DE GELEGENHEID VAN DE KERKEN, HET  PROBLEEM VAN DE KERKEN (SLOT).  
Iets van grote betekenis heeft plaats gehad in de wereld. De geest van de vernietiging heeft over de aarde geraasd en heeft de wereld van het verleden en de beschaving die ons moderne leven beheerste in puin aan onze voeten achtergelaten. Steden en huizen zijn vernield, koninkrijken en regeerders zijn verdwenen, ideologieën en geliefde geloven hebben gefaald om in de behoefte van de mensen te voorzien en zijn bezweken onder de beproeving der tijden, gebrek en onzekerheid heersen algemeen, families en sociale groepen zijn uiteengerukt, elk land heeft zijn tol aan de dood betaald en miljoenen zijn gestorven als gevolg van de onmenselijke oorlogshandelingen. Globaal genomen heeft iedereen terreur, vrees en hopeloosheid betreffende de toekomst meegemaakt, iedereen vraagt zich af, wat die toekomst brengen zal en er is nergens zekerheid. De stem van de mensheid stijgt op naar de hemelen en vraagt om licht, vrede en zekerheid. Sommigen zoeken het in de vorming van nieuwe ideologieën, anderen zoeken het langs politieke lijnen en hopen op steun en bevrijding door één of ander soort overheidsmaatregel of door een politieke richting of partij. Weer anderen verlangen het optreden van een leider en er zijn op dit ogenblik geen leiders waar ook, te vinden. Wat er aan leiderschap is, komt uit groepen van goed bedoelende mensen en van enkele staatslieden, die even verward zijn als diegenen die zij trachten te helpen. De grootte van de taak van wederopbouw, waar zij zich voor geplaatst zien, maakt hen bijna machteloos, want aan de orde is: De wederopbouw, de nieuw oriëntering en de heropvoeding van de gehele wereld. 

Nog anderen, die geduldiger zijn, maken plannen voor nieuwe opvoedkundige werkwijzen en systemen, die zullen trachten de huidige generatie van kinderen voor te bereiden op het volle leven in de wereld van morgen, een wereld waarvan zij niets weten en waarvan de wazige omtrekken slechts vaag te zien zijn. Sommigen vervallen in een toestand van wanhoop, zij vluchten in de afzondering en wachten zo filosofisch mogelijk op de verlossing die de dood zal brengen, zij vragen slechts om wat voedsel, enige warmte, enkele boeken en voldoende kleding. Velen weigeren helemaal om te denken en vullen in plaats daarvan hun leven met weldadigheidswerk, met de problemen van de bittere armoede en haar opheffing en helpen -- in zoverre zij kunnen -- met het herstelwerk. Allen ondergaan de reactie van de naweeën van de oorlog en zij zijn niet vertrouwd met de vredestoestanden, omdat vrede nog nooit waarlijk gekend is en klaarblijkelijk nog ver verwijderd is. Bovenal nemen talloze miljoenen mensen over de gehele wereld een diep geestelijke behoefte waar, zij zijn zich bewust van de aandrang van de geest en herkennen deze als zodanig. Zij mogen deze behoefte in vele vormen uitdrukken en vele verschillende terminologieën gebruiken, zij mogen in diverse richtingen uitzien naar de bevrediging van hun verlangens, maar overal is een verlangen naar hetgeen van groter waarde is dan dat wat het verleden bepaalde en er is nog een verlangen naar het tevoorschijn komen van die deugden, geestelijke impulsen en prikkels, die de mensen verloren schijnen te hebben en die tezamen het geheel vormen van de krachten die de mensheid voortstuwen naar geestelijk leven. 

Overal zijn de mensen bereid het licht te ontvangen, ze zijn in afwachting van een nieuwe openbaring en een nieuwe beschikking. De mensheid is reeds zover gevorderd op het pad van de evolutie, dat deze verlangens en verwachtingen niet alleen in voorwaarden voor materiële verbetering worden uitgedrukt, maar in bewoording van een geestelijke visie, zuivere waarden en juiste menselijke verhoudingen. De mensen verlangen onderwijs en geestelijke hulp tezamen met de noodzakelijke vraag naar voedsel, kleding en de gelegenheid om in vrijheid te werken en te leven. Zij worden in grote delen der wereld bedreigd door honger en toch zijn zij met evenveel ontzetting bewust van de honger van de ziel. De grote tragedie ligt echter daarin, dat zij niet weten welke richting zij moeten inslaan of naar wiens stem zij moeten luisteren. De hoop in hen is geestelijk en onsterfelijk. Deze hoop en dit verlangen hebben de opmerkzaamheid van de Christus en zijn discipelen in de plaats waar zij leven, werken en waken over de mensheid, bereikt. Door welke macht zullen deze krachten van de geest werken voor het herstel van de wereld? Op welke wijze zullen de geestelijke Leiders van het ras de mens voorwaarts leiden tot groter licht en tot de gelegenheid van de nieuwe eeuw? Het mensdom ziet de Weg van de Opstanding voor zich. Wie zal de mensheid op die Weg leiden? Zullen de georganiseerde godsdiensten en de kerken over de gehele wereld de gelegenheid herkennen en gehoor geven aan de oproep van Christus en aan het geestelijk verlangen van talloze miljoenen? Of zullen zij alleen maar werken voor het herstel van de organisaties en de kerken? Zal het organisatorisch aspect van de wereldgodsdiensten van meer betekenis zijn in het bewustzijn van de kerkmensen, dan de behoefte van het volk aan een eenvoudige voorstelling van de levensschenkende waarheid? Zullen de interesse en de macht van de kerken aangewend worden voor de bouw van de stoffelijke bouwwerken, het herstel van financiële zekerheid, de terugkeer in de vroegere staat van verouderde theologieën en het opnieuw bereiken van de wereldlijke macht en aanzien? 

Of zullen de kerken de visie en de moed hebben om de oude slechte gewoonten op te geven en zich tot het volk wenden met de boodschap dat God Liefde is, en het bewijs van die liefde geven door hun eigen leven van eenvoudig liefdevol dienstbetoon? Zullen zij het volk verkondigen, dat Christus eeuwig leeft en zullen zij het volk vragen zich af te wenden van de oude leerstellingen van dood en bloed en Goddelijke verzoening en zich te concentreren op de Bron van alle leven en op de levende Christus. Die wacht om dat ,,meer overvloedig leven", waarop zij zolang gewacht hebben en waarvan Hij beloofde, dat het hun deel zou zijn, over hen uit te storten? Zullen zij onderrichten, dat de vernietiging van de oude vormen noodzakelijk was en dat hun verdwijning de waarborg is, dat een nieuw, voller en onbeperkt geestelijk leven thans mogelijk is? Zullen zij het volk er aan herinneren, dat Christus zelf zei, dat men geen ,,nieuwe wijn in oude zakken kan doen"? Zullen de potentaten der kerken en de trotse geestelijkheid openlijk hun verkeerde en materiële doeleinden, hun geld en hun paleizen opgeven en ,,al wat zij hebben verkopen" en Christus volgen op het pad van dienstbetoon? Of zullen zij -- gelijk de rijke jongeling uit het Evangelieverhaal -- zich bedroef afwenden? Zullen zij het beschikbare geld aanwenden om het leed te verzachten zoals Christus deed, om de kinderen te onderrichten over de dingen van het Koninkrijk Gods zoals Christus deed en een voorbeeld te stellen van eenvoudig geloof, vreugdevol vertrouwen en zeker weten van God zoals Christus deed? Kunnen kerkmensen van alle geloven op beide halfronden dat innerlijk geestelijke licht verkrijgen, dat hen lichtdragers zal maken en dat dit grote licht zal oproepen hetwelk de nieuwe en verwachte openbaring zeker brengen zal? 

Kunnen het kwade materialisme, dat de kerken hebben voorgestaan en het falen van hun vertegenwoordigers in het juist onderrichten van de mensen, weggevaagd worden? Deze omstandigheden waren verantwoordelijk voor de wereldoorlog (1940-1945). Er had geen oorlog behoeven te zijn indien hebzucht, haat en afgescheidenheid niet algemeen op aarde en in de harten der mensen geheerst hadden. Deze noodlottige fouten konden bestaan, omdat de geestelijke waarden geen plaats hadden in het leven der mensen en dit was te wijten aan het feit dat deze geestelijke waarden eeuwenlang slechts een klein plaatsje innamen in het leven der kerken. De verantwoordelijkheid rust geheel en al bij de kerken.  Ik spreek hier hoofdzakelijk tot de Roomse Kerk in de verscheidene landen van de wereld en ook tot die kerken, die lange tijd Staatskerken zijn geweest, doch die heden niet zo machtig zijn. De Roomse Kerk is als een enorme octopus, met zijn grijpende vangarmen in ieder land. De twee leidende organisaties in de wereld van heden, die fundamenteel parasitisch en materialistisch en politiek gevaarlijk zijn -- omdat zij internationaal zijn in hun strekking en invloed -- zijn de Rooms-katholieke Kerk en het orthodoxe Jodendom. Beide machtige groepen zijn reactionair, verouderd in hun methoden en theologieën en in hun benadering van het moderne leven en beide behoren bekeerd te worden tot een zuivere en onbesmette godsdienst. Beide groepen zijn, als nooit tevoren, een bedreiging voor de wereldvrede. 

De politieke Zionistische beweging en het intrigeren van het Vaticaan hebben geen plaats in het leven van de geest van de mens. Zij brengen de vooruitgang van de mensheid naar een meer verlicht gebied van waarachtig leven, in gevaar. Na dit gezegd te hebben, zou ik u er nogmaals op willen wijzen, dat er grote en heilige Joden zijn en vrome aan Christus gelijke Rooms-katholieken. Christus was een Jood. Franciscus van Assisie was Rooms-katholiek, beiden vertegenwoordigen de liefde van God, dienstbetoon en eenvoud.  Dit zijn de vragen waarvoor de georganiseerde kerken zich gesteld zien. Tegenwoordig zijn er in de kerken mensen die reageren op het nieuwe geestelijke idealisme, op de drang van de gelegenheid en op de behoefte aan verandering. Maar de gelegenheid wordt beheerst door reactionair denkenden. De grote bewegingen ten gunste van de reorganisatie van de kerken, die zich nu  over de verwoeste wereld ontwikkelen, blijven nog in handen van de kerken van de hoogwaardigheidsbekleders, synodes en conclaven. De huidige internationale planning zou aanduiden dat de macht nog steeds bij de verkeerde mensen berust. Tegenover iedere vooruitziende, scherpzinnige denker die men in deze nationale en internationale groepen aantreft, zijn er vier of vijf die tot de oude orde behoren. 

Deze meerderheid van reactionaire mensen probeert de kerken opnieuw te maken tot wat zij voor de oorlog waren en de oude theologische voorstellingen te behouden. Zij maken de minderheid, het nieuwere type kerkmens met zijn visie op de nieuwe eeuw en de nieuwe en frisse interpretatie van de waarheid, onbetekend en machteloos.  Hij wordt belemmerd door het gebrek aan financiële hulpbronnen. Het dode gewicht van de kerkelijke hiërarchie en van de reactionaire fundamentalist en theoloog, doet al zijn pogingen teniet. De vraag waarvoor de waarachtig geestelijke mens zich geplaatst ziet is: Zal ik in de kerk blijven waartoe ik door de omstandigheden behoor en doen wat ik kan, of zal ik de kerk verlaten en buiten de kerk werken? In de protestantse kerken is er geen aanwijzing op een fundamentele verandering van houding op grote schaal ten opzichte van theologische lering of kerkbestuur. Alles wijst erop, dat de Roomse Kerk geestelijk niets geleerd heeft. En niets wijst erop, dat de grote Oosterse godsdiensten actief de leiding nemen om een nieuwe en betere wereld teweeg te brengen. Er is niet de minste aanwijzing dat de geest van Christus, de eenvoud van ware kennis en de helderheid van geestelijk denken, eraan toe zijn de naoorlogse, godsdienstige organisaties te beheersen. En toch wacht de mensheid. De mensheid wenst bovenal de zekerheid dat God bestaat en dat er een Goddelijk Plan is -- een Plan dat geschikt is voor de toestanden in de wereld en dat zowel hoop als kracht inhoudt. De mensen willen de overtuiging dat Christus leeft, dat Hij Die komt -- op Wie alle mensen wachten -- komen zal en dat Hij geen Christen, Hindoe of Boeddhist zal zijn, maar aan alle mensen overal zal toebehoren. De mensen willen ervan verzekerd zijn, dat een grote geestelijke openbaring nabij is en niet kan worden tegengehouden en dat hun zowel een geestelijke als een materiële toekomst te wachten staat. De kerken worden geconfronteerd met deze vragen en met deze gelegenheid. De waarheid vertoont zich eeuwig in een nieuwe gedaante en indien de kerkmensen op de oude symbolen bouwen, dan zijn zij ten ondergang gedoemd. De mensheid wil er niets van weten. De kerk staat voor het probleem om vast te stellen wat Christus plan was voor deze nieuwe ontstane wereld en welke waarheden de beloning vormen voor een periode of cyclus van lijden en crisis. We besluiten hiermede het onderwerp: Het Probleem van de Kerken.

A.V.



counter free
Google Analytics Alternative