EENHEID.
Wat een belevenis toch, als je je hoofd weet te buigen voor dat, wat een mens tot lichamelijk eenheid brengt met zijn vrouw, met haar man. Als je in staat bent en de behoefte voelt tot een knieval en elkaar vraagt of er voldoende respect bij jezelf aanwezig is om te mogen binnentreden. Als je ontvangt en ontvangen wordt met de uitstralende warmte van menselijke liefde. Twee zielen, zoekend naar dat, wat hen samenbrengt. Alle bagage is achtergelaten; het hoofdbuigen heeft daarvoor gezorgd. Slechts de wil, de kracht tot éénwording met de stuwing van het leven, vergezelt hen. Genietingen? Ach wat, het hebberige 'ikje' is immers achtergelaten. Het heilige schip van onze ziel brengt ons nu naar zeeën, waar de zinnen ons niet durven en kunnen achtervolgen. Het leven, de bron, waardoor Zon en Maan hun leven begonnen, openbaart zich aan je. Samen, hand in hand, treed je binnen. De moederlijke, ruimtebrengende ontkieming draagt de vaderlijke stuwing van haar schepper tot daar, waar zij als moeder 'thuis' is. Haar warmte en bezieling zuigen zijn scheppende kracht in zich op. Twee paar ogen bezoeken elkaar tot in de uiterste hoeken van de ziel. Menselijk hoofdbuigen, inzet, liefde, doen de armen om elkaars schouders slaan. Hechte schouders, die het leven dragen. De glimlach van de lente is in aantocht. Alle krachten, alle liefde, helpen mee om datgene, wat tot je gaat komen, te kunnen uitnodigen. Het hoofdbuigen verandert nu in volledig openstaan. Alle beschikbare fundamenten zijn nu nodig om de bron van alle leven te kunnen dragen. De ogen zien precies, waar de één de ander een beetje moet steunen en aanvullen. Een snik van ontroering stijgt op, maar mag niet worden beleefd, want alle gevoel is nodig om het verdichtingsproces te kunnen stuwen. Het moederschap bloeit op en opent zich. Een heilig gebeuren, ontsproten in onze eigen ziel. Ogen stralen. Gevoelens van geven en liefde richten zich op één doel en vliegen daarmee naar alle kanten de ruimte in. Ze omvatten je, strelen je, en tonen je hun geweldige wil om de wet Gods te dienen. Een tere bloem komt tot ontplooiing. Een bloem van zachtheid en ontvangen. Een bloem, die noodt tot kussen; vol respect, vol nederigheid. De innerlijke zachtheid omarmt je en weet, waarvoor je bent gekomen. Gevoel balt zich samen, door de moeder bijeengebracht uit de geheime bronnen van haar ziel. Het draagt haar man en wordt gedragen door zijn uitstralende wil. Om haar hals draagt zij de sleutel, waardoor zijn kracht zich kan openbaren.
De sleutel, die door hem nederig, maar bewust, wordt losgemaakt. Het ontsluit de stuwing, die wordt aangetrokken door de zachtheid van haar wezen en door de koesterende energie, die straks de voeding moet zijn voor nieuw leven.Je ogen ontmoeten elkaar. Je hebt beiden de armen geslagen om het nieuwe leven, dat zich tussen je in heeft genesteld. Je vingers strengelen zich ineen met die van de ander. Het beleven wordt sterker. Je buigt het hoofd voor elkaar en laat de ander weten, dat jouw kracht en liefde zich aanbieden. Je gevoel streelt en draagt. Dan overhandig je jouw wezen aan de ander. De wereld bestaat niet meer. Het universum is gereduceerd tot een speldenknop, maar de kiem tot uitdijing is gelegd. Een tijdloos zijn van leven onderga je. Een glimp van de Stilte, waarin een harteklop te voelen is, trekt voorbij. Langzaam komt de schittering weer tot leven. De bloemen stralen uit, wat je zojuist hebt beleefd. De vogels vertolken het. Alles voelt zich één met je leven. Nu mag je je even gedragen voelen; nu gaan geven en ontvangen hand in hand. Stil, heel stil, sla je de ogen op en wissel je een blik van vertrouwen en dank. Woorden bestaan niet meer, want het leven heeft gesproken en meer is er niet.Een belevenis, waaruit warme ontroering naar boven stijgt. Wat een geluk, wat fijn, dat je mens bent. Wat een enorm gevoel van éénheid. Voor jezelf één van de pieken in gevoel. Maar hoe hoog is nu zo'n piek, want je weet, dat het aardse vader en moederschap nog onbewust is. Peinzend sta je dan voor de realiteit, want zegt de meester niet, bij monde van René in Maskers en Mensen: Geef aan uw gedachten de ijle gevoeligheid van uw ziel! Zij bezit de Goddelijke afstemming, zij is het! Zij, als persoonlijkheid, schept, baart telkens weer nieuwe gedachten en al die eigenschappen vertegenwoordigen haar leven. Dat is de persoonlijkheid! Die is miljoenen jaren oud! Doe dit elke seconde!
Wat zullen de mensen van uw leven en persoonlijkheid zeggen? Kijk toch, wat is dat voor een mens? U trekt levens aan! Men voelt u! Liefde overwint alles. Hoe bent u als vrouw, moeder? Dacht u, dat u van elkaar liefde ontvangt? Als er één eigenschap nog onbewust is voor die hogere liefde, dan mist uw persoonlijkheid het vereiste gevoel ervoor om die hogere, ijlere liefde, waardoor harten tot éénheid komen, te beleven. En thans honderden eigenschappen, die alle dat ruimtelijke, geestelijke gevoel missen? Wilt u zeggen, dat u liefde bezit? Dat u elkaar beleefd hebt door de liefde? Wilt u mij wijsmaken, dat ik door uw liefde geboren ben? Dacht u al uw stoffelijke stelsels tot dat ruimtelijke gevoelsleven te kunnen optrekken om dat machtige éénzijn te kunnen ondergaan, dat u door uw lichamen kunt en bezit. Voelt u uw eigen onbewustzijn thans, nu deze wetten tot uw levens spreken? Wat u beleeft is stoffelijke weldadigheid, uw ziel krijgt geen gevoel, beleeft niets op dat ogenblik, omdat het niet mogelijk is. Duizenden eigenschappen, die deel uitmaken van uw menselijk karakter, weigeren dienst te doen om die liefde, die ruimtelijke éénheid te voeden, zij zijn er niet toe in staat. En toch wilt u dat geluk in een ander zoeken, trachten te vinden en het daarin te kunnen beleven? Uw eigen zelf is er nog voor gesloten. U denkt stoffelijk, dierlijk.
Wilt u ruimtelijke liefde beleven, diep, oneindig in het andere hart afdalen, een geluk voelen, dat u nog niet kent, de universele kus, schenk dan uw karaktereigenschappen geestelijke bezieling. Trek al uw eigenschappen op, beziel ze door de Goddelijke kern, waarop uw leven afstemming heeft en die u voor de God van al het leven geschonken is! Dan pas kunt u zeggen: ik heb geluk! Dan pas weet u, dat u tijdens uw baren en scheppen de moederliefde ontvangt en staat uw leven open voor de ruimtelijke liefde. Kent u die? Hebt u die al beleefd? Ik werd door stoffelijke verlangens aangetrokken. Ik verzeker u echter: Wanneer u al die wetten kent, dan had u als moeder al in die eerste dagen met mijn leven en gevoelsruimte kunnen spreken! U had die liefde kunnen beleven, maar u hebt het niet gekund. U bent erdoor geslagen? Is dat mijn schuld? Gaat u enigszins begrijpen, wat u wacht? Wat u van uw levens kunt maken? Dit is in u allen! Dit leeft in u! Geef thans aan al uw eigenschappen ruimte en u zult ruimte zijn. Geef liefde aan al uw gedachten en u zult liefde betekenen! Geef die bewustwording die bovennatuurlijke kracht, zij als ziel staat ervoor open. Die krachten hebben Goddelijke betekenis, ze zijn door God aan uw leven geschonken! Pas dan komt uw leven tot reine ontwaking en heeft dit leven u het Goddelijke bestaan te schenken. Nu kunt u aan kunst doen, aan liefde, het vader en moederschap is het allerheiligste voor deze en uw ruimte.
M. W.