroegen hem: "Rabbi, wie heeft gezondigd, deze man of zijn ouders, dat hij blind werd geboren". Jezus antwoordde: "Noch deze man noch zijn ouders hebben gezondigd, maar het is geschied opdat de werken Gods in zijn geval openbaar gemaakt zouden worden".  
Matheus: 16: 13 en Lukas: 8 : 18 Toen Jezus nu in de streken van Cesaréa was gekomen, stelde hij zijn discipelen de vraag: "Wie zeggen de mensen dat de Zoon des mensen is?" Zij zeiden: "Sommigen zeggen Johannes de Doper, anderen Elia, weer anderen Jeremia of een van de profeten". Markus: 8: 27 

Onderweg vroeg hij zijn discipelen en zei tot hen: Wie zeggen de mensen dat ik ben? Zij zeiden tot hem: Johannes de Doper, en anderen: Elia, weer anderen: een van de profeten. Nooit wijst Jezus zijn discipelen terecht in verband met de reïncarnatiegedachte van de mensen die een persoon linken aan een overleden persoon, het lijkt alsof het een algemeen gedachtegoed is.  
Ook in de geschriften vóór Christus vinden we de reïncarnatiegedachte terug. Bijvoorbeeld in de tiende verhandeling van het Corpus Hermeticum, onderwijst Hermes Tat over het wezen van de reïncarnatie: "De menselijke ziel, voorwaar niet iedere, maar wel de vrome, is engelachtig en goddelijk. Als zo een ziel de goede strijd der godzaligheid gestreden heeft, dat is God kennen en geen mens leed aandoen, wordt zij geheel geest. Maar de onvrome ziel blijft wat zij is, zij straft zichzelf en zoekt weer een aards lichaam waarin zij kan incarneren. Dat moet dan wel een menselijk lichaam zijn, want een ander lichaam kan geen menselijke ziel bevatten. Daarom jongen, als je God dankt, moet je bidden om een hoog bewustzijn te verkrijgen. Daar wordt een ziel bij een volgende incarnatie alleen maar beter van, slechter kan niet". Nog een van de Hermetische definities:  
"Zoals het lichaam pas uit de moederschoot komt als het volgroeid is. Zo ontvliedt de ziel het lichaam in de reeks incarnaties pas als zij volmaakt geworden is. En zoals het lichaam dat onvoldragen uit de moederschoot komt. Ondervoed en onvolgroeid is, zo is ook de ziel die onvolledig uit het lichaam heengaat, onvolkomen en heeft een nieuw lichaam nodig. De kennis van het zijn maakt de ziel voltooid. Zoals je de ziel behandelt tijdens het leven, in het lichaam, zo zal de ziel jouw behandelen, na je dood".  

5) Wat is het doel van reïncarneren? 
Het doel van reïncarneren is om door het beleven van heel veel verschillende levens hier op aarde, te evolueren van een instinctief dierlijk wezen met een Goddelijke ziel naar een geestelijk bewust wezen met dezelfde Goddelijke ziel. Een Goddelijke ziel die dan liefde en kennis bezit, hetgeen nodig is om verder te kunnen evolueren. Dit tot ze één is met allen en met haar oorsprong, waardoor men één zal zijn in en met God.   

6) Ik heb toch een vrije wil? Ikzelf zal wel beslissen of ik terugkom, en zeker hoe of waar.  
De reïncarnatiewet staat boven onze eigen bewuste vrije wil omdat onze ziel de keuze maakt voor haar evolutie en niet het bewustzijn. Zij zal ons datgene of diegene, die plaats of die omstandigheid doen aantrekken omdat we juist daar, met die mensen, op dat tijdstip te maken hebben waardoor we onze evolutie kunnen voortzetten. Door de reïncarnatiewet zullen we de zeven stoffelijke graden moeten beleven. Hierna zullen we levens krijgen waarin we karma, oorzaak en gevolg moeten goedmaken. Er zijn mensen die denken dat ze, in een leven na de dood, de keuze kunnen maken om te reïncarneren bij diegene die zij verkiezen.  Of zij denken een bepaalde plaats of omstandigheden te kunnen kiezen maar niets is minder waar. Zelfs het niet willen reïncarneren bestaat niet. Het is dus steeds onze eigen ziel die ons zal stuwen om nieuw leven, om dat soort van leven aan te trekken, waardoor we de kans krijgen verder te evolueren en onze fouten te herstellen of goed te maken.  

7) Als de reïncarnatie dan toch bestaat, kan ik me nu toch beter goed uitleven. Ik kan toch  alles  goedmaken in een volgend leven.  Inderdaad, tijdens het beleven van de stoffelijke opbouw in de zeven stoffelijke graden, kon men dit doen, maar daardoor had men een stilstand in zijn evolutie. Hierdoor kreeg men een enorme opeenstapeling van karma en oorzaak en gevolg, waar men nu voor staat om het goed te maken.    
Als men kan inzien hoe zwaar en moeilijk karmalevens kunnen zijn, zeker als zij daar bovenop door hun onwetendheid nog steeds de dingen niet goed aanpakken, dan wordt hun leven een aardse hel.  

8) Wil dat dan zeggen dat ik aan alle mensen waarmee ik nu leef moet goedmaken?  
Neen gelukkig niet, er zijn waarschijnlijk mensen bij waarmee je ooit een liefdesband of vriendschap hebt gehad. Er zijn ook situaties waar het om puur dienen gaat. Bijvoorbeeld moeders die kinderen aantrekken omdat zij hen vanuit hun liefde een leven willen geven en zij nu dat leven willen dienen in zijn evolutie. De kans is zeer groot dat je hebt goed te maken aan degene die je hebt aangetrokken, hetzij je levenspartner of kind(eren), familie en zelfs diegene die je blijkbaar toevallig ontmoet op je levensweg. Alleen ons gevoel kan ons hierin soms een antwoord geven.  

9) Als ik  dan toch terug moet komen wat is dan de tijd tussen twee levens in? En is dat voor iedereen gelijk?  
Deze tussentijd is niet voor iedereen gelijk, dat hangt onder andere af van het laatste beleefde leven. Is dit leven een van grote emotionele belevenissen geweest, dan zal je ziel na de dood net zolang in een slaaptoestand verblijven totdat de beleefde emoties in harmonie zijn gekomen en alles in het onderbewustzijn is opgeslagen. Ook is de tussentijd veel langer voor degenen die hun leven hebben beleefd zonder kinderen te verwekken. Zij die dus bewust en gewild niet hebben deelgenomen aan de reïncarnatiewet. Hierdoor gaan andere zielen die wel deel hebben genomen aan die wet, hen voor in het verkrijgen van een nieuw leven. De minimumtijd om te reïncarneren is volgens de boeken van Jozef Rulof zeven uur en daarentegen kan het voor anderen eeuwen duren.  
 
10) Waarom zijn er dan kinderen die vroeg, zelfs reeds in de moederschoot sterven?  
Het vroege sterven van kinderen heeft deels te maken met de levensomstandigheden waarin ze verkeren, zowel vroeger als nu. Een slechte hygiëne,  gebrekkige medische kennis of door ziekten zoals aids die overgaan van moeder op kind. Maar er zijn natuurlijk ook geestelijke wetten die met het sterven van jonge kinderen te maken hebben, onder andere de wet van oorzaak en gevolg.  Of omdat die jonge levens een geestelijk doel of betekenis hebben om vrij vroeg naar de geesteswereld terug te keren.   

11) Ik herken in onze kinderen toch vaardigheden en uiterlijke trekken die terug te vinden zijn in onze familie. Hoe kan het dan zijn dat degene die we aantrekken dezelfde eigenschappen en vaardigheden heeft?   Als we over het uiterlijk spreken, dan is de ziel die aangetrokken werd reeds gedurende een lange tijd bij diegene die ermee te maken had en die ziel kwam, via die persoon, tot eenheid in die samengesmolten ei-zaadcel. Daardoor zijn het de genen van die persoon die het overwicht geven aan het uiterlijk. Als het kind geen uiterlijke trekken van beiden heeft, en er is geen sprake van een andere relatie, dan is de karmawet hier niet van toepassing.  Het kind kan dan het uiterlijk hebben van een van de vele voorouders. De wet die zielen met gelijke gevoelens doet aantrekken, zal ook in deze situatie werken.  Dus de zielen die aangetrokken worden, zijn diegenen die afstemmen op bepaalde gevoelens en gaven die in die familie aanwezig zijn en waarmee men toch te maken heeft. Het kind zal natuurlijk ook tijdens zijn jonge leven zaken aanleren die eigen zijn aan die familie.  
 
12) Is er wel een leven na de dood? En waarom nemen die dan geen contact met ons?  
Hier wil ik niet de vele verhalen over de bijna-doodervaringen aanhalen, omdat men nooit echt kan aantonen dat deze waar zijn.  Ook wil ik niet verwijzen naar boodschappen die mediums brengen. Dit om de eenvoudige reden dat er al zoveel gelogen en bedrogen werd en wordt in deze zaken.  Ik vind dat iedereen met zijn eigen gevoel en ervaring moet uitmaken of die wereld wel of niet bestaat en hopelijk doet men dit grondig en zonder voorbehoud. Er zijn mensen die terughoudend, zelfs ongelovig tegenover het bestaan van een geesteswereld stonden en die na het beleven van een buitengewone ervaring, het met vuur en passie aan Jan en alleman wilden vertellen. Wanneer iemand zo 'n speciale en buitengewone ervaring heeft beleefd, verzwijgt men dit soms angstvallig voor de buitenwereld, omdat men niet als gek wil overkomen. Ik hoop echter dat iedereen één keer in zijn leven een dergelijke ervaring mag meemaken omdat alleen zo 'n ervaring overtuigt. Het zijn zeker niet alleen de religies die over dergelijke ervaringen spreken. Toch blijft deze wereld voor de meesten onzichtbaar en onbereikbaar omdat deze de tegenpool is van het aardse leven. Omdat die twee werelden, de stoffelijke en de geestelijke, tegenpolen zijn van elkaar, kunnen alleen zij die bepaalde eigenschappen hebben, of degenen die in een bepaalde gevoelstoestand verkeren, een contact ervaren met de geesteswereld. Een raakpunt met die wereld kan iedereen beleven op het moment van ontwaken of op het moment juist voordat de slaap intreedt. De geesteswereld kan op die momenten ook boodschappen doorgeven.     Dit gebeurt dan tijdens een soort droom, dromen die dan later blijken uit te komen. Contacten met die wereld zijn meestal dromen die zo 'n sterke ervaring geven, dat deze ons steeds bijblijven. Men kan ook de geesteswereld ervaren wanneer het lichaam onder invloed is van koorts, alcohol of drugs. Hier is het dan meestal niet de positieve wereld waar we voor openstaan. Een opsomming van mensen die voor deze wereld kunnen openstaan zijn: kinderen, zieken, mensen met een bepaalde gevoelsgraad, mensen die gedrogeerd of dronken zijn, mensen die stervend zijn. Ook het hoofdstuk bezetenheid getuigt van die wereld.   


13) Is er een hemel en een hel, met engelen en duivelen, zoals sommige religies ons hebben aangeleerd? Als men kan aannemen dat er een bestaan is na de dood, dan kan dit bestaan niet zo totaal anders zijn dan hetgeen we hier op aarde kennen.  De mensen die een bewust stervensproces beleven zouden dan in een totaal gedesoriënteerde toestand komen. De mens die sterft gaat ofwel naar een onbewuste toestand, een soort diepe slaap om van daaruit te kunnen reïncarneren of men gaat over naar een bewuste toestand. Een toestand, een sfeer die gelijk is aan hun gevoelsniveau, omdat gelijke gevoelens (zoals op aarde) elkaar aantrekken. Dus wanneer zij een slecht leven geleid hebben dan gaan zij naar een duistere sfeer, omdat zij nog geen innerlijk licht bezitten. Daar zijn ze samen met alle gelijk negatief voelende geesten, door bepaalde religies duivelen of demonen genoemd. Hun sfeer noemt men de hel.  Ook wordt de naam hemelen gebruikt, dat is dan de sfeer van diegenen die licht en liefde bezitten. Zij worden engelen genoemd. In die duistere en lichtsferen zijn er telkens zeven graden te beleven. Vanuit beide toestanden, de hemel en de hel, kunnen die geesten zich met de aarde verbinden om daar de mens te beïnvloeden, hetzij in het goede of in het slechte.  
  
14) Waarom neemt de wereldbevolking toe?  
Dit komt omdat er vele miljarden zielen steeds terug moeten reïncarneren op aarde om al hun karma’s  te beleven en de wet van oorzaak en gevolg te ondergaan. Bovenop dit aantal komen de vele miljarden die nog aan hun stoffelijke kringloop bezig zijn en de nog vele miljarden die  aan het aardse leven moeten beginnen. Men moet ook weten dat er reeds vele honderden miljarden zielen de aarde beleefd hebben, die zullen hier niet meer reïncarneren maar hun evolutie verder zetten in de kosmos. Ook in  het ‘Al’ zijn er reeds ontelbare zielen.   

Nawoord  
Dit boek heeft geenszins de bedoeling jou als lezer een geloof op te dringen. Iets geloven is altijd de vermeende waarheid van een ander aannemen, en dit geeft voor jezelf geen enkel geestelijk bezit. Hopelijk zet dit boek je aan tot nadenken over dergelijke levensvragen. Ieder mens moet, door een eigen denkproces, een weten opbouwen wat dan door zijn gevoel gecorrigeerd, aanvaard of verworpen zal worden. Dit kan alleen maar door open te staan voor alle mogelijke geloven en denkrichtingen, zonder vooroordelen. Ook vooral door zichzelf te leren kennen en zijn kennis steeds af te wegen aan het werkelijke leven, met als middelpunt het gevoel. Dat het eigen weten, dus het bewustzijn en het gevoel, verandert in de loop der jaren, is een logisch en wenselijk gevolg van ons groeiproces. Zij die dit niet ervaren, staan wellicht stil. Zijn zij de levende doden?  Als we ervan uitgaan dat we een deeltje van dat Goddelijk leven zijn, dan kunnen we misschien aannemen dat er in onze ziel een blauwdruk zit. Een nog onbewust weten, van datgene wat we door het beleven van verschillende levens wakker kunnen maken. Deze gedachte wordt ons bevestigd door velen die voor ons leefden.  Telkens wanneer wij een deeltje van dat innerlijk weten bewust maken, overkomt ons een gelukzalig vreugdegevoel. 
Hopelijk mag jij ook een dergelijke ervaring beleven, want dit geeft een bevestigend gevoel dat het om de 'Waarheid' gaat.  
In de overtuiging dat er in elk mens een Goddelijke kern leeft die ieder van ons stuwt tot zelfontwaking en evolutie, wil ik dit boek graag afsluiten en dank hierbij allen die eraan hebben meegewerkt.  
J. de B.


counter free
Google Analytics Alternative