VRAAG EN ANTWOORD.
DE RAND VAN DE EEUWIGHEID. 
Ik ben een lezer van de boeken van Jozef Rulof, die ik zeer boeiend vind. Vooral nu lees ik deze boeken met nog meer bezieling, omdat blijkt, dat veel geleerden en astronomen er zo dichtbij zijn. Ik heb destijds met veel belangstelling gekeken naar de TV-serie 'Cosmos' van Prof. Carl Sagan. Eén van mijn vrienden met wie ik graag over deze onderwerpen spreek, gaf mij ook het boek over de gelijknamige serie ter inzage en steeds blijkt dan weer hoe machtig veel Jozef Rulof ons geschonken heeft. In één van de hoofdstukken van dit boek, getiteld: ,,De Rand van de Eeuwigheid'', heeft Sagan het over tijd, ruimte en oneindigheid. Ook vermoedt hij, dat achter ons Heelal een ander universum schuil gaat. Nu is mijn vraag: Kunt u mij helpen om de woorden tijd, ruimte en oneindigheid beter te begrijpen? Veel dank voor de interessante vraag uit uw brief. Inderdaad, steeds weer geven de boeken van Jozef Rulof ons antwoord op onze vragen en twijfels en blijkt, dat de Meesters door hem onderwerpen van kosmische betekenis en diepte aan ons hebben doorgegeven.

Wij dachten dan ook u het beste antwoord te kunnen geven door hieronder een opname weer te geven van een gedeelte uit een Vraag en Antwoordavond, gehouden op 22 december 1949. Lang geleden, maar nog steeds springlevend en actueel. De vraag luidde: Is het mogelijk een aanwijzing te geven hoe men tot het begrip kan komen van ruimte in verband met oneindigheid, dus oneindige ruimte. En verder: Is het woord 'oneindigheid' dat door de mensen zoveel wordt gebruikt geen onzin. Men kan immers noch wat het oneindige leven, noch wat de oneindige ruimte betreft de betekenis van dit 'oneindige' verklaren en begrijpen. Is het misschien zo, dat ruimte en tijd enkel voor ons op Aarde werkelijkheden schijnen, terwijl het slechts begoochelingen zijn die oplossen in het leven na de dood. Jozef Rulof antwoordt hierop: Bij de eerste vraag, meneer:

'Hebt u het boek 'Een Blik in het Hiernamaals' gelezen?' Een hel, een duistere wereld is oneindig en eindig, want u komt er weer uit. Wanneer u momenteel vasthoudt aan een daad die u naar de duisternis voert, u kunt uw hoofd niet buigen, de mens niet vergeven, dan komt er ook nooit een einde aan die hardheid, die wereld. Alles trekt u aan door die hardheid. Als een mens niet kan vergeven dan staat hij stil. Maar zegt u: 'Kom, laten we dat vergeten en vergeven dan hebt u alweer een nieuwe wereld. Nu begint het nieuwe en komt het einde van een gedachte. Deze wereld heeft ook een einde. Deze wereld is rond. Wanneer er geen huizen en geen herkenningstekens waren op deze wereld kwam er nooit een einde aan deze Aarde. U zoudt dan zeggen: 'Er komt nooit een einde aan...Wij zijn hier al tien keer geweest, waar zijn we nou begonnen?' Maar u weet de Aarde is eindig. De duistere werelden, de hogere werelden zijn oneindig en eindig. De astronomen zeggen: 'Het oneindige, uitdijende Heelal' er is geen einde aan dit' Heelal.' Dat is kletspraat. Wanneer u dát vasthoudt, wordt het onzin, want dit universum is eindig, dat eindigt een keer. Indien er geen einde was aan iets, aan ons bestaan, dus aan de levenswetten, dan konden en kunnen wij gerust zeggen: 'Ja, wat heeft het te betekenen, dit leven; als je in de kist gaat, dan is het afgelopen.' Maar we gaan door.

Dood is er niet, dat weten wij. Daarom krijgen wij een enorme oneindigheid. Als u katholiek bent, of protestant en u houdt aan de Bijbel vast, dan staat u voor het einde van uw leven, dan gaat u de kist in. . Ja, dan wordt er op een goede dag 'getrompetterd' daar in die ruimte - de vorige keer hebben we er om gelachen en nu beginnen ze weer - dan worden wij teruggeroepen en zullen wij zeggen: 'Ja, daar begint waarachtig weer een einde, nietwaar? Maar door de eerste, tweede en derde sfeer, hoger en hoger, komen wij toch langzaamaan in een ijlere graad en hebben wij weer werelden beleefd. Nu kunt u zeggen, de oneindigheid leeft in ons; ja, want wij gaan naar het Al, tot God terug. Nu is er een einde. Dat woord is noodzakelijk, dit is het einde. Als wij strakjes ophouden is er ook een einde; aan een dag komt een einde, maar voor de ruimte niet. Kijk, dat zijn allemaal menselijke begrippen. De mensen hebben die dingen opgebouwd. Voor God en voor de ruimte is er geen dag en geen nacht. In de ruimte is er altijd licht. Ook, wanneer de Aarde en dit universum oplossen, dan is er nóg licht. De zon gaat weg straks, over miljoenen jaren dooft die zon uit, maar dan leeft die mens in een andere wereld. wij gaan naar de astrale wereld, naar de vierde, vijfde, zesde en zevende Kosmische Graad en dan zijn wij in het Al.  Maar de bedoeling is, dat, wanneer u de 'Fröbelschool' hebt beleefd en de eerste klas, u dan naar de tweede klas gaat. U kunt nu zoveel 'klassen' en 'schooltjes' beleven, totdat u tot God, in God teruggekeerd bent.

Nu krijgt u het einde te zien van een gedachte, van een week, van een jaar, van een oneindigheid die er niet is, voelt u wel: Dat woord oneindigheid is zeer zeker noodzakelijk, dat kunnen wij nu gebruiken, maar is gevormd en gemaakt door menselijk denken en voelen. Wanneer de mensen dat woord oneindigheid kosmisch hadden gevoeld en gezien, dan was er van ons woordenboek niets terecht gekomen, weet u dat? Want dan waren er honderden woorden verdwenen, die wij nu nodig hebben om het stoffelijke principe, onze persoonlijkheid, de maatschappij te kunnen uitbeelden. Alles wat u ook hebt op de Aarde het woordenboek erbij; als u leest liefde, dan weet u: Dat blijft bestaan en oneindigheid is ook weer noodzakelijk. Zo krijgen wij te zien het einde van dit en het nieuwe daarachter. Ook dat komt weer terug en als u in God bent - die vraag is hier al gesteld - bent teruggekeerd, dan leven wij ook weer in de oneindigheid. Er is eens gevraagd aan Meester Zelanus: 'Hoe zijn wij, als wij in God zijn?'  Ik geloof, dat Wij het hier ook hebben behandeld .... Ik zei: Ja, wat zal er nu gebeuren, wanneer je werkelijk als God bent en je leeft in het Al? Iemand vroeg: 'Ja, maar wat gebeurt er dan?' Ik zei: 'Heel eenvoudig.  Hoe we daar leven ... Nou... om 9 uur wordt er gebeld en dan gaan we brood halen en dan drinken we een kopje koffie. En om 1 uur lekkere warme soep. Of die soep 'snert' heet, weet ik niet." Een vraag uit de zaal: 'Maar hebt u daar dan nog eten en drinken nodig?'

Hoe denkt u, wat bent u. Dat moet u maar aan de Meesters overlaten, zij verklaren dat in de lezingen. Maar als u in God bent hebt u weer zeven graden en daarna komt u in de Albron. En dan gaat u de Albron weer uit en gaat u weer door werelden en werelden; er is geen einde en er is een einde, want het einde bent uzelf: Dan bent u net alles, u bent leven, liefde, licht, geluk, wind, regen en voedsel, kracht. U bent alles: Dan kunt u zeggen: 'Ik ben niets en ik ben alles, ik vertegenwoordig alles. Ik ben eindig en verdwijn ik uit uw ogen, dan ben ik oneindig. Meester Alcar heeft mij dat mooi geleerd; ja, aan Gene Zijde, want ik zei: 'Ja, maar U bent er toch:' Hij zei: 'Ja, maar ik ben er niet.' Hij gaf mij een beeld van eindig. Dit te beëindigen, geëindigd zijn en het oneindige. Hij zei: 'Tot kijk, tot straks, André.' Weg was hij. Hij zei: 'Hoor je me nog.?' Ik zei: 'Ja, ik hoor U wel, maar ik zie U niet.' Hij zei: 'Waar ben ik?' Ik zei: 'Ja, hoe moet ik U nu vinden? ' Hij zei : 'Ik ben in het binnenste der Aarde.' En ik vond hem terug in het midden van de Aarde. Er was vuur en er was water, er waren grotten, ik zag het darmstelsel van de Aarde. Toen ging Meester Alcar zich wéér verplaatsen en gaf hij mij beelden, opdat ik alles zou begrijpen, waar u nu om vraagt, voelt u wel: En zo, door die beelden, krijgt u ook het gevoel; ja, dan heb je het in bezit. Als ik iets kort afmaak en zeg:

'De oneindigheid is dat, en zus en zo, dan hebt u daar niets aan, want wanneer u iets voelt, dan is ook die oneindigheid in uw handen. Dat weet u onmiddellijk. Daarom maak ik me een beetje druk. Ja, nu kunnen we ophouden. Jozef Rulof herhaalt thans het laatste gedeelte van de vraag. Is het misschien zo, dat ruimte en tijd enkel voor ons op de Aarde werkelijkheden schijnen, terwijl het slechts begoochelingen zijn? Neen, om de drommel niet! Dat is geen begoocheling. U gaat hier de kist in, dat is het einde. Maar achter de kist wordt u weer wakker. Een nieuw leven. Of u gaat verder en staat weer voor een oneindigheid. De eerste Sfeer! Hoe diep, dacht u, dat een gedachte was. Als u de oneindigheid voelt van een gedachte: Iemand kan zijn hoofd niet buigen, iemand weet het altijd beter, iemand kan niet luisteren, iemand kan niet denken. Dan staat u ook stil. Dan beleeft u het eindige. Dan beleeft u de dag, dan beleeft u het uur, dan is er eigenlijk niet eens één minuutje dat u toebehoort van een dag. Ik ga elke dag na, wat ik heb gedaan; wat heb ik verkeerd gedaan; dat verkeerd, dit fout, dat had ik zó moeten doen. Wat leer ik elke dag. Ik heb mensen gevolgd, tien, twaalf en vijftien jaar lang. Ik zei u laatst, dat ik mensen kende, waarvan de man al in veertig jaar niets had gezegd en de vrouw ook niet, dus die hebben wel wat geleerd in die veertig jaar!! Maar wat beleven wij op een dag, in een uur. Wat hebben eindigheid en oneindigheid eigenlijk te betekenen voor u. . .. .meneer?

Kijk, als u de oneindigheid wilt beleven in alles - moet u goed luisteren, wat ik zeg - als u een gesprek hebt met elkaar. Nu krijgt de één niet gelijk van de ander. Er is er één die gelijk heeft. Hebben ze allebei geen gelijk, dat geeft niet, dan bent u bezig te leven. Maar ik heb mensen uit elkaar zien gaan; prachtige persoonlijkheden gingen stuk, kapot kan ik wel zeggen, alleen maar, omdat zij hem en hij haar geen gelijk gaf. 'Ja, er valt niet te praten met hem, ik smoor, ik stik in deze omgeving.' Ik zeg: Leg mij deze problemen eens voor. Wie gelijk heeft, krijgt gelijk.' Ik moest komen. Ik zeg: 'Goed, vertel eens op ... nu jij ' Ik zeg: 'Ja, nu hebben jullie allebei gelijk.' Hoe bestaat het. Beiden gelijk! Ik zeg: 'Begrijpen jullie dan niet, dat jullie stil staan.' Daar gingen wel liefst drie maanden voorbij. Drie maanden ruzie, drie maanden ellende. 's Avonds kwam hij thuis. Niets zeggen! Zij zei: 'Hier staat het eten, ik ga. 'Heerlijk, hè? Om zó'n dingetje!! Ik zeg: 'Jullie zijn niet waard, dat jullie elke dag, elke morgen nog ontwaken en naar de zon kijken. Praat toch!! Behandel toch!! Wat is een psycholoog? Wordt zelf psycholoog! Maar in de eerste plaats, één gedachte, één werk, één handeling ontleden en maak daar een oneindigheid van en u staat direct weer beiden voor een nieuwe ruimte, maar dat doen de mensen niet. Is dat zo ? U kunt zo ontzagwekkend elke dag leren, wanneer u maar luistert. Luistert u? Ik leer elke dag van de mens. Ik denk: 'Oh ja, die doet het zo Ik moet het zo niet doen, zó moet ik het doen.' Dacht u, dat ik het alles zo maar in mijn zak had gekregen? Meester Alcar heeft mij haast dood gerammeld. Ik zei: 'Sla nog eens even '. Als u hier aan de mens iets vertelt of u hebt met mensen iets te maken en ik zeg: 'Kijk, dat moet je zó doen en de mens reageert: Och, och, dan is dat de eindigheid. De oneindigheid daar hoeft u niet eens aan te denken, want bij het eerste woordje staat u stil, want de mens is angstig, dat hij de mens iets afneemt. De mens is angstig, dat hij iets verliest. wij kunnen niets verliezen! Dat is wáár!! Als u alles hebt u wilt geloven, u wilt beter, u wilt bidden, leeft u door uw gevoel een oneindigheid. Er hoeft maar niet zóveel bij te komen, of in dat gebed komt een twijfel en dat kraakt Uw gevoelsleven. Maar waarom ben ik zo lang met u bezig? Nu u de rest! Is het goed?
Jozef Rulof. 


counter free
Google Analytics Alternative