JONGEN HERINNERT ZICH EEN DUITSE GEVECHTSPILOOT TE ZIJN GEWEEST. 
Wanneer de jonge Carl Edon met zijn speelgoedvliegtuigen speelt geloven zijn ouders dat het niet alleen maar kinderspel is, maar dat het voor Carl een terugblik is naar de periode waarinCarl volgens zijn herinnering piloot bij de Duitse luchtmacht is geweest. Vanaf moment dat hij kon praten vertelde hij ons regelmatig dat hij op een keer met zijn vliegtuig neerstortte tegen de ramen van een gebouw, zegt zijn moeder Valerie. We leidden uit zijn verhalen af dat hij uiteindelijk overleed aan de vele verwondingen die hij bij deze botsing opliep. We vonden het vreemd dat hij een dergelijk verhaal vertelde, want als kleine kleuter was zijn belangstelling voor avontuurlijke verhalen niet echt groot geweest, en hij keek ook niet graag naar oorlogsfilms en dergelijke. Valerie Edon vertelde verder dat naarmate hij ouder werd en beter leerde praten, het verhaal gedetailleerder en dat hij het op zo'n overtuigende toon vertelde dat zij en haar man vonden dat ze het niet langer konen afdoen als de dagdroom van een kleuter. Een voorval dat de Edons er pas echt van overtuigde dat er grond van waarheid school in Carls verhaal. deed zich voor toen hij leerde tekenen en kleuren.

Zoals de meeste kleine kind maakte hij eerst de fase door waarin hij met zijn kleurpotloden experimenteerde en de gebruikelijke kleurboeken had en kinderpuzzeltjes maakte waarbij hij van punt naar punt lijntjes trok om plaatje te krijgen. Op een dag zat hij met zijn kleurtjes en kleurboek voor zich, maar in plaats van de plaatjes in te kleuren had hij, zo merkte zijn moeder op, vreemdsoortige insignes en motieven, verspreid over het hele blad, zitten tekenen. Vooral de nauwkeurigheid van de tekening trok Valerie's aandacht. In tegenstelling tot het normale gekras van een driejarige waren Carls tekeningetjes duidelijke, exacte voorbeelden van verschillende insignes en onderscheidingstekens, die Valerie, met uitzondering van een klein tekeningetje, volkomen vreemd voorkwamen. In de bovenhoek van zijn kleurboek had Carl een perfect Duits hakenkruis binnen een cirkel getekend, waardoor het op insigne leek. Er waren ook andere kleine insignes, die met de vaardigheid van een professionele kunstenaar waren getekend. Toen Valerie haar zoon ernaar vroeg, antwoordde hij:

Zo waren de insignes op mijn uniform, dat ik aanhad wanneer ik mijn vliegtuig vloog.  Er wachtten nog meer verrassingen, en wel toen Carl vlak na zijn vijfde verjaardag de cockpit van zijn vliegtuig tekende. Hij wist zich precies de plaatsing van alle verschillende bedieningspanelen te herinneren en hij legde aan zijn onthutste ouders de functie van iedere hendel, wijzer en elk meetinstrument uit. Hij wist zelfs waar het knopje zat, waarvan hij zich herinnert dat hij erop moest drukken om de bommen af te werpen. Carls vader was geïntrigeerd door de hoeveelheid minutieuze details in de tekeningen van zijn zoontje, vooral omdat hij wist dat Carl nooit echt in een vliegtuig was geweest, laat staan in een cockpit. Ik begrijp niet hoe hij aan de informatie gekomen kon  zijn, zegt zijn vader. Hij kan het zeker niet uit een platenboek hebben gehaald, omdat hij dan het onderwerp zo nauwkeurig had moeten bestuderen dat het ons zou zijn opgevallen, maar afgezien daarvan had hij ook geen boek met afbeeldingen van Duitse vliegtuigen of een cockpit. De jongen weet nog hoe hij zich bij de Luftwaffe, de Duitse Luchtmacht, aanmeldde toen hij negentien jaar oud was en dat hij gelegerd was op een uitgestrekte luchtmachtbasis, met een groot aantal barakken in lange rijen. Carl vertelt: Deze barakken hadden wasbakken, maar geen waterkranen. Het water kwam uit een pomp.

De jongen herinnert zich dat hij en zijn kameraden allemaal een eerste-hulp-opleiding kregen, en dat iedereen die gewond was door de mannen zelf werd behandeld. Iedereen was verplicht deze taak op zich te nemen. Valerie en haar echtgenoot waren verbouwereerd toen hun jonge zoon hen plotseling vertelde dat hij had moeten salueren voor een ingelijst portret van Hitler. Ik kon mijn oren niet geloven, zegt Valerie. 'Ik wist absoluut niet dat hij de naam Hitler kende of gehoord had. Hij was binnen ons gezin beslist nooit een onderwerp van gesprek geweest.  Volgens Carl moesten de troepen zich in een grote aula verzamelen. Hij zegt: Er hing een portret van Hitler aan de muur en we moesten allemaal met onze voeten stampen en voor zijn afbeelding salueren. Hij kan het stampen en salueren demonstreren alsof ze hem van nature zijn aangeboren.  In antwoord op zijn moeders vraag naar wat hij in de aula aanhad, zegt hij: Een grijze broek in kniehoge leren laarzen gestopt en een zwart jasje. Zijn ouders konden niet geloven dat hun zoon echt een Duits uniform beschreef, dus gingen ze, zonder zijn medeweten, naar de plaatselijke bibliotheek en zochten daar in diverse boeken één en ander op, om tot de ontdekking te komen dat Carl een nauwkeurige beschrijving had gegeven van zijn uniform, insignes en de cockpit van zijn vliegtuig. Zijn ouders slaagden erin zelfs de kleinste details van Carls tekeningen te controleren aan de hand van foto' s die zij in een oud boek over Duitse vliegtuigen uit de laatste oorlog vonden. Met ijzingwekkende nauwkeurigheid kan Carl het verongelukken van zijn vliegtuig tegen de ramen van het gebouw reconstrueren.

Hij vloog laag over een aantal gebouwen heen en is vermoedelijk een paar seconden buiten bewustzijn geweest. Hij beschrijft: Alles werd even helemaal zwart. Toen hij in de cockpit van zijn vliegtuig weer bijkwam, zag hij in een enorme vaart een gebouw op zich afkomen. Uit alle macht trok hij aan de stuurknuppel, maar het was al te laat. Als een bulldozer ging het vliegtuig dwars door de ramen van het gebouw heen. Carl herinnert zich het gevoel van afgrijzen dat hem overviel toen hij besefte dat zijn rechterbeen was afgerukt. Als gevolg van de shock veroorzaakt door de botsing, het verlies van een van zijn ledematen te samen met een aantal andere verwondingen, overleed hij kort daarna. De fatale slag trof treurig genoeg niet alleen Carl, maar ook een lieftallig jong meisje uit het dorp waar Carl in Duitsland woonde en met wie hij verloofd was en zou gaan trouwen. Zij kenden elkaar al sinds hun prille jeugd en waren samen opgegroeid, hoewel zij een paar jaar jonger was dan hij. Hij herinnerde zich zijn gedachten vlak voordat hij stierf en hoe hij een intens medelijden had met zijn jonge verloofde, wetend dat zij uiteindelijk het verpletterende nieuws van zijn dood zou vernemen. Met de wijze van spreken die hem zo eigen is, zei Carl: Ik had zo met haar te doen.

Hoewel Carl zich niet veel kan herinneren van wat er gebeurde nadat hij stierf, weet hij zeker dat hij een jongere broer had, die ook piloot was, en het vreemde is dat hij ervan overtuigd is dat deze broer overleed kort nadat hij tussen de verwrongen wrakstukken van zijn verongelukt vliegtuig doodbloedde. Hij herinnert zich ook nog zijn vader, die Fritz heette. Kennelijk was Carl zeer gesteld op deze man, die naar het schijnt een joviaal karakter had. Over hem vertelt Carl: Hij was zo grappig dat hij me altijd aan het lachen maakte, en we maakten samen prachtige wandelingen in de bossen. Hij vertelde Carl alles over de bomen, planten en bloemen die zij op hun tochten door de bossen vlakbij hun huis in Duitsland tegenkwamen. Het dorpje waar zij woonden was schilderachtig, en lag temidden van heuvels en malse weilanden. Het was maar een klein dorpje, zegt Carl, en toch hield ik ervan. Zijn moeder deelde in het gezin de lakens uit en Carl herinnert zich dat zij klein en gezet was, met donker, krullend haar en een brilletje op het puntje van haar neus. Ze was een beetje bazig, zegt de jongen, en ik moest altijd gehoorzaam zijn. Hij moest zijn steentje bijdragen aan het huishouden, en hij herinnert zich dat een van zijn vaste taken bestond uit het sprokkelen van hout voor de grote open haarden in hun huis. Hij heeft heldere herinneringen aan het hakken van lange boomstammen tot kleinere blokken, die hij vervolgens in zijn kruiwagen naar huis bracht en opstapelde. De geur van pas gekapt hout heeft op de jongen een diepe indruk gemaakt. Hij omschrijft hem als een lekkere verse geur, die me altijd aan de bossen doet denken.

De geuren die ook in het bewustzijn van Carl zijn blijven hangen, zijn die van het koken. Hij herinnen zich hoe hij een soort soep te eten kreeg. Ze was niet zoals de soep die ik nu krijg, zegt hij, maar donkerrood van kleur en behoorlijk dik. Mijn moeder maakte ze bijna iedere dag. Lachend voegde Carl hieraan toe: Ik kreeg ook andere dingen te eten, maar ik kan me niet herinneren wat dat voor dingen waren. Maar ik weet dat ik ze kreeg, net zoals de soep. Valerie Edon vraagt zich af of er enig verband zou kunnen bestaan tussen Carls herinneringen aan zijn vorig leven en andere familieleden. Mijn schoonzusje is Duitse van geboorte en haar vader was tijdens de oorlog piloot. Ze vraagt zich af of het slechts toeval is dat deze man ook tijdens de gevechten omkwam toen hij door de Britten in zijn vliegtuig werd neergehaald. Toen dit schoonzusje nog een baby was, hertrouwde haar moeder in Duitsland met een Engelsman en verhuisde later naar Engeland, waar het gezin sindsdien woont. De baby werd door haar Engelse stiefvader geadopteerd. Valerie vraagt zich wel eens af of zij, door de een of andere vreemde wending van het lot, het kind baarde dat eigenlijk bestemd was voor haar schoonzusje. Valerie' s twee andere kinderen, Darren en Angela, verschillen volkomen van hun broer Carl. Beiden zijn fors gebouwd met donker haar en een bruine teint, terwijl Carl klein is met blonde haren en blonde wimpers. De Edons vragen zich nog steeds af waarom zij de behoefte hadden hun zoontje Carl te noemen.

Het is hoogst merkwaardig, zegt Valerie, want we besloten hem Carl te noemen zonder natuurlijk iets te weten over zijn band met Duitsland. Tijdens een recent bezoek aan Carls school ter gelegenheid van een ouderavond sprak Valerie met Carls lerares die zei: Hij heeft vreemde ogen, en wanneer ik met hem praat kijken zijn ogen dwars door me heen. De lerares vertelde Valerie verder dat wanneer ze Carl een som opgeeft, hij haar in een mum van tijd het juiste antwoord geeft. Wanneer ik hem vraag hoe hij het antwoord heeft gevonden, reageert hij gewoon niet. Het lijkt alsof hij denkt dat het geen zin heeft allerlei berekeningen uit te voeren als hij het antwoord toch al weet. Carl, nu een slimme jongen van negen, heeft een perfectionistisch trekje dat niet bij zijn leeftijd past. Hij is in zijn doen en laten uiterst precies, en is voor wat betreft zijn uiterlijk en zijn kleren uitgesproken nauwgezet. Zijn moeder doet erg haar best om hem hierin tegemoet te komen: de kragen van zijn overhemden moeten glad gestreken zijn, en alles moet smetteloos schoon zijn. Zou dit een overblijfsel kunnen zijn van de periode dat hij aan strenge militaristische regels gebonden was? Laatst hadden we theevisite, vertelt Valerie lachend, en Carl maakte het arme mens behoorlijk aan het schrikken toen hij haar plechtstatig en tot in de kleinste details van alles vertelde over Adolf Hitler, inclusief paradepas en saluten. Naarmate hij ouder wordt, zegt Valerie, vertelt Carl echter niet meer zoveel over zijn mysterieuze vorige leven. Het is of hij zich alleen zo nu en dan losse flarden herinnert. Het is zijn moeder opgevallen dat hij niet bijster geïnteresseerd is in het kijken naar oorlogsfilms op de televisie, maar á1s hij kijkt dan kan het gebeuren dat hij een opmerking maakt over het feit dat er iets niet klopt aan een Duits uniform. Een keer wees hij op een acteur die de rol speelde van een Duitse onderofficier en zei: Hij lijkt precies op mijn sergeant. Het is heel goed mogelijk dat de reden voor Carls gebrek aan enthousiasme voor oorlogsfilms te maken heeft met het feit dat zij hem te veel aan de werkelijkheid herinneren. Wie kan hem ongelijk geven als hij zich die afschuwelijke van geweld en dood vervulde dagen niet meer bewust wil herinneren?
C.E.M. 


counter free
Google Analytics Alternative