door ónze geslagen en bedrogen maatschappij, niets ontkomt er aan ons voelen en denken; wij mét de schrijver of de schrijfster beleven iets machtigs; doch dat boek, lezer, is er nog niet!
Dat dacht u, maar dat is niet waar, dát boek, lezer, is gekraakt, de schrijver én de schrijfster werden geprullemand... door de recensent van de radio en de couranten, werden zij voor jaren terug reeds gedood, gebrandstapeld, omdat, weet u het al?
Omdat die man daar te zeggen had, hij het is, die talenten smoort, doodt... mismaakt, verbrijzelt... bewust lezer, omdat die schrijvers en schrijfsters nét even boven zijn gevoelsleven én bewustzijn grepen en liep het genie zich te pletter!!
De radio-recensent en de anderen hebben schuld aan alles!
Waarom? Omdat zij géén evolutie voor het boek hebben geduld! En nu maar beven,
trillen, mooie zinnen maken, het echt anders zeggen dan gisteren, doch dat
helpt nu niet meer; wij willen nu niét langer in hem geloven! Kunnen niet meer
geloven in die man. Zijn titel en praatgrage persoonlijkheid, zegt ons niets
meer.
Zó staat thans de zaken voor het boek, als alles staat het vanzelfsprekend voor
het gevoelsleven van de massa en die massa weigert het boek te lezen. Is dat
niet om krankzinnig te worden? Ga uw gang, helpen doet het u niet. De waarheid
is er en nú verder! Ook hiervoor denken wij, recensent en dagen u uit!!
Is dat Universele Goddelijke boek niet te schrijven? U
kraakt het wéér! Wie kan dit boek recenseren? Gij soms! Doctor, dacht gij dit
werk te voelen, te recenseren, gij met uw dood punt en uw lege gevoelsleven en persoonlijkheid? Gij, die jaar in jaar uit getracht hebt, u zelf te bezielen,
die dacht, dat wij ontroerd waren door uw ónmenselijke beven en trillen, uw
opgemaakte zinnetjes, die achteraf leegte vertegenwoordigen?
De stof zegt ons niets meer, het karakter van het boek, jammer is dat, is
psychopatisch. Ja zeker, soms gaf de schrijver ons tóch nóg God te zien die
niet verdoemen kon, doch dat kreeg hij dan te horen door uw bespreking. Tóch
nog eventjes kraken, nietwaar óf de luisteraar moest eens horen dat gij het
niet wist. Wat doet de recensent, lezer? Geeft die man zijn eerlijk gevoel aan
het boek? Tot nu heeft hij niet het boek gerecenseerd, doch zichzelf! Dat zijn
de schrijvers met ons eens. De man die praat, recenseert, praat over zichzelf
en niet over het boek. Hij wil ons laten horen, dat hij daar is en niet het
boek, steeds weer is hij het! En dat voor de kunst, ook voor van Meegeren was
het, voor miljoenen mannen en vrouwen is het morgen nóg...
De recensent pleegt telkens weer plagiaat, omdat hij zichzelf hoort praten en
nu het boek smoort. Zeker, wij weten het, nietwaar... soms? Soms was het een
schandalig boek, maakt dat gerust kapot... máár nu de duizenden andere machtige
werken die werden gekraakt, omdat de recensenten géén evolutie voor het boek
hebben geduld! Dit is het nu, waarom de mensen, de maatschappij, géén
geestelijk ruimtelijk boek bezitten.
Musici werden gekraakt. Soms... natuurlijk, géén hond kan
het beluisteren, of het dier begint te janken en is de kunst reeds besproken.
Máár, anderen zijn er gekraakt! Een oorlog is het, was het, wij weten het! En
nu schreien, dat het boek er niet meer is, smeken om te schrijven. Smeken, je
kunt morgen duizend gulden verdienen.
Onfeilbaar, lezer, is thans aan te tonen, dat de recensenten, de
boekbesprekers, de schrijvers hebben gedood, geslagen hebben en getrapt, achter
hun tralies gezet! Onfeilbaar is dat te bewijzen, omdat al die geleerde
recensenten géén evolutie hebben geduld, omdat het om hún God ging, hun
levensruimte en weigerden zij in te geloven! Zwarte magie wordt het en basta!!
Gods-waarheid is het... de recensent staat op een dood punt
en hij is het die ons culturele leven smoort, afmaakt, hij weigert te evolueren
voor het boek. Hij is de man die schuld heeft aan dit sterven; hij heeft nimmer
gewild, dat de maatschappij, de persoonlijkheid-evolutie... God én Christus...
de Goddelijke waarachtigheid kregen voor de lezende massa. De
recensent is het, die dacht de massa te vertegenwoordigen, doch nu zien wij
het, te lang is er gewacht. Die man moet daar nu verdwijnen, hij en zijn eigen
gevoelsgraad zijn en blijven levend dood!
Godsdiensten schreeuwen om "Evolutie... Geestelijke wetenschappen sterven,
lijden aan bloedarmoede, ook het boek! Wég met die mannen, die denken dat zij
in staat zijn om "Cultuur te smoren. Wég met die mannen, die géén evolutie
willen beleven, dat kan en dat mag niet langer voortgaan.
Cultuur is het bezit van een volk geweest... thans van de
Volken der Aarde. Kunst behoort de "mensheid toe...
God... Christus...! En wie géén evolutie wil, smoort de
Goddelijke kunst in de mens, doodt de ruimtelijke bezieling... en dat is
gebeurd, nu zijn we dood getrapt, door uw mooie zinnetjes, doctor!
Het boek, recensent... het boek voor ál de Volken der Aarde,
die ruimtelijke "bestseller, willen wij voor uw leven schrijven, indien wij
weten, dat een ander het boek recenseren wil. Nu vragen wij om een "Plato...
een "Aristoteles... als recensent of wij gaan wéér de prullemand in!
Wij dagen u uit, recensenten! Wij willen dat boek schrijven en het een machtig vervolg geven, wij zullen voor uw leven die "Trilogie of Tienologie
kosmisch en wel Goddelijk bewust en verantwoord schrijven!! Gans Europa zetten
wij op stelten en de rest van de Aarde, indien wij het genoegen krijgen, dat dit werk in goede handen komt, géén radio of doctor is er toe in staat, want die man heeft dat bewezen. Géén
courant-recensent of die man moet "Plato en Aristoteles kennen, want ons boek
is een "Metaphysisch wonder!! Een Godsproduct, waardoor de mensheid leert en
toch een strijd beleven zal op leven en dood, doch sterft als een Godheid, een
álbewust wezen, met een liefde in zich, waarvoor wij bloed geven en God is....
já... lezer... waarvoor... Christus naar de Aarde kwam.
Wij weten het, lezer, recensent... Zola, Dickens, Göthe, Schiller en al de
groten die iets hebben geschreven, dat echt Goddelijk verantwoord was, bezielen
ons!!
Luister nog even... dan weet ge meteen wat wij kunnen en wat
wij bezitten. Gaat het over de Psychologie, de Phylosofie, dan krijgen wij
"Plato te beleven en Socrates, Aristoteles.
De anderen ook, doch de aller grootsten hebben thans die
taak in handen. Gaat het over de "Astronomie, staat de echte "Galilei naast
en in ons leven en bezielt ons. Gaat het over Godsdienst, godgeleerdheid,
krijgen wij Christus te zien en te beleven. Doch gaat het over de Goddelijke
rechtvaardigheid God zélf...
"Recensent.... "mensheid,,,, "wereld... wij dagen u uit!
Wij schrijven Goddelijke "Romans van kosmische diepte en menselijke narigheid.
Wij zullen u vanuit uw psychopathisch gevoelsleven volgen en voeren u door uw
eigen krankzinnigheid naar "GOD terug! Dít is toch wel de moeite waard, lezer.
Zo'n hoogmoedswaanzin heeft nog niet één mens gehad, indien
die mens niet wist dat het mogelijk was, die eigen zekerheid niet bezat. Wij
hebben die zekerheid! Doch gij, recensent, krijgt dit wonder niet in handen of
wij gaan weer uw verderfelijke prullemand in. Uw onschuldig gevoelsleven, dat tóch, ondanks uw kinderlijk voelen en denken talenten heeft
gesmoord, gekraakt heeft, heeft gehangen; door uw wij zouden het willen
zeggen vervloekte pen, doch gij zijt niet bewust van hetgeen gij hebt gedaan.
Welke mannen en vrouwen leven er in Europa, op de Aarde, die dit gevecht willen
volgen en daarvoor gereed zijn?
Welke professor onder uw midden is in staat dit werk te
recenseren?
Wij dagen de recensenten uit, omdat wij weten... dat zij
niet geloven in de mens, de schrijver mét gevoel. Wij zullen hen bewijzen, dat
zij het zijn geweest, die het talent hingen... bewust neersloegen. De rest van
de mensheid is onze rechtvaardigheid. God als getuige, mét Christus. Indien u God door deze boeken níét leert kennen, moogt ge ons
kraken, recensenten. Maar indien de wereld zegt: dát is het waarop
wij wachten, verdwijnt gij uit de "ether en nemen wij uw plaatsen in. Dús, het
gaat om uw persoonlijkheid, uw plaats dáár. Wij worden gehangen of wij praten
straks over de Goddelijke cultuur, het boek... omdat wijzélf bewezen hebben, dat wij die psychologie bezitten en dit lezer, is
voor alle kunsten en wetenschappen.
Wij beginnen! De titel is er al: "God én de mens of "Bartje soms? Mieke soms?
Afgezaagde titels zijn het. Je moet nu iets anders verzinnen. Wat zal het zijn,
lezer? Een "puzzel voor deze weken. Wij hebben de titel al, zien die
persoonlijkheid reeds. De bezieling is er al. Als wij ons zelf aan dat machtige
gevoelsleven overgeven, recensent... slaat de geest van de ruimte met ons op
hol... máár wij weten zo'n ruimtelijke inspiratie te beleven. Wij roken niet,
drinken niet, sluiten ons niet op, wij schrijven dit machtige werk op de dag,
snauwen en grauwen niet, worden door niets gestoord.
Ja, recensent, zetten u aan, laten u zelfs praten, omdat wij
weten, dat gij ons bezielend gevoelsleven niet langer overvleugelen kunt. Wij
zijn sterker, bewuster, ons stoort niets meer!!
En nu kussen wij anders, moeders, vaders en dat krijgt gij allen door dit boek te beleven! Wel, die liefde is gek... máár... vragen wij u aan het eind
van het boek: is dat niet machtig?
En nú... wij beginnen! Wie meldt er zich om dit werk te
recenseren? Wie? Denk erom, ge moet "Plato kennen... "Aristoteles...
"Socrates... ge moet aan ruimtelijke psychologie doen, want nu dalen wij in de
mens af en hebt ge houvast nodig óf... wij staan wéér voor het ónbegrijpen in
de mens en hebben wij u niet nodig!Wereld... Mensheid... Marja Radjany nu daagt u uit! Het gaat
óm een weddenschap. Wij krijgen het woord óf worden gehangen.... Of de
recensenten moeten plaats maken voor óns. Nog nooit heeft de wereld zoiets
beleefd. Het is er!...
Marja begint! De Goddelijke sluisdeuren zijn al geopend!
Mijn God... wij zijn gereed! En nu, werken!
Uw Marja-Radjany.